ECLI:NL:RBMNE:2023:1288

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 februari 2023
Publicatiedatum
22 maart 2023
Zaaknummer
1607219194
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor een ter beschikking gestelde met een pedofiele stoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 27 februari 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1934, die momenteel verblijft in een FPC. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs met dwangverpleging met twee jaar te verlengen, toegewezen. De betrokkene is eerder ter beschikking gesteld in 1995 na het plegen van ernstige seksuele delicten tegen minderjarigen. De rechtbank heeft de relevante stukken in het dossier bestudeerd, waaronder eerdere uitspraken en adviezen van deskundigen. Tijdens de zitting op 13 februari 2023 zijn de officier van justitie, de raadsman en een deskundige gehoord. De deskundige heeft bevestigd dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij de betrokkene en dat het recidiverisico als matig-hoog wordt ingeschat. De rechtbank heeft overwogen dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de tbs vereisen. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de juistheid van het verlengingsadvies en heeft besloten de tbs met twee jaar te verlengen, waarbij de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit zijn gewaarborgd. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de termijn van de tbs verlengd tot 2025.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/072191-94 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 27 februari 2023
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1934 te [geboorteplaats] (Groot-Brittannië),
thans verblijvende te FPC [verblijfplaats] , locatie [locatie] , [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 24 juli 1995 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich heeft schuldig gemaakt aan het met iemand van de leeftijd beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam en het met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) is ingegaan op 4 maart 1996;
  • de beslissing van deze rechtbank van 1 maart 2021, waarbij de termijn van tbs voor het laatst is verlengd met twee jaar;
  • de vordering van de officier van justitie van 17 januari 2023, die strekt tot verlenging van de tbs met twee jaar;
  • het verlengingsadvies van de FPC [verblijfplaats] (hierna: de inrichting) van 5 december 2022, opgemaakt door [psychiater] (directeur patiëntenzorg, psychiater) en drs. [GZ-psycholoog] (behandelcoördinator, GZ-psycholoog), inhoudend het advies de tbs met verpleging te verlengen met twee jaar;
  • de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 4 mei 2021 tot en met 4 november 2022;
  • het proces-verbaal van verhoor van betrokkene door de rechter-commissaris van 26 januari 2023.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 13 februari 2023 ter openbare terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. A.A. Nieli;
- de raadsman mr. G.A. Pots, advocaat te Leeuwarden;
- de aan de inrichting verbonden deskundige, [GZ-psycholoog] .
De deskundige is, op haar verzoek, telefonisch ter zitting aanwezig geweest.
Betrokkene is, op zijn verzoek, op 26 januari 2023 in de inrichting gehoord door de
rechter-commissaris.

3.Het standpunt van de inrichting

Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde advies. De onder 2 genoemde deskundige heeft ter zitting het advies van de inrichting toegelicht.
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Ook is het recidiverisico nog aanwezig. Dit risico wordt bij beëindiging van de maatregel ingeschat als matig-hoog.
Het advies is de tbs met dwangverpleging te verlengen met twee jaar.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de tbs met dwangverpleging met twee jaar gehandhaafd.

5.Het standpunt van de verdediging

De verdediging kan zich vinden in de vordering van de officier van justitie.

6.Het oordeel van de rechtbank

Maximering - kan de tbs worden verlengd?
Betrokkene is bij arrest van 24 juli 1995 veroordeeld voor de onder 1 weergegeven strafbare feiten. De rechtbank heeft in de verlengingsbeslissing van 1 maart 2021 overwogen dat de opgelegde tbs niet is gemaximeerd. Dat betekent dat de tbs op grond van artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht kan worden verlengd als daar gronden voor zijn.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten onder meer:
- een pedofiele stoornis;
- een autismespectrumstoornis;
- een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met histrionische, dwangmatige en
narcistische trekken.
Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel als matig-hoog ingeschat.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies te twijfelen en neemt dit over.
Verlenging
De rechtbank is, gelet op het verlengingsadvies, de toelichting van de deskundige en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de tbs eist.
De rechtbank is van oordeel dat daarbij wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
De rechtbank heeft als uitgangspunt dat de tbs verlengd wordt met twee jaar wanneer aannemelijk is dat de behandeling van betrokkene meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de tbs met een jaar. Van dit uitgangspunt wordt alleen bij bijzondere omstandigheden afgeweken.
Uit het verlengingsadvies en de verklaring van betrokkene tegenover de rechter-commissaris
blijkt dat betrokkene, die bijna 89 jaar oud is, het op de afdeling [afdeling] van de [verblijfplaats] te [vestigingsplaats] goed naar zijn zin heeft, dat er goed voor hem wordt gezorgd, maar dat hij lichamelijk achteruit gaat. Betrokkene ziet de huidige inrichting als zijn eindstation. Overplaatsing naar een inrichting met minder beveiliging is ook niet wenselijk, omdat de veiligheid van minderjarige bezoekers in die minder beveiligde omgeving niet gegarandeerd kan worden.
De rechtbank ziet in dit geval dan ook geen aanleiding om van voornoemd uitgangspunt af te wijken en zal daarom de maatregel met twee jaren verlengen.

7.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [betrokkene] met
twee jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. L.M.M. Heppe, voorzitter, mrs. C.A.M. van Straalen en J.H.C. van Ginhoven, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.E. van Wiggen – van der Hoek, griffier en in het openbaar uitgesproken op 27 februari 2023.
mr. C.A.M. van Straalen en mr. J.H.C. van Ginhoven zijn buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.