Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 juni 2018 waarbij betrokkene onder meer ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich heeft schuldig gemaakt aan doodslag;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) is ingegaan op 28 februari 2019;
- de beslissing van deze rechtbank van 23 februari 2022, waarbij de termijn van tbs voor het laatst is verlengd met een jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 12 januari 2023, die strekt tot verlenging van de tbs met twee jaar;
- het verlengingsadvies van [verblijfplaats] (hierna: de inrichting) van 28 december 2022, opgemaakt door dr. [medewerker GGZ 1] (1e geneeskundige) en drs. [medewerker GGZ 3] (directeur behandeling), inhoudend het advies om de tbs te verlengen met een jaar en de verpleging te beëindigen op voorwaarde van vertrek en opname in een Poolse kliniek;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene over de periode 14 oktober 2021 tot en met 20 oktober 2022.