In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft op 15 april 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst heeft niet tijdig beslist. Eiseres heeft op 1 februari 2023 een verweerschrift ontvangen van de Belastingdienst, maar de rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is. De rechtbank constateert dat de beslistermijn is overschreden, aangezien de Belastingdienst in gebreke is gesteld op 1 december 2022 en eiseres pas op 10 januari 2023 beroep heeft ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en dat de Belastingdienst alsnog binnen een termijn van twaalf weken een besluit moet nemen. De rechtbank legt een bestuurlijke dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast wordt de dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat er al 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 418,50 en het betaalde griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst worden vergoed. De uitspraak is gedaan op 28 maart 2023 en is openbaar uitgesproken.