ECLI:NL:RBMNE:2023:1601

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 maart 2023
Publicatiedatum
7 april 2023
Zaaknummer
16-242684-22
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor verkrachting van ex-partner met verminderde toerekeningsvatbaarheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 14 maart 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van verkrachting van zijn ex-partner op 22 november 2022 in Utrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die in een manische episode verkeerde, zijn ex-partner met geweld heeft gedwongen tot seksuele handelingen. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer als betrouwbaar beoordeeld, mede op basis van de emotionele toestand waarin zij zich bevond na de verkrachting en de fysieke letsels die zij had opgelopen. De verdachte heeft tijdens de zitting verklaard dat de seksuele handelingen consensueel waren, maar de rechtbank heeft deze verklaring verworpen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting, waarbij de omstandigheden van de manische episode van de verdachte in overweging zijn genomen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 540 dagen, waarvan 374 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden waaronder klinische behandeling en een contactverbod met het slachtoffer. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de wens van het slachtoffer om de verdachte te helpen in plaats van hem zwaar te straffen, wat heeft geleid tot een lagere straf dan de strafeis van de officier van justitie.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-242684-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 14 maart 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1985 in [woonplaats 1] (Libanon),
gedetineerd in [Locatie 1] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 4 januari 2023 en 28 februari 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. E. van de Burg en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. A.M.C.J. Baaijens, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
op 22 november 2022 in Utrecht [slachtoffer] heeft verkracht.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde feit. De raadsman heeft aangevoerd dat er geen aangifte is in de zin van de wet en dat de aangifte geen volledige weergave is van hoe het gesprek tussen de politie en [slachtoffer] daadwerkelijk is verlopen. Hiervoor verwijst de raadsman naar de geluidsopname van het gesprek en hij verzoekt de rechtbank met klem om deze geluidsopname te beluisteren.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
De aangifte van [slachtoffer]
V: Kan je vertellen hoe het allemaal begonnen is met [verdachte] ?
A: Op 23 september 2022 om 05:00 uur zag ik dat [verdachte] weer in de woonkamer was, ik lag op dat moment zelf op de bank te slapen. [verdachte] heeft mij toen wakker gemaakt. [verdachte] zei dat hij wilde praten en om te voorkomen dat de kinderen wakker zouden worden zijn we toen naar de slaapkamer gegaan. In de slaapkamer hebben we eerst gepraat en toen zei [verdachte] dat hij seks met me wilde hebben waarop ik zei dat ik dat niet wilde. Hierop heeft [verdachte] mij verkracht. [verdachte] zei toen: "Jij bent nu niet [slachtoffer] maar je bent de duivel van [slachtoffer] en ik ga vechten met de duivel van [slachtoffer] " Toen zei hij: "Ik kan niet rustig slapen, ik moet seks hebben met jou, dan pas kan ik rustig slapen. Wij mogen seks hebben van god want wij gaan trouwen" Ik zei toen dat ik geen seks met hem wilde. Op dat moment rende ik om het bed heen en wilde ik via de slaapkamerdeur naar de woonkamer maar dat ging niet want [verdachte] deed snel de slaapkamerdeur op slot.
V: En wat gebeurde er toen?
A: Meteen hierop trok [verdachte] snel al zijn kleren uit en duwde hij mij op het bed. Toen ik op het bed lag begon hij onmiddellijk mijn kleren uit te trekken. [verdachte] trok aan mijn t-shirt en scheurde deze kapot. Ook trok hij mijn broek uit. [verdachte] zei hierbij tegen mij: Dan maar de moeilijke manier, dan doe ik dat."
V: Op dat moment lig je naakt op bed en hoe gaat het dan verder?
A: Ik probeerde bij [verdachte] vandaan te komen en wilde weer mijn kleren pakken. Hierop pakte [verdachte] mij van achteren beet en trok hij mij weer op het bed. [verdachte] lag nu op zijn rug op het bed en had mij van achteren vast met een arm om mijn nek heen. Terwijl [verdachte] mij van achteren vast houdt en ik nergens heen kan, stopt [verdachte] plotseling een vinger in mijn kont en dat deed heel veel pijn. Ik moest hier van huilen.
V: Wat gebeurde er toen?
A: Hierop, terwijl hij die vinger in mijn kont had, draaide hij me geheel van bovenaf naar beneden, op het bed en op dat moment lag hij boven mij. Ik zei tegen [verdachte] dat die vinger in mijn kont veel pijn deed waarop hij zijn vinger uit mijn kont haalde. Ondertussen probeerde ik nog steeds bij hem vandaan te komen maar dat lukte niet. Op dat moment lag [verdachte] boven me en stopte hij zijn piemel in mijn mond.
V: En hoe gaat het dan verder?
A: Ik zeg de hele tijd dat ik dit niet wilde en probeer hem tegen te houden en van me weg te duwen maar dat lukte me niet. [verdachte] zei je bent een sterke vrouw. Ik merkte dat [verdachte] helemaal buiten zichzelf was. Normaal was [verdachte] altijd heel lief maar nu luisterde hij helemaal niet. Ik merkte dat [verdachte] allemaal rare dingen met zijn piemel deed en zijn piemel op verschillen plaatsen op mijn bovenlijf tegen mijn lichaam drukte. Ik bleef maar tegen hem zeggen dat hij moest stoppen en dat ik niet zijn hoer was. Hierop deed hij zijn hand op mijn mond en drukte hard mijn mond dicht. Ondertussen dat hij mijn mond dicht hield zei hij tegen mij: "Dit ben jij niet, dit is de duivel in [slachtoffer] ." Ik zag dat ik geen contact met hem kon krijgen.
V: En wat gebeurde er toen?
A: [verdachte] duwde zijn piemel in mijn vagina. Hij deed dit heel snel. Vanaf dat moment was ik verdoofd. Ik was alleen maar aan het bidden; laat dit snel ophouden. Ik voelde niets meer.
V: Wat gebeurde er verder?
A: Plotseling ging [verdachte] met zijn piemel uit mijn vagina en kwam hij boven mij klaar. [verdachte] zijn sperma kwam op verschillende plaatsen op mijn bovenlichaam. [2]
Het letsel van [slachtoffer]
Bevindingen
Door arts [arts] werd het slachtoffer gevraagd naar eventuele letsels. Het slachtoffer verklaarde ons dat haar ex-partner haar mogelijk bij haar hals had beetgepakt. Wij zagen in de hals een blauwkleurige huidverkleuring welke zeer mogelijk was veroorzaakt door enige lichte vorm van geweldsinwerking. [3]
De bevindingen van de politie ter plaatse
Melding
Op zaterdag 23 september 2022 verzocht het Operationeel Centrum ons om te gaan naar de [adres 1] . Eenmaal ter plaatse opende een vrouw met een jong meisje de deur naar de woning. De vrouw bleek later te zijn: [slachtoffer] , geboren [geboortedatum 2] 1984 te [geboorteplaats] .
Ter plaatse
Ik, verbalisant [verbalisant] , zag dat [slachtoffer] rode ogen had en opgetrokken schouders. Ik zag dat haar haar nat was. Ik zag haar met haar handen de voorkant van haar trui vasthouden. Ik zag een scheur in haar trui en zag dat een deel van haar decolleté zichtbaar was. Ik zag dat zij grote ogen had en dat zij aan het trillen was. [4]
De verklaring van verdachte
[slachtoffer] sliep op de bank in de woonkamer. Ik heb haar wakker gemaakt en gevraagd of wij naar de slaapkamer konden gaan. Dit was rond 2:00 uur in de nacht. Ik probeerde [slachtoffer] te zoenen en toen zei ze dat zij geen seks wilde. Ik vroeg waarom zij geen seks wilde en [slachtoffer] gaf aan dat zij vroeg op moest voor een afspraak bij de huisarts. Ik probeerde haar weer te zoenen, waarop [slachtoffer] zei dat het haram was, omdat wij niet getrouwd zijn. Dat vond ik raar, omdat wij tijdens onze relatie seks hadden. Later, rond 7:00 uur in de ochtend, hebben wij seks gehad. Ik heb haar blouse opengetrokken. Ik heb mijn penis in haar mond gedaan. Ik heb mijn vinger in haar anus gedaan. Mijn penis ging in haar vagina. [5]
Bewijsoverweging
Wat in onderhavige zaak niet ter discussie staat en de rechtbank daarom als vaststaand beschouwt, zijn de ten laste gelegde seksuele handelingen waar zowel verdachte als [slachtoffer] over hebben verklaard. In de visie van verdachte was echter – anders dan [slachtoffer] heeft verklaard – sprake van gewenst en consensueel seksueel contact.
Uit het tweede lid van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering volgt dat het bewijs dat een verdachte een strafbaar feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend kan worden aangenomen op basis van de enkele verklaring van de aangever/aangeefster (in dit geval [slachtoffer] ). Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen als de door de aangever/aangeefster genoemde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal.
De rechtbank ziet zich daarom voor de vraag gesteld in hoeverre de verklaring van [slachtoffer] als betrouwbaar is aan te merken en of deze verklaring steun vindt in de overige bewijsmiddelen die zich in het dossier bevinden.
De verklaring die [slachtoffer] heeft afgelegd bij de politie is gedetailleerd en concreet. De rechtbank acht haar verklaring dan ook in beginsel betrouwbaar.
Het dossier bevat ook voldoende steun voor de verklaring van [slachtoffer] . Daarbij betrekt de rechtbank de emotionele staat waarin de politie [slachtoffer] aantrof toen zij relatief kort na de verkrachting ter plaatse kwamen. Niet alleen was zij aan het trillen, maar haar kleding was ook kapotgescheurd. Het letsel dat in de hals van [slachtoffer] is vastgesteld, komt daarnaast overeen met haar verklaring dat verdachte [slachtoffer] bij de keel heeft gegrepen.
De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer] . Uit haar verklaring blijkt duidelijk dat zij niet heeft ingestemd met de seksuele handelingen en dat verdachte haar dwong deze te ondergaan.
De raadsman heeft bepleit dat de aangifte van [slachtoffer] geen volledige weergave is van het gesprek tussen haar en de politie en heeft verzocht dat de rechtbank de geluidsopname beluistert. [slachtoffer] heeft pas aangifte gedaan na urenlang met de politie in gesprek te zijn geweest en wil, aldus de raadsman, geen straf voor verdachte, maar hulp. De citaten waar de raadsman naar heeft verwezen zouden dit benadrukken.
De rechtbank ziet geen noodzaak tot het beluisteren van de geluidsopname, nu zij kennis heeft genomen van de verklaring van [slachtoffer] in het dossier en van het verslag van het verhoor zoals opgesteld door de raadsman. De rechtbank merkt allereerst op dat er voorafgaand aan een aangifte van verkrachting altijd een informatief gesprek plaatsvindt. Het gesprek waar de raadsman naar verwijst, is dit informatieve gesprek. In de meeste gevallen wordt dit vastgelegd in een apart proces-verbaal. In deze zaak is dit niet gebeurd. Dat neemt niet weg dat [slachtoffer] na dit informatieve gesprek is overgegaan tot het doen van aangifte van verkrachting tegen verdachte. Uit de door de raadsman aangehaalde passages blijkt duidelijk dat [slachtoffer] na aanvankelijk te hebben getwijfeld, welbewust aangifte heeft gedaan. Daarnaast geeft hetgeen de raadsman heeft geciteerd ondersteuning aan de bewezenverklaring. Zo zou [slachtoffer] hebben verklaard dat zij nooit eerder door verdachte is verkracht en dat verdachte normaal gesproken stopt als zij hem zegt dat hij moet stoppen. Dit duidt er volgens de rechtbank op dat verdachtes gedrag ditmaal hiervan afweek en dat [slachtoffer] wat er dit keer is gebeurd wel als een verkrachting heeft ervaren. Voorts benadrukt de rechtbank dat het feit dat [slachtoffer] hulp wil voor verdachte in plaats van een straf, niet betekent dat het gebeurde niet als verkrachting kan worden aangemerkt. Het een sluit het ander niet uit.
Al met al geven de door de raadsman aangehaalde passages van de geluidsopname een beeld weer van een vrouw die enerzijds stellig is in het gegeven dat zij is verkracht, maar anderzijds twijfel heeft over op welke manier daarop (strafrechtelijk) moet worden gereageerd. Dit maakt haar verklaring over wat er die nacht is gebeurd des te betrouwbaarder. Het is duidelijk dat zij geen voordeel wenst te behalen met het doen van een (valse) aangifte, maar het beste met verdachte voor heeft. Ten overvloede overweegt de rechtbank dat ook als [slachtoffer] geen aangifte zou hebben gedaan, er tot vervolging overgegaan had kunnen worden en haar verklaring had ook dan voor het bewijs gebruikt kunnen worden.
De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat verdachte [slachtoffer] heeft verkracht, zodat verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
omstreeks 22 september 2022 te Utrecht door geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte
- zijn geslachtsdeel in de mond en vagina van die [slachtoffer] geduwd, gebracht en gehouden en
- zijn vinger in de anus van die [slachtoffer] gebracht en gehouden en
- zijn geslachtsdeel op meer plekken tegen het lichaam van die [slachtoffer] gedrukt en
- geëjaculeerd op het lichaam van die [slachtoffer] ,
bestaande dat geweld hierin dat verdachte,
- die [slachtoffer] heeft vastgegrepen bij de keel en die [slachtoffer] op het bed heeft geduwd en
- de kleding van die [slachtoffer] kapot en naar beneden heeft getrokken en
- op die [slachtoffer] is gaan liggen en
- die [slachtoffer] van achteren heeft vastgehouden en daarbij een arm om de nek van die [slachtoffer] heeft gedaan en
- zijn hand op de mond van die [slachtoffer] heeft gedaan en vervolgens de mond van die [slachtoffer] dicht heeft gedrukt.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
verkrachting.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met algemene voorwaarden en bijzondere voorwaarden, te weten een meldplicht, klinische behandeling, middelencontrole, begeleid wonen en een contact- en locatieverbod. De officier van justitie heeft aangegeven dat er op dit moment een plek is voor verdachte bij GGZ [Instelling] . Die plek is 14 dagen lang gereserveerd voor verdachte.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht dat, indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, een gevangenisstraf zal worden opgelegd waarvan het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan de duur van de voorlopige hechtenis. Aan het voorwaardelijke deel kunnen dan de algemene en bijzondere voorwaarden worden gesteld zoals geëist door de officier van justitie. Op die manier kan verdachte meteen worden opgenomen in een kliniek van GGZ [Instelling] en de hulp krijgen die hij nodig heeft. Verdachte zal aan alle voorwaarden meewerken.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
8.3.1
De ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verkrachting van [slachtoffer] . Nadat [slachtoffer] verdachte tweemaal duidelijk heeft gemaakt dat zij geen seks wilde, probeert verdachte het nog een derde keer. Met geweld grijpt hij [slachtoffer] bij de keel, duwt haar op het bed, trekt haar kleding kapot en uit, houdt haar vast, drukt haar mond dicht en verricht seksuele handelingen bij [slachtoffer] , tegen haar wil in. Door zo te handelen heeft verdachte een grove inbreuk gemaakt op de geestelijke en lichamelijke integriteit van [slachtoffer] . Verkrachting is een ernstig strafbaar feit en slachtoffers van verkrachting kunnen langdurig psychische problematiek ondervinden. Dat verdachte zich niet heeft bekommerd om de gevolgen van zijn handelen voor [slachtoffer] , maar alleen gericht was op het moeten hebben van seks, rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
8.3.2
De persoonlijke omstandigheden van verdachte
Het strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van verdachte van 18 januari 2023 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit.
De rapportages
Het reclasseringsrapport van 21 februari 2023
De reclassering concludeert dat er sprake is van een patroon van seksueel ontremd gedrag tijdens manische periodes in 2018, 2020 en 2022. De reclassering adviseert als bijzondere voorwaarden een meldplicht, klinische opname, middelencontrole en begeleid wonen of maatschappelijke opvang.
Het Pro Justitia onderzoek (psychiatrisch onderzoek) van 16 december 2022
De psychiater concludeert dat er bij verdachte sprake is van een bipolaire stoornis type 1 en een stoornis in het gebruik van cannabis. Dit was ook het geval ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde feit en heeft het gedrag van verdachte beïnvloed. Het is aannemelijk dat het beoordelingsvermogen van verdachte door zijn manisch-psychotische toestandsbeeld op dat moment was verminderd. De psychiater adviseert het ten laste gelegde feit in verminderde mate toe te rekenen aan verdachte.
Verdachte is in 2018 en 2020 in een manisch, seksueel ontremde toestand gedwongen opgenomen in een psychiatrische kliniek en heeft zich vervolgens ambulant laten behandelen. Een reguliere GGZ behandeling lijkt tekort te schieten in de hulpbehoefte van verdachte. De psychiater adviseert daarom om verdachte te plaatsen in een forensische kliniek met daarbij abstinentie van cannabis en de controle hierop.
8.3.2
Conclusie
Bij verkrachting met geweld of met een daarmee vergelijkbare mate van dwang gaan de LOVS-oriëntatiepunten voor straftoemeting uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden. Gelet op de ernst van het feit kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. De rechtbank ziet echter wel aanleiding om aanzienlijk lager te straffen dan dit uitgangspunt.
In strafverminderende mate houdt de rechtbank rekening met de manische episode waarin verdachte verkeerde. Verdachte heeft verklaard dat hij niet zelf kan vaststellen of hij een manische episode heeft. Gedurende de bewuste nacht voelde hij zich naar eigen zeggen ‘niet manisch, maar ook niet normaal’. Verdachte noemt het wel ‘vreemd’ dat hij de kleding van [slachtoffer] kapot heeft getrokken, iets wat hij normaal nooit deed. Ook beschrijft hij zowel vóór als na de seksuele handelingen bij zichzelf gedrag te hebben gezien dat hij vaker heeft gehad in manische episodes. Verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer] en haar dochter [minderjarige] zijn manische gedrag kunnen herkennen. Zowel [slachtoffer] als haar dochter hebben verklaard dat verdachte die nacht in een manische episode verkeerde. De rechtbank acht daarom aannemelijk dat verdachte het bewezen verklaarde in een manische toestand heeft gepleegd. De rechtbank neemt de conclusie van de psychiater dan ook over en rekent het ten laste gelegde feit in verminderde mate toe aan verdachte. Daarbij merkt de rechtbank op dat er van uit wordt gegaan dat het bewezenverklaarde slechts voor een zeer klein deel valt toe te rekenen. De psychiater wijst er in dit verband op dat verdachte er zelf voor heeft gekozen om te stoppen met zijn medicatie en veel te blowen, maar het stoppen met medicatie heeft verdachte in overleg met zijn artsen gedaan. Ten tijde van de verkrachting was verdachte inmiddels weer gestart met de medicatie, maar kennelijk nog niet lang genoeg om de ingezette manische episode af te wenden.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank aan verdachte een verplichte klinische behandeling opleggen, die tot een jaar kan duren. Dat betekent dat verdachte dus toch nog aanzienlijk langer van zijn vrijheid zal zijn beroofd en de rechtbank betrekt dat bij het bepalen van de duur van de onvoorwaardelijk op te leggen gevangenisstraf. Tot slot ziet de rechtbank in de wens van [slachtoffer] om verdachte niet zwaar te straffen, maar vooral te helpen, aanleiding om een lagere straf op te leggen dan waar de oriëntatiepunten van uit gaan.
De rechtbank acht het passend en geboden om verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 540 dagen op te leggen, met aftrek van de voorlopige hechtenis, waarvan 374 dagen voorwaardelijk. Het onvoorwaardelijk aantal dagen staat gelijk aan de duur van de voorlopige hechtenis. Op 7 maart 2023 is de voorlopige hechtenis geschorst, met het oog op een klinische opname van verdachte in [Instelling] in [plaats] . Aan het voorwaardelijke deel van de gevangenisstraf verbindt de rechtbank een proeftijd van 2 jaar.
De rechtbank wijkt in zoverre af van de strafeis omdat het belang van verdachte, net als het belang van de samenleving, meer gediend is met het zo snel mogelijk starten van de behandeling, dan met een langere vrijheidsstraf. Naast de algemene voorwaarden, zal de rechtbank ook de geadviseerde bijzondere voorwaarden opleggen, plus een contactverbod met [slachtoffer] en een locatieverbod voor de directe omgeving van haar woning. Daarnaast wijkt de rechtbank van de strafeis af door een proeftijd van 2 jaren vast te stellen. De rechtbank acht een proeftijd van 2 jaren toereikend om verdachte klinisch te behandelen en vervolgens te plaatsen in een begeleide woning of maatschappelijke opvang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat is gericht tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten verkrachting. De rechtbank is van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een dergelijk misdrijf zal begaan als hij geen klinische behandeling ondergaat. Daarom zal zij bevelen dat de bijzondere voorwaarden die verdachte zullen worden opgelegd en het toezicht door de reclassering, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Gelet op deze strafoplegging heft de rechtbank het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c en 242 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;

Strafbaarheid

- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 540 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van 374 dagen niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarden en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van twee (2) jaren vast;
- stelt als algemene voorwaarden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd:
* op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1984, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* zich niet zal bevinden in de directe omgeving van de [adres 1] , [woonplaats 2] , zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* zich op de afspraken met Reclassering Nederland zal melden, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* zich zal onthouden van het gebruik van cannabis en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan bloedonderzoek en/of urineonderzoek zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* zich zal laten opnemen in [Instelling] , [adres 2] [plaats] , althans een soortgelijke intramurale zorginstelling, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die in het kader van de behandeling door of namens de (geneesheer)directeur van die instelling aan verdachte zullen worden gegeven. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicatie vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. De opname duurt 12 maanden of zoveel korter als de leiding van de zorginstelling in overleg met de reclassering dit wenselijk acht;
* zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen of een maatschappelijke opvang, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die in het kader van het verblijf aan verdachte zullen worden gegeven en aan het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn;

Voorlopige hechtenis

- heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Ourahma, voorzitter, mrs. L.E. Verschoor-Bergsma en G. Schnitzler, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.J.A. Barends, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 maart 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 22 september 2022 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte meermalen, althans éénmaal (telkens)
- zijn geslachtsdeel in de mond en/of vagina van die [slachtoffer] geduwd, gebracht en/of gehouden en/of
- zijn vinger in de anus van die [slachtoffer] geduwd, gebracht en/of gehouden en/of
- zij geslachtsdeel op een of meer plek(ken) tegen/op het lichaam van die [slachtoffer] gedrukt en/of
- geëjaculeerd op het lichaam en/of over de kleding van die [slachtoffer] ,
bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte,
- plotseling en onverwachts in de nacht, zonder toestemming van de slaapkamer en/of woning van die [slachtoffer] heeft betreden, terwijl die [slachtoffer] lag te slapen, althans op de bank lag en/of lag te rusten en/of
- de deur van de slaapkamer op slot heeft gedaan, teneinde ontsnapping van die [slachtoffer] te voorkomen en/of
- die [slachtoffer] heeft (vast)gegrepen bij de keel en/of (vervolgens) die [slachtoffer] op het bed heeft geduwd en/of
- de kleding van die [slachtoffer] kapot en/of naar beneden heeft getrokken en/of
- op die [slachtoffer] is gaan liggen en/of
- die [slachtoffer] van achteren heeft vastgehouden en/of (daarbij) een arm om de nek van die [slachtoffer] heeft gedaan en/of
- zijn hand op de mond van die [slachtoffer] heeft gedaan en/of (vervolgens) de mond van die [slachtoffer] (dicht) heeft gedrukt;
(art 242 Wetboek van Strafrecht)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 25 september 2022, 3 oktober 2022 en 17 november 2022, genummerd PL0900-2022281403, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 187. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] van 23 september 2022, p. 18-20.
3.Proces-verbaal forensisch onderzoek persoon van 24 september 2022, p. 24.
4.Proces-verbaal van bevindingen van 23 september 2022, p. 13.
5.De verklaring van verdachte ter terechtzitting op 28 februari 2023.