ECLI:NL:RBMNE:2023:1509

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 april 2023
Publicatiedatum
4 april 2023
Zaaknummer
10380884 UV EXPL 23-62
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenaamstelling van een auto in kort geding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 6 april 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en [gedaagde]. [Eiser] vorderde dat [gedaagde] zou meewerken aan de wijziging van de tenaamstelling van een auto, die op naam van [eiser] stond, maar feitelijk door [gedaagde] werd gebruikt. De procedure volgde nadat [gedaagde] had geweigerd om de auto op zijn eigen naam te zetten, ondanks herhaalde verzoeken van [eiser]. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang voor [eiser], aangezien zij financieel in de problemen kwam door de situatie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van de overeenkomst en heeft de vordering van [eiser] toegewezen. [Gedaagde] werd bevolen om binnen drie dagen na betekening van het vonnis de tenaamstelling van het kenteken te wijzigen, op straffe van een dwangsom van € 1.000 per dag, met een maximum van € 30.000. Daarnaast werd [gedaagde] veroordeeld om de bestaande en toekomstige boetes te betalen die verband hielden met het gebruik van de auto. De proceskosten werden aan de zijde van [eiser] vastgesteld op € 615,71. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 10380884 \ UV EXPL 23-62
Vonnis in kort geding van 6 april 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. H. Sala,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties;
- de mondelinge behandeling van 30 maart 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt;
- de verstekverlening tegen [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De overwegingen van de kantonrechter

de vordering en de onderbouwing
2.1.
[eiser] vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde] te bevelen om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis te bewerkstelligen dat de tenaamstelling van het kenteken [kenteken] wordt gewijzigd, zodat deze niet langer op de naam van [eiser] staat;
II. [gedaagde] te veroordelen om de bestaande boetes te betalen van motorrijtuigenbelasting, verzekeringspremies, boetes als van verkeersovertredingen dan wel misdrijven alsmede de toekomstige boetes;
III. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiser] binnen drie dagen na betekening van dit vonnis voor iedere dag dat [gedaagde] geen medewerking verleent aan het wijzigen van de tenaamstelling aan [eiser] een dwangsom te betalen van € 1.000,00 per dag, tot een maximum van € 5.000,00 is bereikt;
IV. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.
2.2.
[eiser] legt aan haar vordering ten grondslag dat zij van 1 november 2018 tot 11 december 2018 in dienst is geweest bij de eenmanszaak van [gedaagde] , [onderneming] . [gedaagde] heeft haar kort na de indiensttreding verzocht een bedrijfswagen (een Volkswagen met kenteken [kenteken] ) voor de duur van twee weken op haar naam te stellen. Omdat zij haar baan graag wilde behouden is zij daarmee akkoord gegaan. Hij heeft echter na afloop van deze twee weken - ondanks herhaalde sommaties - geweigerd om het voertuig op zijn eigen naam te doen stellen. [eiser] stelt dat [gedaagde] hiermee toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst en ook onrechtmatig jegens haar handelt. [gedaagde] beschikt feitelijk over de auto zonder haar toestemming. Zij raakt hierdoor in financiële problemen doordat [gedaagde] onverzekerd in de auto rondrijdt en allerlei kosten, waaronder boetes, voor haar rekening komen.
de beoordeling
2.3.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De rechter moet daarom eerst beoordelen of [eiser] ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Daarnaast geldt dat de rechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
2.4.
De spoedeisendheid van de zaak is uit het gestelde en gevorderde voldoende aannemelijk geworden.
2.5.
[gedaagde] heeft geen verweer gevoerd. Gelet hierop wordt als vaststaand aangenomen dat [gedaagde] met [eiser] had afgesproken dat de Volkswagen met kenteken [kenteken] (slechts) voor de duur van twee weken op naam van [eiser] zou worden gezet. Ook staat - als niet weersproken - vast dat [gedaagde] deze afspraak niet is nagekomen en de auto nog steeds op haar naam staat, terwijl hij deze feitelijk in bezit heeft. Hij is daarmee toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst die hij met [eiser] heeft gesloten. [eiser] heeft onweersproken uiteengezet dat zij heeft geprobeerd zelf de tenaamstelling te doen wijzigen, maar dat de politie en het RDW haar hebben meegedeeld dat dat niet kan. Dit heeft haar genoodzaakt tot deze procedure. De vordering om [gedaagde] te bevelen om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis te bewerkstelligen dat de tenaamstelling van het kenteken [kenteken] wordt gewijzigd, zodat deze niet langer op de naam van [eiser] staat, komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en wordt daarom toegewezen. De gevorderde dwangsom wordt toegewezen tot € 1.000,00 per dag dat [gedaagde] niet aan dit bevel voldoet. Omdat [eiser] er een groot financieel belang bij heeft dat het voertuig zo snel mogelijk van haar naam wordt gehaald, vindt de kantonrechter het nodig dat [gedaagde] een sterke financiële prikkel opgelegd krijgt om dit te bewerkstelligen. De kantonrechter verbindt daarom met toepassing van artikel 611b van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering aan de te verbeuren dwangsommen een maximum van € 30.000,00.
2.6.
[eiser] heeft daarnaast verzocht [gedaagde] te veroordelen om de bestaande boetes te betalen van motorrijtuigenbelasting, verzekeringspremies, boetes als van verkeersovertredingen dan wel misdrijven alsmede de toekomstige boetes. Deze vordering komt de kantonrechter ook niet onrechtmatig of ongegrond voor. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat - als niet weersproken - vaststaat dat [gedaagde] feitelijk de beschikking heeft over de auto. Op grond van artikel 3:119 van het Burgerlijk Wetboek wordt hij als bezitter van de auto vermoed rechthebbende op de auto te zijn en er zijn geen aanwijzingen om het tegendeel aan te nemen. De kantonrechter acht het daarom voldoende aannemelijk dat een bodemrechter zal oordelen dat de kosten van de auto voor rekening van [gedaagde] komen en dat hij voor opgelegde boetes die verband houden met (het gebruik van) de auto aansprakelijk is.
kosten
2.7.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser] als volgt vastgesteld:
- griffierecht
86,00
- salaris gemachtigde
529,00
- informatiekosten
0,71
Totaal
615,71
Omdat [eiser] met een toevoeging procedeert, is een kostenveroordeling met de verplichting tot betaling van de door de griffier voorgeschoten exploot- en/of advertentiekosten niet mogelijk.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
beveelt [gedaagde] om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis te bewerkstelligen dat de tenaamstelling van het kenteken [kenteken] wordt gewijzigd, zodat deze niet langer op de naam van [eiser] staat, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat [gedaagde] niet aan dit bevel voldoet, tot een maximum van € 30.000,00 is bereikt;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] om de bestaande boetes te betalen van motorrijtuigenbelasting, verzekeringspremies, boetes als van verkeersovertredingen dan wel misdrijven alsmede de toekomstige boetes die verband houden met de auto met kenteken [kenteken] ;
3.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot dit vonnis vastgesteld op € 615,71;
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.R. Creutzberg en in het openbaar uitgesproken op 6 april 2023.