3.1.verzoekt, nadat hij zijn eis tijdens de mondelinge behandeling heeft gewijzigd, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, om [verweerster] te veroordelen tot het volgende:
In het incident
Bij wijze van voorlopige voorziening voor de duur van dit geding:
Doorbetaling van het verschuldigde loon van € 1.711,66 bruto per maand, vermeerderd met alle emolumenten, vanaf de datum van het ontslag op staande voet tot de dag dat de dienstbetrekking rechtsgeldig zal zijn geëindigd;
Het verstrekken van de salarisspecificaties vanaf de datum van het ontslag op staande voet, op straffe van een dwangsom;
Betaling van de wettelijke verhoging van 50% over het verschuldigde loon;
Het verplichten om [verzoeker] toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden;
Terugbetaling van het op het loon over de maand november 2022 ingehouden bedrag aan gefixeerde schadevergoeding van € 1.711,66 en het bedrag aan juridische kosten van € 750,00;
Betaling van de buitengerechtelijke incassokosten;
Betaling van de wettelijke rente over de onder a, c en e genoemde kosten.
In de hoofdzaak
Primair:
I. Het ontslag op staande voet te vernietigen;
II. [verzoeker] toe te laten tot de werkvloer om zijn werkzaamheden te kunnen verrichten, op straffe van een dwangsom;
III. Betaling van het salaris van € 1.711,66 bruto per maand, vermeerderd met alle emolumenten, vanaf 17 november 2022 tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, vermeerderd met de wettelijke verhoging;
IV. Terugbetaling van het op het loon over de maand november 2022 ingehouden bedrag aan gefixeerde schadevergoeding van € 1.711,66 en het bedrag aan juridische kosten van € 750,00;
Subsidiair:
V. Betaling van een billijke vergoeding van € 16.038,96 bruto, vermeerderd met de wettelijke rente;
VI. Betaling van de gefixeerde schadevergoeding van € 1.711,66 bruto per maand over de periode 19 november 2022 tot en met 1 februari 2023, vermeerderd met de wettelijke rente;
VII. Terugbetaling van het op het loon over de maand november 2022 ingehouden bedrag aan gefixeerde schadevergoeding van € 1.711,66 en het bedrag aan juridische kosten van € 750,00.
Meer subsidiair:
VIII. Betaling van de transitievergoeding van € 946,75 bruto, vermeerderd met de wettelijke rente.
Tot slot verzoekt [verzoeker] om een veroordeling van [verweerster] in de proceskosten en de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente, in zowel het incident als de hoofdzaak.