In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 24 maart 2023 een verstekvonnis gewezen in een kort geding tussen [eiseres] en [gedaagde] B.V. [Eiseres] vorderde betaling van haar loon en reiskostenvergoeding over de maand februari 2023, na niet-betaling door [gedaagde]. De procedure begon met een dagvaarding en een mondelinge behandeling op 17 maart 2023, waarbij [eiseres] aanwezig was, maar [gedaagde] niet. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] op de hoogte was van de procedure, maar om medische en financiële redenen niet kon verschijnen. De kantonrechter verleende verstek aan [gedaagde] en beoordeelde de spoedeisendheid van de zaak als gegeven.
De kantonrechter oordeelde dat [eiseres] recht had op haar loon en reiskostenvergoeding, aangezien [gedaagde] in verzuim was. De vordering van [eiseres] werd toegewezen, inclusief de wettelijke verhoging en rente. Daarnaast werd [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten, die op € 747,42 werden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.