ECLI:NL:RBMNE:2023:1436

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 maart 2023
Publicatiedatum
31 maart 2023
Zaaknummer
16.062738.22
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zedenzaak wegens onvoldoende bewijs

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 28 maart 2023, stond de verdachte terecht op beschuldiging van zedendelicten gepleegd in de periode van 1 januari 2007 tot en met 1 november 2007 te Lelystad. De rechtbank heeft het vonnis op tegenspraak gewezen na een besloten terechtzitting op 14 maart 2023. De officier van justitie, mr. T. Tanghe, vorderde een veroordeling op basis van de aangifte van het slachtoffer, die stelde dat zij door de verdachte en medeverdachten was gedwongen tot seksuele handelingen. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. V. Mes en mr. L. Noordanus, pleitte voor vrijspraak, wijzend op inconsistenties in de verklaringen van het slachtoffer en het gebrek aan ondersteunend bewijs.

De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en de medeverdachte zorgvuldig gewogen. Hoewel de rechtbank de indruk had dat het slachtoffer authentiek had verklaard, waren er significante inconsistenties en twijfels over de betrouwbaarheid van het ondersteunende bewijs. De rechtbank concludeerde dat de hoge drempel van wettig en overtuigend bewijs niet was gehaald. Dit leidde tot de beslissing om de verdachte vrij te spreken van alle ten laste gelegde feiten. De rechtbank benadrukte dat een bewezenverklaring niet kan steunen op enkel een aangifte, en dat er onvoldoende bewijs was om de betrokkenheid van de verdachte bij de beschuldigingen vast te stellen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.062738.22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 28 maart 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1989 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de besloten terechtzitting van 14 maart 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. T. Tanghe en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. V. Mes, advocaat te Hoorn, alsmede mr. L. Noordanus, advocaat te Lelystad, namens het slachtoffer [slachtoffer] naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er op neer dat verdachte:
primair
in de periode van 1 januari 2007 tot en met 1 november 2007 te Lelystad, samen met één of meer anderen, meermalen, door (bedreiging met) geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van haar lichaam;
subsidiair
in de periode van 1 januari 2007 tot en met 1 november 2007 te Lelystad, meermalen, samen met één of meer anderen, met [slachtoffer] , die de leeftijd van 12 maar nog niet die van 16 jaar had bereikt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van haar lichaam.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het primair en subsidiair ten laste gelegde. Daartoe heeft hij aangevoerd dat aangeefster in haar verklaringen en in het informatieve gesprek dat met haar is gevoerd, niet consistent heeft verklaard, maar dat er juist veel tegenstrijdigheden zijn, zodat haar verklaringen onbetrouwbaar zijn en niet voor het bewijs kunnen worden gebruikt. Verder heeft de raadsman primair verzocht om de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] van het bewijs uit te sluiten omdat hij zich bij de rechter-commissaris op zijn verschoningsrecht heeft beroepen en daardoor voor de verdediging een effectieve ondervragingsmogelijkheid heeft ontbroken en dit niet is gecompenseerd. Subsidiair heeft hij verzocht de verklaring van [medeverdachte] als onbetrouwbaar terzijde te schuiven. Verder is er onvoldoende steunbewijs om tot een bewezenverklaring te komen en ten slotte ontbreekt het aan overtuigend bewijs voor de betrokkenheid van verdachte bij het ten laste gelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft kennisgenomen van het dossier en constateert dat er, kort weergegeven, een aangifte ligt die op onderdelen wordt ondersteund door een verklaring van medeverdachte [medeverdachte] . Verdachte heeft steeds stellig ontkend. De rechtbank heeft de verschillende verklaringen beoordeeld en gewogen en oordeelt als volgt.
Aangeefster heeft op drie verschillende momenten verklaringen afgelegd. Eerst in een informatief gesprek zeden bij de politie op 19 juni 2019, vervolgens ten tijde van haar aangifte van 4 juli 2019 en ten slotte bij de rechter-commissaris op 26 oktober 2022. Aangeefster beschrijft onder meer twee momenten van seksueel misbruik waarbij verdachte betrokken zou zijn geweest (hierna: incident 1 en incident 2). Zij omschrijft in haar verklaringen gedetailleerd wat haar zou zijn overkomen, wie daarbij betrokken waren en wat er daarbij door haar heenging. Zij komt in deze verklaringen authentiek over en haar verklaringen lijken dan ook betrouwbaar en geloofwaardig. Dat neemt niet weg dat er in haar verklaringen elementen zitten die vragen oproepen. Zo heeft zij ten aanzien van incident 2 bij het informatief gesprek zeden verklaard dat zij niet meer wist of verdachte daarbij aanwezig was, terwijl zij in haar aangifte en bij de rechter-commissaris heeft verklaard dat verdachte daar ook bij betrokken was. Verder heeft zij bij haar aangifte over incident 2 verklaard dat zij ‘die lange jongen’ en verdachte moest pijpen, terwijl zij in haar relaas bij de rechter-commissaris niets over pijpen heeft gezegd. Voorts valt op dat zij in haar aangifte verdachte heeft omschreven als een blanke jongen met blond haar, terwijl uit het dossier blijkt dat verdachte donker haar heeft en destijds ook had. En ten slotte heeft aangeefster ten tijde van de aangifte een plattegrond getekend van de kamer van verdachte waar de beide incidenten zouden zijn gebeurd en stelt de rechtbank vast dat deze plattegrond op belangrijke punten afwijkt van de plattegronden die zijn getekend en toegelicht door de vader en moeder van verdachte.
Omdat een bewezenverklaring niet kan volgen op grond van enkel een aangifte, is het van belang te kijken naar mogelijk ondersteunend bewijs. Het belangrijkste dat door de officier van justitie als ondersteunend bewijs naar voren is gebracht, is de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] , afgelegd ten tijde van de zitting in diens strafzaak op 14 december 2021. [medeverdachte] verklaart in die zaak dat er één keer seks heeft plaatsgevonden tussen verdachte en aangeefster en dat hij ( [medeverdachte] ) daarbij heeft toegekeken. Dit gaat over incident 1 en hij zegt dat er geen tweede keer is geweest. De rechtbank constateert dat deze verklaring in zoverre ondersteunend is aan die van aangeefster dat ook [medeverdachte] verklaart dat verdachte aanwezig was en seks heeft gehad met aangeefster. De rechtbank overweegt echter dat met de verklaring van [medeverdachte] terughoudend omgegaan moet worden. [medeverdachte] heeft deze verklaring in zijn eigen strafzaak en dus als verdachte afgelegd. Uit zijn verklaring blijkt dat hij op dat moment kennis had genomen van het procesdossier, waarin hij kon lezen dat aangeefster het had over een trio tussen haar, [medeverdachte] en verdachte (incident 1). Naar het oordeel van de rechtbank kan niet uitgesloten worden dat [medeverdachte] na kennisneming van het procesdossier de naam van verdachte heeft genoemd, teneinde verdachte in incident 1 naar voren te schuiven en zijn eigen rol te marginaliseren.
Voor het overige bevat het dossier geen direct steunbewijs voor de verklaring van aangeefster dat zij op twee momenten seks heeft gehad met verdachte. De officier van justitie heeft nog gewezen op de verklaring van de moeder van aangeefster. Zij heeft in de betreffende periode gedragsveranderingen geconstateerd bij aangeefster. De officier van justitie heeft ook nog gewezen op medische problemen van aangeefster die verband kunnen houden met misbruik. De rechtbank is echter van oordeel dat noch de verklaring van de moeder van aangeefster, noch de medische stukken zonder meer steunbewijs vormen voor de specifieke incidenten waar verdachte van wordt beschuldigd. Zij lijken veeleer te zien op misbruik door medeverdachte [medeverdachte] in de periode dat hij een relatie met aangeefster had, maar vormen geen steunbewijs van de expliciete handelingen waar verdachte van wordt verdacht bij de incidenten 1 en 2.
Al met al heeft de rechtbank de indruk dat aangeefster authentiek heeft verklaard. De inconsistenties in haar verklaringen kunnen mogelijk verklaard worden door het tijdsverloop en therapieën die zij heeft gevolgd. Maar deze punten maken wel dat bij de weging van het bewijsmateriaal hogere eisen gesteld moeten worden aan het ondersteunend bewijs om de drempel van wettig en overtuigend bewijs te halen. Zoals hierboven omschreven, heeft de rechtbank twijfels bij het mogelijk ondersteunende bewijs dat in deze zaak voorhanden is. De hoge drempel van wettig en overtuigend bewijs wordt naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet gehaald. De consequentie daarvan is dat verdachte zal worden vrijgesproken van hetgeen aan hem primair en subsidiair ten laste is gelegd.

5.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.L. Gerrits, voorzitter, mr. V.C. Kool, kinderrechter, en mr. E.G. Jong, rechter, in tegenwoordigheid van mr. T.M. van Zwet, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 maart 2023.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode gelegen tussen 1 januari 2007 tot en met 1 november 2007 te Lelystad, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het meermalen, althans eenmaal (telkens) seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , immers heeft hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s) een of meer vinger(s) en/of zijn geslachtsdeel in de mond, anus en/of vagina gebracht en/of gehouden, en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s), meermalen, althans eenmaal (telkens)
- die [slachtoffer] heeft uitgekleed en/of op bed heeft geduwd en/of voorover heeft geduwd en/of op die [slachtoffer] (met zijn, verdachtes volle gewicht) is gaan liggen, en/of
- die [slachtoffer] heeft gedwongen tot het hebben van seks en/of het uitvoeren van seksuele handelingen met drie, althans een of meer andere perso(o)n(en) dan hem, verdachte, en/of
- die [slachtoffer] heeft gedwongen tot het hebben van seks, terwijl een derde persoon toekeek, en/of
- die [slachtoffer] heeft geslagen, geknepen en/of de keel heeft dichtgedrukt, en/of
- die [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd dat ze er met niemand over mocht praten, althans woorden van dergelijke aard en/of strekking en/of
- zichzelf heeft afgetrokken in de nabijheid van die [slachtoffer] en/of heeft geëjaculeerd over die [slachtoffer] , en/of
- door zijn, verdachtes psychische en/of fysieke overwicht, misbruik heeft gemaakt van de afhankelijkheidssituatie, door het grote leeftijdsverschil tussen hem, verdachte en die [slachtoffer] en/of door dat die [slachtoffer] zo bevreesd was voor de eventuele gevolgen van verzet en/of onvoldoende medewerking, dat zij niet bij machte was weerstand te bieden,
en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode gelegen tussen 1 januari 2007 tot en met 1 november 2007 te Lelystad, meermalen, althans eenmaal (telkens), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1991, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het
seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , immers heeft hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s) meermalen, althans eenmaal (telkens),
- zijn geslachtsdeel en/of een of meer vinger(s) in de mond, anus en/of vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht, en/of
- die [slachtoffer] gedwongen tot het hebben van seks en/of het uitvoeren van seksuele handelingen met drie, althans een of meer andere perso(o)n(en) dan hem, verdachte, en/of
- die [slachtoffer] gedwongen tot het hebben van seks, terwijl een derde persoon toekeek, en/of
- zichzelf afgetrokken in de nabijheid van die [slachtoffer] en/of geëjaculeerd over die [slachtoffer] .