Uitspraak
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,
Bewaarder van het Kadaster en de openbare registers, verweerder
[derde-partij], uit [woonplaats] (derde-partij).
Rechtbank Midden-Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 20 februari 2023, werd het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek tot wijziging van gegevens in de Basisregistratie Kadaster (BRK) beoordeeld. Eiser, eigenaar van een perceel kadastraal bekend als [locatie], had in 2019 een splitsing van percelen aangevraagd, maar stelde dat de kadastrale oostgrens van zijn perceel onjuist was geregistreerd. Dit leidde tot een verzoek tot herstel op basis van artikel 7t van de Kadasterwet, dat door verweerder op 11 april 2022 werd afgewezen. Eiser was het niet eens met deze afwijzing en ging in beroep.
Tijdens de zitting op 20 februari 2023 was eiser niet aanwezig, maar de rechtbank constateerde dat de uitnodiging correct was verzonden. De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht het brondocument uit 1972 als basis had genomen voor de vaststelling van de kadastrale grenzen. Eiser had geen bewijs geleverd dat de oostgrens anders vastgesteld had moeten worden. De rechtbank merkte op dat de inhoud van het brondocument niet ter discussie kon staan, omdat de voormalige eigenaar eerder de mogelijkheid had om bezwaar te maken tegen de vastgestelde grenzen.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat eiser niet in aanmerking kwam voor vergoeding van proceskosten of griffierecht. Partijen werden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter A.A.M. Elzakkers, in aanwezigheid van griffier Z.E.M. van der Maas.