Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 17 augustus 2022;
- de akte van [gedaagde] van 14 september 2022 met producties 5 tot en met 7;
- de antwoordakte van [eiser sub 1] c.s. van 12 oktober 2022 met producties 27 tot en met 29;
- de akte uitlaten producties van [gedaagde] van 16 november 2022 met productie 8;
- de akte uitlaten productie van [eiser sub 1] c.s. van 7 december 2022.
2.De verdere beoordeling
Inleiding
- dat [gedaagde] tekort is geschoten in de uitvoering van haar verbintenissen op grond van de tussen partijen gesloten aannemingsovereenkomst (hierna: de overeenkomst);
- dat [gedaagde] in verzuim was op het moment dat [eiser sub 1] c.s. haar buitengerechtelijke ontbindingsverklaring uitbracht;
- dat de overeenkomst op 17 december 2021 dan ook is ontbonden en dat die ontbinding te wijten is aan de tekortkoming van [gedaagde] ;
- dat [gedaagde] op grond van artikel 6:271 BW verplicht is om het door [eiser sub 1] c.s. aanbetaalde bedrag van € 28.263,00 terug te betalen; en
- dat nadere informatie nodig is om vast te stellen wat precies de omvang is van de ongedaanmakingsverbintenis aan de zijde van [eiser sub 1] c.s. op grond van artikel 6:271 BW.
€ 2.300,00+
€ 172,50+
1.802,50(2,5 punten × tarief € 721)