Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
bevel verlenging gevangenhouding van de raadkamer van 30 maart 2023
(artikel 66 Wetboek van Strafvordering)
[verdachte],
Procedure
Beoordeling
“
Het uiteindelijke doel van deze procedure is om snel inzicht te krijgen in de psychische gesteldheid van de verdachte en zo een passende voorziening te vinden.”
“
Ik vorder de gevangenhouding voor de duur van 30 dagen, nu er nog een zorgmachtiging moet worden afgegeven. Er moet een goede plek gevonden worden voor verdachte maar deze is ook afhankelijk van het advies van het NIFP.”
De voorlopige hechtenis en het afgeven van een zorgmachtiging zijn gescheiden trajecten. De uitkomst van het onderzoek van de reclassering en NIFP is van belang, voordat er overgegaan wordt tot een schorsing. De verdachte krijgt op dit moment medicatie toegediend. Dat ze niet door de crisisdienst is meegenomen had te maken met dat ze te goed was. De partner van verdachte heeft verklaard dat zij hem in het verleden heeft aangevallen. Gelet hierop is het risico voor herhaling te groot en een opheffing van de voorlopige hechtenis is mijns inziens dan ook niet aan de orde. Het verzoek tot toewijzen van de vordering voor 8 dagen dan wel 15 dagen is mijns inziens ook niet aan de orde nu er eerst gekeken moet worden welk traject belopen moet worden. Ik verzoek u dan ook de vordering voor 30 dagen toe te wijzen. Mocht er een traject uit de onderzoeken naar voren komen dat kan worden ingezet, dan is er altijd nog een mogelijkheid om te schorsen.”
“
Verdachte is zorgmijdend en instabiel. Zonder zorgmachtiging en indicatiestelling is het te gevaarlijk om verdachte te laten rondlopen. Uiterlijk 14 maart 2023 had het verzoek om een zorgmachtiging te verlenen bij de rechtbank moeten worden ingediend. Ik kan niet terugvinden of dat is gedaan, maar mij is toegezegd dat het zou gebeuren, dus daar ga ik van uit. Vervolgens heeft de rechtbank 3 weken de tijd om een zitting te plannen. De zorgmachtiging moet vervolgens binnen 14 dagen ten uitvoer worden gelegd.”
“
Uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, blijkt dat de officier van justitie op 14 maart 2023 de rechtbank heeft gevraagd een zorgmachtiging te verlenen. De rechtbank beschikt niet over informatie op welke termijn verdachte al dan niet in een kliniek zou kunnen worden opgenomen. Daarbij komt dat de rechtbank ‘spanning’ ziet tussen het feit waarvan verdachte wordt verdachte, namelijk het doden van een hond, en de recidivegrond dat er vrees is voor de gezondheid en veiligheid van personen. Gelet hierop en op het bepaalde in artikel 67a, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering zal de rechtbank de verlenging van de gevangenhouding daarom voorshands bevelen voor de duur van veertien dagen.”
“
Vanuit ons Verplichte Zorg-team ontving ik de volgende informatie:
echtgenootdat verdachte in het verleden geweld gepleegd zou hebben jegens die echtgenoot. Het feit waarvan verdachte wordt verdacht betreft geweld tegen een (huis)dier, niet tegen een mens. De gronden zijn gebaseerd op de vrees dat verdachte een ernstig geweldsfeit zal plegen jegens een mens; dat is aangenomen op basis van beweerdelijk eerder geweld jegens de echtgenoot, ernstig dodelijk geweld tegen de hond en het vermoeden dat verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis, terwijl in het NIFP-consult een relatie wordt gelegd tussen het feit waarvan verdachte wordt verdacht en de veronderstelde stoornis.
die (mede) opname in een accommodatie als bedoeld in artikel 3:2 lid 2, aanhef en onder j, Wvggz behelst of een rechterlijke machtiging(ECLI:NL:HR:2022:983, r.o. 6.2).
In artikel 9, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet is bepaald dat huizen van bewaring onder meer bestemd zijn voor de opneming van alle anderen aan wie krachtens rechterlijke uitspraak of beschikking rechtens hun vrijheid is ontnomen, voor zover geen andere plaats voor hen is bestemd of voor zolang opname in de voor hen bestemde plaats niet mogelijk is. Daaruit volgt dat verdachte, zodra een zorgmachtiging is verleend die mede vrijheidsbenemende opname in een kliniek inhoudt, als er nog geen plaats is in een kliniek, op titel van de zorgmachtiging in het huis van bewaring kan verblijven. Daarom zal de gevangenhouding verlengd worden als in de beslissing is vermeld.
Beslissing
verlengtde termijn van het bevel tot gevangenhouding van de verdachte tot is beslist op een verzoek om verlening van een zorgmachtiging met een maximumduur van de verlenging van
7 (zeven) dagen.