ECLI:NL:RBMNE:2023:1334

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 maart 2023
Publicatiedatum
27 maart 2023
Zaaknummer
16/069764-22
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot taakstraf voor poging tot verleiding tot ontucht van minderjarige door misbruik van overwicht

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 9 maart 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het proberen te verleiden van een minderjarige tot ontuchtige handelingen. De verdachte, een 34-jarige hulptrainer en masseur van een jeugdvoetbalteam, heeft via Snapchat contact gezocht met een 16-jarige jongen, hierna aangeduid als [slachtoffer]. De verdachte bood geld aan in ruil voor naaktfoto's en stelde voor om de jongen af te trekken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van zijn positie en het grote leeftijdsverschil tussen hem en de minderjarige. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij in bezit was van kinderporno, waarvoor hij werd vrijgesproken. De rechtbank legde de verdachte een taakstraf op van 160 uur, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze niet naar behoren wordt verricht. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij afgewezen, omdat deze niet voldoende onderbouwd was. De uitspraak benadrukt de ernst van het misbruik van een vertrouwenspositie en de bescherming van minderjarigen tegen seksuele uitbuiting.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/069764-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 9 maart 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1985] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
[adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 februari 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en de standpunten van de officier van justitie, mr. G.A. Hoppenbrouwers, en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. N.R. Coffi, advocaat te Amersfoort, alsmede mr. M. Rotgans, advocaat te Utrecht, namens de benadeelde partij [slachtoffer] naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er in het kort op neer dat verdachte:
feit 1
op een of meer tijdstippen in de maand september 2020 in Woerden, door het bieden van geld en/of door misbruik van groot leeftijdsverschil en zijn positie als voetbaltrainer/masseur, heeft geprobeerd [slachtoffer] , van wie verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, te bewegen ontuchtige handelingen te plegen of zodanige handelingen van verdachte te dulden, door hem snapchatberichten te sturen waarin verdachte [slachtoffer] vraagt om naaktfoto’s en voorstelt om [slachtoffer] af te trekken.
feit 2
op of omstreeks 3 maart 2022 in Woerden 4 video’s met kinderporno in bezit heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feiten 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft met betrekking tot het eerste feit betoogd dat het vragen om het sturen van naaktfoto’s niet kan worden gekwalificeerd als een poging tot het bewegen tot het begaan van ontuchtige handelingen, omdat het sturen van naaktfoto’s geen ontuchtige handeling is. Verdachte heeft verder aangegeven dat hij niet wist dat [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) nog geen 18 jaar was.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het tweede ten laste gelegde feit. Verdachte heeft nooit geweten dat de kinderpornografische afbeeldingen op zijn telefoon stonden. Verdachte heeft de afbeeldingen via een groepsapp in Whatsapp ontvangen en deze nooit gezien of geopend. Via de standaard instellingen van Whatsapp zijn de afbeeldingen automatisch geplaatst in de mediamap van dat programma. Verdachte had afbeeldingen dus wel feitelijk in bezit, maar dat bezit was niet opzettelijk, omdat verdachte geen wetenschap had van het bezit.
Voorwaardelijke verzoeken feit 2
Enkele dagen vóór de zitting heeft de raadsman van verdachte de rechtbank per e-mail verzocht om aanhouding, nu er een aantal onderzoekswensen ten aanzien van het tweede feit nog niet vervuld bleken. Deze onderzoekswensen waren door de raadsman in juli 2022 bij de politie en het OM uitgezet en door de reactie op zijn e-mail is de indruk ontstaan dat deze onderzoekswensen zouden worden vervuld. Deze onderzoekswensen komen er (in het kort) op neer dat de verdediging wenst te vernemen in hoeverre kan worden vastgesteld dat de 4 aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen door verdachte zijn gezien, wie er allemaal nog meer in de groepsapp zaten (58 personen) en wie deze afbeeldingen heeft verzonden. In reactie op de e-mail van de verdediging heeft het OM laten weten dat deze vragen niet meer beantwoord zullen worden. Kort voor de zitting heeft de raadsman laten weten dat hij deze wensen als een voorwaardelijk verzoek bij de rechtbank neerlegt, te weten dat er een beslissing van de rechtbank op deze onderzoekswensen moet komen voor zover de rechtbank verdachte niet zal vrijspreken van het tweede feit.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak bezit kinderporno (feit 2)
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte feit 2 heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken. De rechtbank licht dat als volgt toe.
Uit het proces-verbaal van bevindingen kinderporno-onderzoek volgt dat op de telefoon van verdachte twee kinderpornografische bestanden (één video en één afbeelding) zijn aangetroffen, die beiden twee keer voorkwamen. De bestanden zijn aangetroffen in de mediamap van Whatsapp op de telefoon van verdachte, en van beide bestanden bestaat een kopie (‘visual copy’). Beiden bestanden zijn afkomstig uit een Whatsappgroep met 59 deelnemers waar volgens het proces-verbaal meer dan 4.500 bestanden zijn verzonden en 60.000 berichten zijn verstuurd sinds 2017. Verder volgt uit het proces-verbaal dat zodra een bestand wordt ontvangen of verzonden, dit bestand automatisch terecht komt in de mediamap, tenzij de gebruiker van Whatsapp die functie uitschakelt.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij lang niet alle berichten in de groepsapp leest, dat hij niet wist dat de kinderpornografische bestanden in de groepsapp waren geplaatst, en dat hij niet wist dat de bestanden op zijn telefoon stonden. Verder was verdachte naar eigen zeggen er niet van op de hoogte dat verstuurde en ontvangen bestanden automatisch werden opgeslagen in de mediamap van Whatsapp.
De vraag waarvoor de rechtbank zich in de onderhavige zaak ziet gesteld, is in hoeverre verdachte bij het in bezit hebben van de kinderpornografische afbeeldingen opzettelijk heeft gehandeld, omdat voor een veroordeling is vereist dat verdachte de kinderporno opzettelijk in zijn bezit moet hebben gehad. Dat betekent in dit kader dat bewezen moet worden dat verdachte wist dat de kinderpornografische bestanden op zijn telefoon stonden (opzet) of dat hij bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat die bestanden op zijn telefoon terecht zijn gekomen (voorwaardelijk opzet).
Op basis van het procesdossier kan niet worden vastgesteld dat verdachte wist dat de bestanden in de groepsapp waren gedeeld of dat hij de bestanden zelf heeft verzonden, opgeslagen of geopend (opzet). Verder kan ook niet worden vastgesteld dat verdachte op andere wijze een aanmerkelijke kans op het bezit van kinderporno bewust heeft aanvaard. Gelet op de hoeveelheid berichten en bestanden die in de groepsapp is verstuurd en de instelling van Whatsapp dat bestanden automatisch worden opgeslagen acht de rechtbank het door verdachte geschetste scenario, namelijk dat de bestanden ongemerkt op zijn telefoon zijn gekomen, aannemelijk. Daarom zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het bezit van de kinderpornografische bestanden (feit 2). Dit betekent voorts dat de rechtbank geen beslissing hoeft te nemen op de door de verdediging neergelegde voorwaardelijke verzoeken.
Feit 1: bewijsmiddelen [1]
De verklaring van verdachte ter terechtzitting, voor zover hier van belang, inhoudende en zakelijk weergegeven:
In september 2020 was ik hulptrainer van het voetbalteam onder de 19 jaar bij de voetbalclub [voetbalclub] . Daarnaast was ik ook masseur en vervulde ik verschillende andere functies binnen de club. Ik heb snapchatberichten naar aangever [slachtoffer] gestuurd, ik heb gevraagd of ik hem mocht aftrekken en ik heb gevraagd of hij naaktfoto’s naar mij wilde sturen. Ik heb hem hier geld voor geboden. [2]
De aangifte van [slachtoffer] van 25 november 2023, voor zover hier van belang, inhoudende:
“Aangever
Achternaam: [slachtoffer]
Voornamen: [slachtoffer]
Geboren: [2003]
[…]
Postcode plaats: [woonplaats] ”
“In september 2020, op een woensdagavond, na een wedstrijd, toen had ik massage. Rond 22.30 uur kwam ik thuis. Hij begon mij via Snapchat te benaderen.”
“Hij zei: Twee foto's van jou in boxer, dan krijg je geld (…).”
“Toen zei hij, drie foto's, twee naakt en één in boxer, dan krijg je er 130 euro voor.”
“De volgende middag vroeg ik of [voetbalclub] open was omdat ik met vrienden wilde voetballen. Hij begon toen: Je kan toch even snel die foto's te sturen en langs te komen voor het geld. Ik vroeg nogmaals of [voetbalclub] open was. Hij gaf geen antwoord maar zei dat ik weer een massage kon krijgen en dat hij zelf de foto's wel zou maken.” [3]
" V: Je doet aangifte tegen [verdachte] . Wat zijn jij en [verdachte] van elkaar?
A: Hij was mijn hulptrainer.
V: Hoe en wanneer heb je [verdachte] leren kennen?
A: Ik heb hem afgelopen zomer leren kennen. Hij was al langer bij [voetbalclub] . Hij was trainer en organiseerde evenementen, hij deed van alles.”
“V: Hoe heet het team waar je in speelt?
A: Onder de 19-1.
V: Hoe oud zijn de jongens in jouw team?
A: van 15 tot 19 jaar“ [4]
“V: Er staat: Wann voor t laatst gewankt. Jij antwoord: vorige week. Wat bedoeld [verdachte] met gewankt? A: Aftrekken.”
“V: Je krijgt een handje en een knipoogje. Wat denk jij wat [verdachte] hiermee aan je vraagt? A: Of hij mij mag aftrekken.”
“V: Hij stuurt een euroteken. Wat vraagt hij hiermee? A: Aftrekken voor geld.” [5]
De foto’s van de telefoon van [slachtoffer] met daarop steeds een deel van het snapchatgesprek tussen [slachtoffer] en verdachte, voor zover hier van belang, inhoudende:
“ [verdachte][de rechtbank begrijpt: verdachte]
: Ging je nog geld verdienen?IK[de rechtbank begrijpt: [slachtoffer] ]
: Uhm met werk wel ja[verdachte] : Ohw hahah. Verder niet? Paar foto’s. Wel leuk verdienen.” [6]
“ [verdachte] : Ok. Zeker? 140 voor 3 picca’s. Geen filmpje.IK: Wat voor picca’s[verdachte] : Haha. Nude.IK: Nu snap k het niet meer[verdachte] : 140. 3 pics nude.IK: Nude?[verdachte] : Ja. Zonder kleding. 2 vd 3 dan. 1 alleen in boxer. [7]
“ [verdachte] : Wann voor t laatst gewankt?IK: Vorige week[verdachte] : Oh? Dan wordt t wel weer tijd?IK: K ben niet verslaafd hoor[verdachte] : Dat zeg ik ook niet. HahahIK: Nou[verdachte] : Haha. Kan t ook wel doen voor je?IK: Wat[verdachte] :[de rechtbank begrijpt emoticon van gebalde vuist] [de rechtbank begrijpt emotican van drie druppels] [de rechtbank begrijpt knipoog-emoticon].
Goed idee? Voor €IK: Nee” [8]
Feit 1: bewijsoverwegingen
De rechtbank acht op grond van het hiervoor genoemde bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien feit 1 wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank zal hieronder toelichten hoe zij tot deze beslissing komt.
Vast staat dat verdachte aan [slachtoffer] meerdere snapchatberichten heeft gestuurd waarin verdachte [slachtoffer] vraagt om naaktfoto’s en voorstelt om [slachtoffer] af te trekken. Verdachte bood [slachtoffer] hier geld voor. Hij stelt daarnaast ook voor om zelf foto’s te maken.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte hiermee geprobeerd [slachtoffer] te bewegen tot het plegen van ontuchtige handelingen of zulke handelingen te dulden. Anders dan de verdediging heeft betoogd, moet het sturen van een naaktfoto door een 16-jarige jongen naar een 34-jarige man – gelet op het leeftijdsverschil – in de regel worden aangemerkt als een handeling van seksuele aard die in strijd is met de sociaal-ethische norm. Daar komt in dit geval nog bij de omstandigheid dat verdachte in de berichten heeft gesuggereerd dat verdachte ook zelf de naaktfoto’s van aangever kon maken en aan [slachtoffer] heeft gevraagd of hij hem af mocht trekken. Dit alles maakt dat er wel degelijk sprake is dat verdachte [slachtoffer] heeft proberen te bewegen tot het plegen van ontuchtige handelingen of die handelingen te dulden.
Verdachte heeft hierbij ook misbruik gemaakt van zijn uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiende overwicht. Op grond van vaste jurisprudentie wordt onder dit misbruik mede begrepen een aanzienlijk leeftijdsverschil en verschil in positie. Daar was in dit geval allebei sprake van. Verdachte was in september 2020 34 jaar oud en bekleedde diverse functies (onder andere hulptrainer en masseur) bij voetbalclub [voetbalclub] . [slachtoffer] was op in september 2020 pas 16 jaar oud en speelde bij het team waar verdachte hulptrainer en masseur was.
Niet kan worden vastgesteld dat verdachte wist dat [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt. De rechtbank is echter wel van oordeel dat verdachte dit – gezien alle feiten en omstandigheden – redelijkerwijs had moeten vermoeden. Verdachte was immers hulptrainer van het jeugdteam van [slachtoffer] , waarin spelers speelden van 15 tot 19 jaar. Hij was derhalve nauw betrokken bij dit jeugdteam en wist daardoor ook dat in dit team minderjarige jongens konden spelen. Door zich niet actief te vergewissen van de daadwerkelijke leeftijd van [slachtoffer] , heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij te maken had met iemand die jonger was dan 18 jaar.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op één of meer tijdstippen in de maand september 2020 te Woerden, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om meermalen, (telkens) door beloften van geld en misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten het
- aanbieden van 140 euro, althans een som geld en
- het grote leeftijdsverschil en/of door zijn functie als (hulp) voetbaltrainer en masseur,
een persoon, [slachtoffer] , geboren op [2003] , waarvan verdachte redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk te bewegen ontuchtige handelingen te plegen of zodanige handelingen van verdachte te dulden,
heeft verdachte meermalen,
- snapchatbericht(en) aan die [slachtoffer] gestuurd, althans meermalen contact met die [slachtoffer] gezocht en
- ( vervolgens) die [slachtoffer] in één of meer snapchat bericht(en) voorgesteld/verzocht om hem af te trekken en
- die [slachtoffer] in één of meer snapchat bericht(en) voorgesteld/verzocht één of meer naaktfoto(’s) te sturen en van die [slachtoffer] één of meer foto(’s) te maken,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder feit 1 en feit 2 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
Door giften of beloften van geld en misbruik van uit feitelijk verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden, terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot
- een gevangenisstraf van 1 week, en
- een taakstraf van 240 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 120 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd. Indien de rechtbank tot een bewezenverklaring van het eerste feit komt, is het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend. Verdachte voelde zich tot [slachtoffer] aangetrokken en heeft spijt van zijn handelen. De raadsman verzet zich tegen het beeld dat verdachte zijn positie moedwillig heeft misbruikt om minderjarige slachtoffers te maken.
De raadsman verzoekt om hooguit een taakstraf op te leggen, eventueel gepaard met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
Verdachte was de hulptrainer van het jeugdvoetbalteam van [slachtoffer] . Verdachte had als zodanig een belangrijke verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor het welzijn van de jeugdspelers. Verdachte heeft zijn positie evenwel misbruikt door [slachtoffer] op 16-jarige leeftijd, na afloop van een jeugdwedstrijd, via snapchat te vragen om naaktfoto’s. Verdachte heeft ook gevraagd of hij de minderjarige [slachtoffer] tegen betaling mocht aftrekken. Gelet op het grote leeftijdsverschil en het feit dat verdachte zich als voetbaltrainer juist moest ontfermen over het welzijn van de minderjarige [slachtoffer] , is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een ernstig feit. De rechtbank neemt het verdachte verder kwalijk dat hij zich enkel heeft laten leiden door zijn eigen seksuele verlangens en geen oog heeft gehad voor de kwetsbare positie van [slachtoffer] . [slachtoffer] bevond zich in een kwetsbare fase van zijn (seksuele) ontwikkeling. Het is algemeen bekend dat dit soort feiten de geestelijke en seksuele ontwikkeling van een minderjarige ernstig kunnen schaden. Daar komt bij dat indien [slachtoffer] daadwerkelijk een foto had gestuurd van zichzelf, [slachtoffer] vervolgens geen controle meer heeft over wat er met die foto gebeurd en dat een dergelijke foto - als die op internet terechtkomt - [slachtoffer] heel lang kan blijven achtervolgen. Hier moeten minderjarigen tegen worden beschermd.
Persoon van de verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 21 maart 2022. Hieruit volgt dat verdachte niet eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld. Dit zal niet in strafverzwarende en ook niet in strafverminderende zin worden meegewogen.
Verdachte heeft ter terechtzitting getoond dat hij inziet dat het zeer kwalijk en ernstig is wat hij heeft gedaan en dat het niet had mogen gebeuren. Verdachte heeft ook aangegeven dat hij geen trainer of masseur meer is en dat hij dat ook niet meer gaat worden. De rechtbank ziet dat verdachte verantwoordelijkheid heeft genomen en acht het aannemelijk dat het bewezenverklaarde een eenmalig incident betreft. De rechtbank zal dit meewegen bij de strafoplegging.
Strafoplegging
Bij het bepalen van een passende straf neemt de rechtbank in aanmerking dat uit de jurisprudentie volgt dat het door verdachte gepleegde feit niet zelden wordt bestraft met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank acht in dit geval een onvoorwaardelijke gevangenisstraf evenwel niet op zijn plaats, omdat de pogingen verdachte niet daadwerkelijk hebben geleid tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen en gelet op wat hiervoor is overwogen bij de persoonlijke omstandigheden. Gelet op de ernst van het feit is nog steeds wel een forse taakstraf op zijn plaats. Een voorwaardelijke (gevangenis)straf vindt de rechtbank gelet op het voorgaande niet nodig.
De rechtbank acht, alles overwegende, passend en geboden een taakstraf voor de duur van 160 uur, bij niet of niet naar behoren verrichten te vervangen door 80 dagen hechtenis.

9.BESLAG

9.1
Standput van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoegd dat de in beslag genomen telefoons onttrokken moeten worden aan het verkeer, omdat daarop kinderporno is aangetroffen.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat de telefoons moeten worden teruggegeven aan verdachte.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De inbeslaggenomen voorwerpen
In het dossier bevindt zich een beslaglijst van 23 februari 2023 waarop de volgende in beslag genomen voorwerpen zijn vermeld:
  • 1 Telefoontoestel (Omschrijving: MDRBC22310-709265, Samsung Galaxy)
  • 1 Telefoontoestel (Omschrijving: MDRBC22310-709264, Samsung)
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de twee mobiele telefoons van het merk Samsung. De rechtbank overweegt daartoe als volgt. Omdat vast staat dat op de telefoons bestanden van kinderporno zijn aangetroffen, zijn de telefoons in beginsel vatbaar voor onttrekking aan het verkeer op grond van artikel 36d Wetboek van Strafrecht, omdat het ongecontroleerde bezit van kinderporno in strijd is met de wet.
Aan de andere kant gaat het om een gering aantal bestanden (4 bestanden) en is verdachte voor het bezit van de kinderporno vrijgesproken. Daar komt bij dat de telefoons een aanzienlijke waarde hebben. De rechtbank meent dat in dit specifieke geval het daarom mogelijk zou moeten zijn om de telefoons te ontdoen van de twee afbeeldingen. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat het disproportioneel zou zijn om de telefoons te onttrekken aan het verkeer. De rechtbank gelast dan ook de teruggave van de beide telefoons.

10.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van
€ 1.500,-. Dit bedrag bestaat geheel uit een vergoeding voor immateriële schade ten gevolge van het eerste aan verdachte ten laste gelegde feit.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier heeft betoogt dat de vordering van de benadeelde partij moet worden toegewezen. De officier pleit voorts voor het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van strafrecht en toewijzing van de wettelijke rente.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat de vordering van de benadeelde partij niet deugdelijk is onderbouwd en dat deze moet worden afgewezen. Er zijn geen concrete gegevens aangevoerd waaruit blijkt dat de benadeelde partij daadwerkelijk psychische schade heeft opgelopen als gevolg van het handelen van verdachte. Evenmin kan worden gesteld dat de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de psychische schade van de benadeelde partij moet worden aangenomen.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering en overweegt daartoe als volgt.
Art. 6:106 Burgerlijk Wetboek geeft een limitatieve opsomming van gevallen waarin deze bepaling recht geeft op vergoeding van immateriële schade, onder andere als sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze (waaronder geestelijk letsel wordt begrepen). Degene die zich hierop beroept, zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan. Daartoe is vereist dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Ook als het bestaan van geestelijk letsel niet kan worden
aangenomen, is niet uitgesloten dat de aard en de ernst van de normschending en van de
gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van aantasting in zijn persoon ‘op andere wijze’ sprake is. In zo een geval zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen
De rechtbank constateert dat de gestelde geestelijke schade van de benadeelde partij niet is onderbouwd met een deskundigenverklaring. De rechtbank ziet zich dan ook voor de vraag gesteld of de aard en ernst van de normschending meebrengen dat de nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde partij dusdanig voor de hand liggen dat de psychische schade van de benadeelde partij kan worden aangenomen. De rechtbank is van oordeel dat dit niet het geval is, nu het feit waarvoor verdachte zal worden veroordeeld (poging tot uitlokking van ontuchtige handelingen) niet dusdanig ernstig is dat de psychische schade van de benadeelde partij (zonder concrete onderbouwing) kan worden aangenomen. Daarbij acht de rechtbank het van belang dat verdachte weliswaar snapchatberichten heeft gestuurd met het verzoek om naaktfoto’s van [slachtoffer] en met het verzoek om [slachtoffer] te mogen aftrekken tegen betaling, maar dat [slachtoffer] hier geen gehoor aan heeft gegeven en dat er dus geen sprake is geweest van gepleegde ontuchtige handelingen of het dulden daarvan.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 22c, 22d, 45, 248a van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 160 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 80 dagen hechtenis;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van twee mobiele telefoons:
  • 1 Telefoontoestel (Omschrijving: MDRBC22310-709265, Samsung Galaxy)
  • 1 Telefoontoestel (Omschrijving: MDRBC22310-709264, Samsung)
Benadeelde partij
- verklaart [slachtoffer] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. Vis, voorzitter, mr. A. Blanke en mr. N.P.J. Janssens, rechters, in tegenwoordigheid van A. van der Zwan, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 9 maart 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op één of meer tijdstippen in de maand september 2020 te Woerden, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om meermalen, althans éénmaal (telkens) door giften en/of beloften van geld en/of goed of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten het
- geven/aanbieden of in het vooruitzicht stellen van 80 en/of 140 euro, althans een som geld en/of
- het grote leeftijdsverschil en/of door zijn functie als (hulp)voetbaltrainer en/of masseur,
een persoon, [slachtoffer] , geboren op [2003] ) waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
opzettelijk te bewegen ontuchtige handelingen te plegen of zodanige handelingen van verdachte te dulden, hebbende/heeft hij, verdachte meermalen, althans éénmaal (telkens)
- één of meer snapchatbericht(en) aan die [slachtoffer] gestuurd, althans meermalen contact met die [slachtoffer] gezocht en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer] in één of meer snapchat bericht(en) voorgesteld/verzocht om hem af te trekken en/of
- die [slachtoffer] in één of meer snapchat bericht(en) voorgesteld/verzocht één of meer naaktfoto(’s) en/of dickpics te sturen en/of van die [slachtoffer] één of meer foto(’s) te maken,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
(art 248a Wetboek van Strafrecht)
2
hij op of omstreeks 3 maart 2022 te Woerden, meermalen, althans eenmaal (telkens) afbeeldingen van een seksuele gedraging, te weten (een) foto(’s) en (een) video(’s), en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) van een seksuele gedraging, te weten een of meer telefoon(s) van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid, aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het met de/een penis, anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
- het met de/een vinger(s)/hand, vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
- het met de/een vinger(s)/hand, leggen van het eigen geslachtsdeel tegen en/of op de billen van een ander persoon en/of het eigen geslachtsdeel proberen te stoppen in de/een vagina van een ander persoon en/of het spreiden/uit elkaar trekken van de eigen billen, althans het
betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
(art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van processen-verbaal die als bijlagen zijn opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal met onderzoeksnummer MDRBC22310 ZZ03Elan65, opgemaakt door Team Zeden van de Dienst Regionale Recherche Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 117. Tevens maakt onderdeel uit van dit dossier een proces-verbaal van het beoordelen van beeldmateriaal, een aanvullend proces-verbaal TBKK en een e-mail gericht aan de politie met betrekking tot onderzoekswensen. Wanneer paginanummers verwijzen naar andere processen-verbaal, dan wordt dit expliciet vermeld.
2.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 23 februari 2023
3.Proces-verbaal van aangifte, p. 25
4.Proces-verbaal van aangifte, p. 26
5.Proces-verbaal van aangifte, p. 28
6.Bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden, p. 12
7.Afbeelding van de telefoon van [slachtoffer] , p.15-16
8.Afbeelding van de telefoon van [slachtoffer] p. 19-20