In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 maart 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen NVIG Supplies B.V. en Buckaroo B.V. NVIG Supplies, een webshop die lachgas verkoopt, had een overeenkomst met Buckaroo voor het leveren van betaaldiensten. Buckaroo heeft echter op 5 januari 2023 meegedeeld dat zij de diensten niet langer wilde leveren, omdat NVIG Supplies niet meer voldeed aan het acceptatiebeleid na de wijziging van de Opiumwet per 1 januari 2023, waarbij lachgas op lijst II is geplaatst en de handel in lachgas verboden is, met uitzondering voor bepaalde toepassingen als voedingsadditief.
Tijdens de mondelinge behandeling op 8 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat NVIG Supplies niet aan de criteria voldeed die gelden voor de verkoop van lachgas als voedingsadditief. De voorzieningenrechter oordeelde dat de webshop van NVIG Supplies niet alleen aan particulieren van 18 jaar of ouder verkocht, maar ook grotere hoeveelheden aanbood dan toegestaan. Dit leidde tot de conclusie dat de handel van NVIG Supplies mogelijk niet onder de uitzondering op het verbod viel, wat Buckaroo in een risicovolle positie zou plaatsen als zij de diensten zou voortzetten.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat Buckaroo niet verplicht kan worden om de overeenkomst met NVIG Supplies voort te zetten, gezien de gewijzigde regelgeving en de verplichtingen die Buckaroo heeft op grond van de Wet op het financieel toezicht en de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme. NVIG Supplies werd in het ongelijk gesteld en veroordeeld in de proceskosten van Buckaroo, die tot op heden zijn begroot op € 676,-.