Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[procesdeelnemer III] ,
4.[procesdeelnemer VI] ,
[procesdeelnemer IX],
10.[procesdeelnemer XII] ,
13.[procesdeelnemer XV] ,
[procesdeelnemer XVI],
15.[procesdeelnemer XVII] ,
16.[procesdeelnemer XVIII] ,
17.[procesdeelnemer XIX] ,
18.[procesdeelnemer XX] ,
1.[procesdeelnemer XVII] ,
[procesdeelnemer XIX],
1.[procesdeelnemer III] ,
2.[procesdeelnemer VI] ,
[procesdeelnemer IX],
4.[procesdeelnemer XII] ,
5.[procesdeelnemer XV] ,
6.[procesdeelnemer XXI]
1.De procedure in de hoofdzaak
- het tussenvonnis (vonnis in incident) van 3 februari 2021
- de conclusie van antwoord in conventie van [procesdeelnemer XV] en [procesdeelnemer XVI]
- de conclusie van antwoord in reconventie van [afkorting procesdeelnemer I en II]
- de akte overlegging producties, tevens houdende een vermindering van eis van [afkorting procesdeelnemer I en II]
- de akte uitlating producties en overlegging producties van [procesdeelnemer XVII] en [procesdeelnemer XIX]
- de nadere akte van [procesdeelnemer III] c.s.
- de nadere akte van [procesdeelnemer IX]
- de nadere akte van [procesdeelnemer VI]
- de nadere akte van [procesdeelnemer XII] c.s.
- de nadere akte van [afkorting procesdeelnemer I en II]
- het bezwaar van [procesdeelnemer XVII] en [procesdeelnemer XIX] tegen de nadere akte van [afkorting procesdeelnemer I en II]
- de mondelinge behandeling op 6 april 2022
- de spreekaantekeningen van [afkorting procesdeelnemer I en II]
- de spreekaantekeningen van [procesdeelnemer III] c.s.
- de spreekaantekeningen van [procesdeelnemer VI] en [procesdeelnemer IX]
- de spreekaantekeningen van [procesdeelnemer XII]
- de spreekaantekeningen van [procesdeelnemer XVIII]
- de spreekaantekeningen van [procesdeelnemer XVII] en [procesdeelnemer XIX]
- de akte uitlating Luxemburgse procedure van [afkorting procesdeelnemer I en II]
- de akte uitlating Luxemburgse procedure van [procesdeelnemer III] c.s.
- de akte uitlating Luxemburgse procedure van [procesdeelnemer VI] en [procesdeelnemer IX]
- de akte uitlating Luxemburgse procedure van [procesdeelnemer XII] c.s.
- de mededeling ter rolle van [procesdeelnemer XVIII] dat hij zich aansluit bij de inhoud van de aktes uitlating Luxemburgse procedure van [procesdeelnemer VI] en [procesdeelnemer IX] , van [procesdeelnemer XII] c.s. en van [procesdeelnemer III] c.s.
- de mededeling ter rolle van [procesdeelnemer XVII] en [procesdeelnemer XIX] dat zij zich aansluiten bij de inhoud van de akte van [procesdeelnemer VI] en [procesdeelnemer IX]
- de schriftelijke reactie op de Luxemburgse procedure van [procesdeelnemer XV] en [procesdeelnemer XVI] .
2.De procedure in de vrijwaringszaak
- het tussenvonnis (vonnis in incident) van 3 februari 2021
- de dagvaarding
- de akte overlegging producties van [procesdeelnemer XVII] en [procesdeelnemer XIX]
- de akte met verzoek tot schorsing van [procesdeelnemer VI]
- de antwoordakte op het verzoek tot schorsing van [procesdeelnemer XVII] en [procesdeelnemer XIX]
- de beslissing van 16 juni 2021 waarbij het verzoek tot schorsing is afgewezen
- de conclusie van antwoord van [procesdeelnemer III] met producties
- de conclusie van antwoord van [procesdeelnemer IX]
- de conclusie van antwoord van [procesdeelnemer XII] met producties
- de conclusie van antwoord van [procesdeelnemer XV]
- de conclusie van antwoord van [procesdeelnemer XXI] c.s. met producties
- de akte uitlating producties, tevens houdende overlegging producties en concretisering van de grondslag van de vorderingen van [procesdeelnemer XVII] en [procesdeelnemer XIX]
- de nadere akte van [procesdeelnemer III]
- de nadere akte van [procesdeelnemer XII]
- de zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling van 6 april 2022
- de spreekaantekeningen van [procesdeelnemer XVII] en [procesdeelnemer XIX]
- de spreekaantekeningen van [procesdeelnemer XXI] c.s.
3.Inleiding
4.Betrokken (rechts)personen
[procesdeelnemer III], enig bestuurder/aandeelhouder van
[procesdeelnemer IV]en via [procesdeelnemer IV] middellijk bestuurder en aandeelhouder van
[procesdeelnemer V]
[procesdeelnemer IX], enig bestuurder/aandeelhouder van
[procesdeelnemer X]en via [procesdeelnemer X] middellijk bestuurder/aandeelhouder van
[procesdeelnemer XI]en 50% aandeelhouder in en mede-bestuurder van
[procesdeelnemer XIV]
[procesdeelnemer XII], enig bestuurder/aandeelhouder van
[procesdeelnemer XIII]en via [procesdeelnemer XIII] middellijk 50% aandeelhouder in en mede-bestuurder van
[procesdeelnemer XIV]
[procesdeelnemer VI], hoofd juridische zaken [naam constructie vennootschappen] . Enig bestuurder/aandeelhouder van
[procesdeelnemer VII]. [procesdeelnemer VII] B.V. is enig bestuurder/aandeelhouder van
[procesdeelnemer VIII]
[procesdeelnemer XV], enig bestuurder/aandeelhouder van [onderneming 3] S.à.r.l. (hierna:
[onderneming 3]).
[onderneming 4]): [procesdeelnemer XIV] ongeveer 58%, [procesdeelnemer IV] ongeveer 32%, [procesdeelnemer VII/VIII] 5% en [onderneming 3] 5%.
[onderneming 4] is op 26 maart 2019 gefailleerd. Bestuurders van [onderneming 4] waren op dat moment [procesdeelnemer V] (vanaf juni 2010) en [procesdeelnemer XI] (vanaf november 2016). Van juni 2010 tot eind maart 2016 was [procesdeelnemer XIV] bestuurder.
[onderneming 5]) en [onderneming 6] S.à.r.l. (hierna:
): middellijk via 100% aandeelhouder [onderneming 4] .
[onderneming 5] is op 14 september 2018 gefailleerd. Bestuurders op dat moment waren [procesdeelnemer XII] , [procesdeelnemer III] en [procesdeelnemer IX] (allen vanaf augustus 2008).
[onderneming 6] is in december 2019 verkocht. Bestuurders op dat moment waren [procesdeelnemer III] , [procesdeelnemer IX] en [procesdeelnemer XV] (allen vanaf september 2011).
[onderneming 7]): [procesdeelnemer XIV] ongeveer 58%, [procesdeelnemer IV] ongeveer 32%, [procesdeelnemer VII/VIII] en [onderneming 3] ieder 5%.
[onderneming 7] is op 24 mei 2019 gefailleerd. Bestuurders op dat moment waren [procesdeelnemer III] en [procesdeelnemer IX] (beiden vanaf mei 2011).
Bestuurders waren [procesdeelnemer XII] (eind maart 2014 tot eind oktober 2015), [procesdeelnemer XVI] (eind maart 2014 tot eind november 2017) en [procesdeelnemer VIII] (medio november 2016 tot begin juni 2018).
Bestuurder was mevr. [A] , maar [procesdeelnemer IX] is door de Autoriteit Financiële Markten (hierna: AFM) aangewezen als feitelijk beleidsbepaler.
[onderneming 10]), voorheen [onderneming 11] B.V.: [procesdeelnemer IV/V] ongeveer 20%, [procesdeelnemer VII/VIII] , [onderneming 3] en [procesdeelnemer XIV] ieder ongeveer 17%
[onderneming 12]): middellijk via 100% aandeelhouder [onderneming 10] . [onderneming 12] is op 13 november 2018 gefailleerd. Bestuurders van [onderneming 12] waren [procesdeelnemer III] (mei 2009 tot en met augustus 2015), [procesdeelnemer XVIII] (medio maart 2005 tot en met augustus 2017), [procesdeelnemer XIX] (september 2015 tot en met augustus 2018) en [procesdeelnemer XVII] (september 2015 tot datum faillissement).
[fonds 2]opgezet (een fonds voor gemene rekening). Dit fonds werd formeel beheerd door [onderneming 13] B.V. [onderneming 6] was beheerder van
[organisatie 1], een Luxemburgse entiteit die beleggingen in teakhoutplantages in onder andere Costa Rica faciliteerde. [organisatie 1] liet teakbomen planten en verzorgen met als doel op de lange termijn winst te boeken bij de kap van de bomen en de verkoop van het teakhout. De deelnemingsrechten (‘units’) geven recht op een deel van de winst van [organisatie 1] . Aan [organisatie 1] is/was gelieerd [onderneming 14] , een bosbouwbedrijf dat voor [organisatie 1] diensten verrichtte. Bestuurder van [onderneming 14] is [procesdeelnemer XV] en tot medio 2017 was dit [procesdeelnemer III] .
[fonds 3], een fonds voor gemene rekening, dat als ‘loan origination agent’ optrad voor de Vehikels , en van
[fonds 4]( [fonds 4] ), een fonds voor gemene rekening.
- [onderneming 1] C3 (in dit compartiment was [afkorting procesdeelnemer I en II] de enige obligatiehouder)
- [onderneming 1] C4 (in dit compartiment was [afkorting procesdeelnemer I en II] voor ongeveer 87% obligatiehouder)
- [onderneming 2] C2 (ook in dit compartiment was [afkorting procesdeelnemer I en II] de enige obligatiehouder).
5.De verwijten die [afkorting procesdeelnemer I en II] gedaagden maakt
Misleiding
- de investeringen in [onderneming 1] C3 zouden volledig worden gebruikt voor investeringen in [fonds 5] -units
- [afkorting procesdeelnemer I en II] zou te allen tijde (vervroegd) kunnen uittreden
- voor zover geïnvesteerd zou worden in het verstrekken van leningen, zouden de leningen een looptijd hebben van maximaal één jaar
- de besteding van de investeringen van [afkorting procesdeelnemer I en II] in [onderneming 1] C4 zou gezekerd zijn.
- De deelname in [fonds 5] bleek volledig afgebouwd en in het Investment Memorandum van [onderneming 1] C3 bleek te zijn opgenomen dat het Vehikel nooit voor méér dan 5% in één financieel instrument of meer dan 10% in één fonds zal investeren.
- Bij het verstrekken van leningen zijn geen zekerheden bedongen.
- Vervroegde uittreding bleek niet mogelijk of afhankelijk van medewerking van de investment manager ( [onderneming 12] ).
- De looptijd van verstrekte leningen was langer dan is overeengekomen.
- Bij de investeringen is in strijd gehandeld met de verplichting om de investeringen te spreiden.
- Bij de investeringen zijn geen zekerheden bedongen.
- [onderneming 12] heeft zich excessief laten betalen voor diensten. Excessief omdat [onderneming 12] zelf zich op het standpunt stelt dat het investeringsbeleid voornamelijk door de Vehikels zelf is gevoerd en onduidelijk is welke diensten [onderneming 12] dan wel heeft geleverd. Uit e-mails van 4 februari 2015 blijkt niet alleen dat [fonds 5] -units zijn verkocht om de fees van [onderneming 12] te betalen, maar ook dat deze factuur aan [onderneming 1] C3 niet is gebaseerd op werkelijk geleverde diensten.
- In december 2016 zijn pas Service Agreements gesloten tussen [onderneming 12] en [onderneming 1] . Daarvóór heeft [onderneming 12] al wel gefactureerd (en betaald gekregen) voor diensten. Die facturen lijken geen basis te hebben.
- Ook de voorloper van [onderneming 1] C3, [fonds 6] , betaalde al fees aan [onderneming 12] .
- De in verband met [organisatie 1] in rekening gebrachte vergoedingen zijn te hoog geweest. De hoogte van deze vergoedingen was gekoppeld aan de waarde van de [organisatie 1] -units en volgens [afkorting procesdeelnemer I en II] zijn deze units jarenlang kunstmatig te hoog gewaardeerd.
6.De vorderingen
in de hoofdzaak in conventie
- de op verzoek van [afkorting procesdeelnemer I en II] op of omstreeks 7 oktober 2019 ten laste van [procesdeelnemer XVII] gelegde conservatoire (derden)beslagen op te heffen;
- [afkorting procesdeelnemer I en II] te veroordelen om binnen uiterlijk 14 dagen na betekening van dit vonnis, schriftelijk,
- [afkorting procesdeelnemer I en II] te veroordelen tot medewerking aan de terugbetaling van het door [notariskantoor] uit hoofde van de Escrowovereenkomst in depot gehouden bedrag binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis alsmede te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van de hiervoor genoemde medewerking van [afkorting procesdeelnemer I en II] indien [afkorting procesdeelnemer I en II] hier niet binnen uiterlijk 14 dagen na betekening van dit vonnis heeft voldaan;
- [afkorting procesdeelnemer I en II] te veroordelen tot i) betaling van de advocaatkosten die [procesdeelnemer XVII] en [procesdeelnemer XIX] hebben gemaakt in verband met de Escrowovereenkomst te weten een bedrag van € 4662,62 en ii) betaling van de notariskosten/negatieve rente door [afkorting procesdeelnemer I en II] te veroordelen tot betaling aan [procesdeelnemer XVII] van het verschil tussen het bedrag dat [procesdeelnemer XVII] ontvangt na terugbetaling van het door [notariskantoor] in depot gehouden bedrag en de (initiële) hoofdsom van het in depot gehouden bedrag van € 340.000,- onder aftrek van betalingen die ten behoeven van de afbouw en het meerwerk/inrichting van de in aanbouw zijnde Nieuwbouwwoning in opdracht van [procesdeelnemer XVII] zijn voldaan uit het depotbedrag zoals bepaald in 2.4 van de Escrowovereenkomst;
- [afkorting procesdeelnemer I en II] te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
7.De feiten
- 24-11-2014 2.229751,71 euro aan [onderneming 15]
- 27-11-2014 500.000 euro aan [onderneming 4]
- 20-3-2015 750.000 euro aan [onderneming 15]
- 27-4-2015 150.000 euro aan [onderneming 14]
- 29-6-2015 100.000 euro aan [onderneming 15]
- 7-7-2015 300.000 euro aan [onderneming 4]
- 17-7-2015 150.000 euro aan [onderneming 9]
- 18-8-2015 550.000 euro aan [onderneming 4]
- 18-8-2015 100.000 euro aan [onderneming 9]
- 15-9-2015 100.000 euro aan [onderneming 9]
- 13-10-2015 100.000 euro aan [onderneming 9]
- 10-11-2015 100.000 euro aan [onderneming 9]
- 20-11-2015 360.000 euro aan [onderneming 4]
- 15-12-2015 100.000 euro aan [onderneming 9]
- 12-1-2016 300.000 euro aan [onderneming 4]
- 12-1-2016 100.000 euro aan [onderneming 9]
- 25-1-2016 575.000 euro aan [onderneming 15]
- 16-2-2016 100.000 euro aan [onderneming 9]
- 15-3-2016 100.000 euro aan [onderneming 9]
- 20-7-2016 100.000 euro aan [onderneming 9]
- 17-3-2016 240.000 euro aan [onderneming 4]
- 16-8-2016 80.000 euro aan [onderneming 9]
- 5-4-2017 240.000 euro aan [onderneming 4]
- 19-7-2017 850.000 euro aan [organisatie 1]
- Een lening aan [fonds 4] (datum en hoogte niet bekend bij de rechtbank)
8.De beoordeling
- investeringen in [onderneming 1] C3: tot 15 oktober 2020;
- investeringen in [onderneming 1] C4 serie I: tot 31 december 2024;
- investeringen in [onderneming 1] C4 series II en III: tot 31 december 2021;
- investeringen in [onderneming 2] C2: tot 7 augustus 2025.
4.247,00
- vermogensbeheer voor met name particulieren: met deze activiteit hielden [procesdeelnemer XVII] en [procesdeelnemer XIX] zich bezig, net als zij dat voor de fusie al deden in [onderneming 19] ;
- agrarische termijnhandel: met deze activiteit hield [procesdeelnemer XVIII] zich bezig, net als voor de overname van (de aandelen in) [onderneming 18] ;
- en via ‘ [onderneming 10/12] [....] ’:
14.864,00
12.741,00
- De vorderingen van [afkorting procesdeelnemer I en II] tegen [procesdeelnemer XX] , [procesdeelnemer XVII] , [procesdeelnemer XIX] , [procesdeelnemer XVIII] en [procesdeelnemer XVI] worden afgewezen en [afkorting procesdeelnemer I en II] zal in de proceskosten van deze gedaagden worden veroordeeld.
- De overige gedaagden zijn in ieder geval aansprakelijk voor de schade die [afkorting procesdeelnemer I en II] lijdt door de leningen die na 23 december 2016 zijn afgesloten door [naam constructie vennootschappen] -vennootschappen als leningnemer met de Vehikels als leninggevers.
- De overige gedaagden zullen in de gelegenheid worden gesteld om een akte in te dienen om aannemelijk te maken dat zij er in de periode van 27 november 2014 tot 23 december 2016 vanuit mochten gaan dat de leningen van de Vehikels met toekomstige inkomsten uit [onderneming 6] en [onderneming 5] op tijd zouden zijn terugbetaald als het [fonds 2] niet op 23 december 2016 door de AFM op slot zou zijn gezet. [afkorting procesdeelnemer I en II] mag daarna een antwoordakte indienen. Afhankelijk van de inhoud van deze nog in te dienen stukken en de beoordeling daarvan, kunnen er drie verschillende uitkomsten zijn:
vergeet je niet onze afspraak over terugbetaling loonheffing te bevestigen?’ reageert [procesdeelnemer III] met: ‘
dat is bij deze bevestigd. Je weet dat ik persoonlijk door scheiding ‘op slot zit’ en niet per direct kan terug betalen.’
8.494,00,
9.De beslissing
in de hoofdzaak (496714)
5 april 2023voor het indienen van de akte genoemd in 9.1, waarna [afkorting procesdeelnemer I en II] een antwoordakte mag indienen,
- € 5.046,50 aan de zijde van [procesdeelnemer XVI] ;
- € 16.463,00 aan de zijde van [procesdeelnemer XVII] en [procesdeelnemer XIX] , te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de vijftiende dag na dit vonnis tot de dag dat volledig is betaald;
- € 14.340,00 aan de zijde van [procesdeelnemer XVIII] ;
- nihil aan de zijde van [procesdeelnemer XX] ,
- € 8.494,00 aan de zijde van [procesdeelnemer III] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na dit vonnis totdat volledig is betaald;
- € 8.494,00 aan de zijde van [procesdeelnemer IX] en [procesdeelnemer VI] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na dit vonnis totdat volledig is betaald;
- € 8.494,00 aan de zijde van [procesdeelnemer XII] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na dit vonnis totdat volledig is betaald;
- € 4.247,00 aan de zijde van [procesdeelnemer XV] ;
- € 12.694,00 aan de zijde van [procesdeelnemer XXI] c.s., te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na dit vonnis totdat volledig is betaald.