ECLI:NL:RBMNE:2023:1656

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 maart 2023
Publicatiedatum
11 april 2023
Zaaknummer
UTR 22/4365-V
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens niet betalen griffierecht

Op 2 maart 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een verzetprocedure van de opposant tegen een eerdere uitspraak van 9 november 2022. In die eerdere uitspraak werd het beroep van de opposant niet-ontvankelijk verklaard omdat hij het griffierecht niet had betaald. De opposant ging in verzet, maar heeft niet verzocht om een zitting. De rechtbank beoordeelt in deze uitspraak of de eerdere beslissing terecht was, zonder in te gaan op de inhoud van het beroep zelf. De rechtbank stelt vast dat de opposant het griffierecht niet tijdig heeft betaald, wat volgens de wet leidt tot niet-ontvankelijkheid van het beroep. De opposant voerde aan dat hij had gewacht met betalen tot er duidelijkheid was over de in te dienen stukken en dat hij geen herinnering had ontvangen. De rechtbank wijst erop dat het niet betalen van het griffierecht leidt tot dezelfde gevolgen als het niet kunnen overleggen van een ingebrekestelling. De rechtbank concludeert dat de opposant bewust het risico heeft genomen dat zijn beroep niet-ontvankelijk verklaard zou worden. De rechtbank verklaart het verzet ongegrond en bevestigt de eerdere uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/4365-V

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 maart 2023 op het verzet van

[opposant] , te [woonplaats] , opposant.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat opposant heeft ingediend tegen het uitblijven van een besluit van Het college van bestuur van de [instelling] .
In de uitspraak van 9 november 2022 heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Opposant is tegen deze uitspraak in verzet gegaan.
Opposant heeft niet gevraagd om op een zitting te worden gehoord.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft in de uitspraak van 9 november 2022 het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat opposant het griffierecht niet heeft betaald. Omdat de rechtbank geen twijfel had over de uitkomst van de zaak, heeft zij de uitspraak gedaan zonder eerst een zitting te houden. Dat mag op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2. In deze zaak moet de rechtbank beoordelen of de rechtbank toen terecht heeft geoordeeld dat er geen twijfel over de uitkomst was en dat er dus geen zitting nodig was.
De rechtbank kijkt (nog) niet of opposant gelijk heeft met zijn beroep. Dat gebeurt pas als de rechtbank van oordeel is dat de uitspraak van de rechtbank van 9 november 2022 niet juist was.
3. Volgens opposant is de uitspraak van de rechtbank van 9 november 2022 niet juist, omdat hij gewacht heeft met het betalen van het griffierecht tot hij duidelijkheid had over de nog in te dienen stukken. Hij was van mening dat die stukken al ingediend waren. Hij wilde geen griffierecht betalen vóórdat duidelijk zou zijn of het beroep ontvankelijk was. Ook geeft hij aan geen herinnering of aanmaning te hebben ontvangen.
4. Zoals in overwegingen 2. en 3. van de uitspraak van de rechtbank van 9 november 2022 is aangegeven, moet iemand die in beroep gaat het griffierecht (op tijd) betalen. Het niet betalen van het griffierecht heeft dezelfde uitkomst als - bijvoorbeeld - het niet (kunnen) overleggen van een ingebrekestelling. Als iemand het griffierecht niet betaald, is de hoofdregel dat het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. De omstandigheid dat opposant heeft gewacht met betalen van het griffierecht tot hij duidelijkheid had over de ontvankelijkheid van het beroep, levert geen verschoonbare reden op voor de overschrijding van de termijn om het griffierecht te voldoen.
5. Ter informatie aan opposant deelt de rechtbank nog mee dat er in het geval van spoedeisende beroepen - zoals een beroep tegen het niet op tijd nemen van een besluit - nooit een herinnering wordt gestuurd. Dit gezien het spoedeisende belang van opposant. Dit is ook de reden waarom de nota direct aangetekend wordt verstuurd. Op de aangetekende nota staat duidelijk aangegeven dat als het griffierecht niet of niet op tijd wordt betaald, opposant het risico loopt dat het beroep niet-ontvankelijk zal worden verklaard. Dit risico heeft opposant naar oordeel van de rechtbank bewust genomen.
6. Dit betekent dat het verzet ongegrond is en dat de uitspraak van de rechtbank van
9 november 2022 in stand blijft.

Beslissing

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 2 maart 2023.
de griffier is verhinderd de
uitspraak te ondertekenenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak kunt u niet in hoger beroep.