ECLI:NL:RBMNE:2023:1410

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 maart 2023
Publicatiedatum
30 maart 2023
Zaaknummer
16-132573-22
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor wapenbezit met oplegging van gevangenisstraf en onttrekking aan het verkeer van wapens

Op 30 maart 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Utrecht uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die op 28 mei 2022 in Doorn een vuurwapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie voorhanden had. De rechtbank heeft het primair ten laste gelegde feit, het voorhanden hebben van een vuurwapen van categorie II, niet bewezen geacht en de verdachte daarvan vrijgesproken. Het vuurwapen dat bij de verdachte in de woning werd aangetroffen, een pistool van het merk Zoraki, model 914, kaliber 9mm P.A.K., werd gekwalificeerd als een vuurwapen van categorie III. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het subsidiair ten laste gelegde feit en legde een gevangenisstraf op van 120 dagen, waarvan 16 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan, evenals met de persoon van de verdachte, die niet ter terechtzitting was verschenen en niet had meegewerkt aan het onderzoek. Daarnaast werden andere in beslag genomen wapens en munitie onttrokken aan het verkeer, met uitzondering van enkele voorwerpen die aan de verdachte werden teruggegeven. De beslissing is gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wet wapens en munitie.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-132573-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 30 maart 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1976] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 8 september 2022, 20 december 2022 en 16 maart 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. S. Lanning en van hetgeen de raadsman van verdachte, mr. L.J.H. Kortz, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er in het kort op neer dat verdachte:
op 28 mei 2022 te doorn (primair) een vuurwapen, te weten een wapen van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie voor handen heeft gehad; dan wel (subsidiair) een vuurwapen, te weten een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie voor handen heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak bepleit van het primair ten laste gelegde en acht het subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het primair ten laste gelegde. De raadsman heeft geen bewijsverweer gevoerd met betrekking tot het subsidiair ten laste gelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak primair ten laste gelegde feit
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken. Het vuurwapen dat bij verdachte in de woning is aangetroffen kwalificeert blijkens het forensisch onderzoek niet als een categorie II (automatisch) vuurwapen.
Bewijsmiddelen [1] Verdachte woont in de woning gelegen aan de [adres] in [woonplaats] , gelegen in de gemeente [woonplaats] . [2] Op 29 mei 2022 wordt tijdens een doorzoeking van de woning van verdachte een vuurwapen aangetroffen. [3] Uit het daaropvolgend forensisch onderzoek blijkt dat het gaat om een pistool van het merk Zoraki, model 914, kaliber 9mm P.A.K. Het vuurwapen is een vuurwapen als bedoeld in artikel 2, lid 1, categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie. [4]
Bewijsoverweging subsidiair ten laste gelegde feit
De rechtbank acht wel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan. Het vuurwapen dat in de woning van verdachte is aangetroffen kwalificeert blijkens het forensisch onderzoek als een categorie III vuurwapen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte: op 28 mei 2022 te Doorn een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het merk Zoraki, type 914, kaliber 9mm P.A.K., zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool voorhanden heeft gehad.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest;
- een taakstraf van 120 uren, bij niet of gebrekkige voldoening te vervangen door 60 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd. Het vuurwapen dat verdachte voorhanden had is van origine een gaspistool. De LOVS- oriëntatiepunten gaan voor het voorhanden hebben van een gaspistool uit van een gevangenisstraf voor de duur van één maand. Dit is veel korter dan de periode die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De verdediging verzoekt de rechtbank een onvoorwaardelijk gevangenisstraf op te leggen die in duur gelijk is aan de door verdachte in voorarrest doorgebrachte tijd. Het is niet passend om daarnaast ook nog een (onvoorwaardelijke) taakstraf op te leggen. Na dit feit is verdachte niet meer met politie en justitie in aanraking gekomen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
Verdachte heeft een vuurwapen in zijn woning voorhanden gehad en heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan een ernstig feit. Het ongecontroleerde bezit van vuurwapens brengt in zijn algemeenheid een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich. Tegen het plegen van dergelijke feiten dient, mede uit een oogpunt van generale preventie, streng te worden opgetreden.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft bij haar beslissing rekening gehouden met:
  • het Pro Justitia rapport van het NIFP van 14 december 2022;
  • het advies van de reclassering van 13 maart 2023;
  • het uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 15 februari 2023.
De rechtbank heeft weinig inzicht verkregen in de persoon en beweegredenen van verdachte. Verdachte is niet ter terechtzitting verschenen en heeft niet meegewerkt aan het onderzoek van het NIFP en het onderzoek van de reclassering. Uit het Pro Justitia rapport volgt dat geen diagnostische uitspraken kunnen worden gedaan over het functioneren van verdachte in de periode voorafgaand aan het bewezenverklaarde.
Uit het advies van de reclassering blijkt dat de reclassering geen zicht heeft gekregen op hoe verdachte aan de wapens kwam, wat zijn bedoeling daarmee was en hoe hij denkt over het bezit van (nep)wapens in de toekomst. De reclassering stelt vast dat verdachte niet open staat voor hulpverlening in een ambulant kader. De reclassering adviseert dan ook om bij een eventuele veroordeling geen voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden op te leggen.
De rechtbank heeft verder acht geslagen op het uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte, waaruit blijkt dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. De rechtbank zal dit niet in strafverzwarende of strafverminderende zin meenemen in haar beslissing.
Strafoplegging
De rechtbank komt op basis van het bovenstaande tot het oordeel dat niet kan worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. Met betrekking tot de duur van de vrijheidsbenemende straf sluit de rechtbank aan bij de landelijke oriëntatiepunten voor de straftoemeting van het LOVS. De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS gaan voor het in een woning voorhanden hebben van een vuurwapen (categorie III, onder 1) uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf met een duur van vier maanden.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 120 dagen, waarvan 16 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, passend en geboden is. Het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf staat gelijk aan de reeds door verdachte in voorarrest doorgebrachte tijd (104 dagen). De algemene voorwaarde die aan het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf wordt verbonden strekt tot het zoveel mogelijk beperken van het recidiverisico.

9.BESLAG

9.1
Standpunt van de officier van justitie
Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte is een collectie van (nep)vuurwapens en bijbehorende voorwerpen in beslag genomen. De officier van justitie heeft aangevoerd dat de in beslag genomen voorwerpen moeten worden onttrokken aan het verkeer, met uitzondering van een antiek pistool, een alarmpistool en diverse onderdelen.
9.2
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om teruggave van de voorwerpen die niet voor onttrekking aan het verkeer in aanmerking komen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank constateert dat het dossier geen beslaglijst bevat, maar wel een opsomming van de in beslag genomen voorwerpen:
  • Goednummer PL0900-2022151220-2997002: Antiek pistool
  • Goednummer PL0900-2022151220-2997000: Granaat, hulzen, munitie, patroonhouder, snellader
  • Goednummer PL0900-2022151220-2997004: Pistool, merk Zoraki 914
  • Goednummer PL0900-2022151220-2997005: Patroonhouder
  • Goednummer PL0900-2022151220-2997006: Munitie, 7 stuks;
  • Goednummer PL0900-2022151220-2997312; een mondingsstop;
  • Goednummer PL0900-2022151220-2997308; exercitiepatronen;
  • Goednummer PL0900-2022151220-2997309; patroonhulzen;
  • Goednummer PL0900-2022151220-2996866: Overig wapen, nabootsing vuurwapen, Merk Sig Sauer P226
  • Goednummer PL0900-2022151220-2996868: Alarmpistool. Merk Domino 310
  • Goednummer PL0900-2022151220-2996869: overig wapen, nabootsing vuurwapen
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van het antieke pistool (goednummer
PL0900-2022151220-2997002), het alarmpistool (
Goednummer PL0900-2022151220-2996868)en de inbeslaggenomen onderdelen (
Goednummers PL0900-2022151220-2997000, PL0900-2022151220-2997308, PL0900-2022151220-2997309 en PL0900-2022151220-2997312).Uit forensisch onderzoek is gebleken dat het bezit van deze voorwerpen niet strafbaar is gesteld.
Voor het overige zullen de in beslag genomen voorwerpen worden onttrokken aan het verkeer. Deze voorwerpen behoren aan verdachte toe en zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte begane feit aangetroffen. De voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang, en de voorwerpen kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke feiten als bewezenverklaard.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 36b en 36d van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het subsidiair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het subsidiair meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;

Strafbaarheid

- verklaart het subsidiair bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 120 dagen;
- bepaalt dat van de 120 dagen gevangenisstraf een gedeelte van 16 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • Goednummer PL0900-2022151220-2997004: Pistool, merk Zoraki 914;
  • Goednummer PL0900-2022151220-2997005: Patroonhouder;
  • Goednummer PL0900-2022151220-2997006: Munitie, 7 stuks;
  • Goednummer PL0900-2022151220-2996866: Overig wapen, nabootsing vuurwapen, Merk Sig Sauer P226;
  • Goednummer PL0900-2022151220-2996869: overig wapen, nabootsing vuurwapen;
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
  • Goednummer PL0900-2022151220-2997002: Antiek pistool;
  • Goednummer PL0900-2022151220-2996868: Alarmpistool, Merk Domino 310
  • Goednummer PL0900-2022151220-2997000: Granaat, hulzen, munitie, patroonhouder, snellader;
  • Goednummer PL0900-2022151220-2997312; een mondingsstop;
  • Goednummer PL0900-2022151220-2997308; exercitiepatronen;
  • Goednummer PL0900-2022151220-2997309; patroonhulzen.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. Vis, voorzitter, mrs. G.A. Bos en L.C. Michon, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.H.A. de Poot, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 30 maart 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 28 mei 2022 te Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug
een wapen van categorie II, onder 2, van de Wet wapens en munitie,
te weten een vuurwapen, van het merk Zoraki, type 914, kaliber 9mm P.A.K.,
zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren
voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 28 mei 2022 te Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug
een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te
weten een pistool, van het merk Zoraki, type 914, kaliber 9mm P.A.K.
zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool
voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van processen-verbaal die als bijlagen zijn opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal met nummer PL0900-2022151220, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] van de Politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 131. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 15.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 16.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 97.