Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties
- de conclusie van repliek met productie
- de conclusie van dupliek met producties
- de akte (uitlating producties) van [eiser] .
Rechtbank Midden-Nederland
In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, vordert eiser, H.O.D.N. [handelsnaam], betaling van een onbetaalde factuur van € 2.861,65 van gedaagde, [gedaagde] B.V. De vordering betreft diensten die eiser heeft verleend door personeel uit te lenen aan gedaagde voor twee projecten in maart 2022. Eiser heeft de factuur op 14 maart 2022 verzonden, met een betalingstermijn van 14 dagen en een verhoging van 10% bij te late betaling. Gedaagde heeft de factuur echter niet betaald en betwist de hoogte ervan, met als argument dat eiser bepaalde personeelsgegevens niet heeft verstrekt die volgens gedaagde noodzakelijk zijn voor de betaling.
De kantonrechter heeft de vordering van eiser toegewezen, waarbij is vastgesteld dat gedaagde verplicht is te betalen voor de verleende diensten. De rechter oordeelt dat gedaagde geen recht heeft op opschorting van de betalingsverplichting, aangezien eiser aan zijn verplichtingen heeft voldaan en er geen bewijs is dat eiser verplicht was om de gevraagde personeelsgegevens te verstrekken. De kantonrechter heeft ook de gevorderde verhoging van 10% en de wettelijke rente toegewezen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagde is in de proceskosten veroordeeld, die zijn vastgesteld op € 897,41. Het vonnis is uitgesproken op 18 januari 2023.