ECLI:NL:RBMNE:2023:149
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- J.H. Lange
- R.P. Stehouwer
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
Op 20 januari 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, die op 28 september 2022 een verzoek om openbaarmaking indiende op grond van de Wet open overheid (Woo), een voorlopige voorziening vroeg. Dit verzoek volgde op een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht, dat op 22 november 2022 een beslissing nam op het Woo-verzoek van verzoeker. Verzoeker maakte bezwaar tegen dit primaire besluit en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, ook namens een derde partij.
De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker griffierecht moest betalen voor het indienen van het verzoek om voorlopige voorziening, dat in dit geval € 184,- bedroeg. De griffier had verzoeker per aangetekende brief op 13 december 2022 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen twee weken te betalen. Echter, op 10 januari 2023 was het griffierecht nog niet ontvangen en had verzoeker geen geldige reden gegeven voor het niet tijdig betalen. Hierdoor verklaarde de voorzieningenrechter het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk.
De uitspraak werd gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, zoals vermeld in de relevante artikelen van de Awb.