ECLI:NL:RBMNE:2023:1490
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van aanranding en ontucht met een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 5 april 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die als leerkracht en/of mentor werd beschuldigd van aanranding en ontucht met een minderjarige, aan wie hij zorg en/of opleiding toevertrouwde. De rechtbank heeft de zaak behandeld naar aanleiding van een openbare terechtzitting op 22 maart 2023. De officier van justitie, mr. T. Tanghe, achtte de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. D.M. Moes en mr. S. Kriekaard, pleitte voor integrale vrijspraak. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en getuige als beperkt betrouwbaar beoordeeld, met onvoldoende steunbewijs voor de beschuldigingen. De rechtbank oordeelde dat de inconsistenties in de verklaringen van het slachtoffer en getuige, evenals het ontbreken van ander bewijs, leidden tot de conclusie dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte de tenlastegelegde feiten had gepleegd. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de aan hem ten laste gelegde feiten en verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken. De rechtbank heeft ook de voorlopige hechtenis opgeheven en de kosten van de benadeelde partij voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering, begroot op nihil.