ECLI:NL:RBMNE:2023:1487
Rechtbank Midden-Nederland
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure na intrekking voorlopige voorziening
In de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 21 februari 2023, in de zaak tussen Cooperatie Zorg & Plezier en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, werd een proceskostenveroordeling uitgesproken. Verzoekster, vertegenwoordigd door mr. J.C.C. Leemans, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van 1 november 2022, waarin verweerder besloot om het Wmo toezichtrapport openbaar te maken. Na het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening, heeft verweerder de werking van het primaire besluit opgeschort totdat op het bezwaar was beslist. Hierdoor trok verzoekster haar verzoek om voorlopige voorziening in, maar vroeg zij wel om vergoeding van de proceskosten.
De voorzieningenrechter heeft op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechter oordeelde dat, omdat verweerder tegemoet was gekomen aan het verzoek om voorlopige voorziening, verzoekster recht had op vergoeding van de proceskosten. De rechtbank stelde deze kosten vast op € 837,-, gebaseerd op de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Tevens werd bepaald dat het griffierecht aan verzoekster zou worden terugbetaald, aangezien de werking van het primaire besluit was opgeschort.
De uitspraak werd gedaan door mr. J.H. Lange, in aanwezigheid van griffier mr. A. Wilpstra-Foppen, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.