ECLI:NL:RBMNE:2023:1172

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 maart 2023
Publicatiedatum
17 maart 2023
Zaaknummer
16-068527-21 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf voor deelname aan een criminele organisatie en het in vereniging handelen in cocaïne

Op 17 maart 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van deelname aan een criminele organisatie en het in vereniging handelen in cocaïne. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 december 2019 tot en met 15 februari 2021 betrokken was bij een organisatie die zich bezighield met de handel in harddrugs. De verdachte heeft erkend dat hij samen met anderen handelde in cocaïne en dat hij door medeverdachten werd betaald voor het vervoeren, afleveren en verkopen van de cocaïne aan afnemers. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de rol van de verdachte binnen de organisatie en het feit dat hij niet eerder was veroordeeld. De rechtbank heeft ook de positieve ontwikkelingen in het leven van de verdachte meegewogen, evenals het advies van de reclassering, die een laag recidiverisico inschatte. De verdachte heeft zich bereid verklaard om mee te werken aan reclasseringstoezicht en behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-068527-21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 17 maart 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1988] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [postcode] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 10 februari 2022 en 20 januari 2023. De zaak is inhoudelijk behandeld op 20 januari 2023. Met instemming van de raadsvrouw en de officier van justitie is het onderzoek ter terechtzitting (enkelvoudig) gesloten op 17 maart 2023 en is aansluitend uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. I.R.V. Out en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. N.A. de Kock, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.
In deze zaak is sprake van vijf medeverdachten: [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] . Deze medeverdachten worden in het vonnis in het algemeen door de rechtbank met hun achternaam aangeduid.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting van 20 januari 2023 gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1
in de periode van 1 december 2019 tot en met 15 februari 2021 in Leerdam, gemeente Vijfheerenlanden en/of Delft, heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, welke organisatie tot oogmerk had het handelen in harddrugs.
Feit 2
in de periode van 1 december 2019 tot en met 15 februari 2021 in Leerdam, gemeente Vijfheerenlanden en/of Delft, samen met een of meer anderen, opzettelijk heeft gehandeld in cocaïne.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft partiële vrijspraak bepleit van het onder feit 2 ten laste gelegde, namelijk voor zover deze verdenking ziet op de periode januari 2020 tot en met oktober 2020. Het laten gebruiken van zijn auto’s door medeverdachte [medeverdachte 1] maakt verdachte geen medepleger van drugsdeals, verricht vanuit en/of met behulp van deze auto’s. De mate en aard van de betrokkenheid van verdachte bij de drugshandel is bovendien niet te kwalificeren als deelname aan een criminele organisatie, voor zover al van een criminele organisatie sprake is. Er is immers geen sprake van een zekere duurzaamheid en structuur. Om die reden bepleit de raadsvrouw vrijspraak van het onder feit 1 ten laste gelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen feiten 1 en 2 [1]
Op grond van de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, zoals vermeld in de voetnoten, gaat de rechtbank uit van de hieronder weergegeven feiten en omstandigheden. Deze feiten en omstandigheden worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Verklaring verdachte
Verdachte heeft ter terechtzitting van 20 januari 2023 onder meer het volgende verklaard:
“Het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer] was van mij. Ik kon geen nee zeggen tegen medeverdachte [medeverdachte 1] toen hij mij vroeg of ik hem wilde helpen bij de drugshandel. Ik beschouwde de medeverdachten als mijn vriendengroep en wilde ze helpen. Ik vouwde vooral ponypacks. Ook reed ik samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] rond om drugs af te leveren bij afnemers. De medeverdachte met wie ik was leverde de drugs af en ik bestuurde de auto. Ik heb dit met al mijn medeverdachten (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] ) wel eens gedaan. Ik heb wel eens geld gekregen van medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] voor mijn bijdrage aan de drugshandel.”
Telefonieonderzoek medeverdachte [medeverdachte 1] december 2019
Op 7 december 2019 is medeverdachte [medeverdachte 1] door de politie staande gehouden. Bij deze staandehouding werd onder hem een iPhone XS (na fouillering) in beslag genomen. [2] Op de iPhone XS zijn WhatsApp-gesprekken aangetroffen met onder meer verdachte. In een WhatsApp-gesprek van 1 december 2019 is te lezen:
[medeverdachte 1] : Heb een noodgeval moet naar Rotterdam. Je kan met [I] rijden je krijgt betaald. Je hoeft alleen op te nemen.
[verdachte] : Is goed pik.
[medeverdachte 1] : Kom nu hierheen. Rijdt ze meteen mee. kan ok weg. [.] heeft nog 20 tegoed dan weet je dat.
[verdachte] : Ze lulde de oren van mn kop af als ik vooryaan wat voor je wat kan betekenen doe ik t graag.
In een WhatsApp-gesprek van 5 december 2019 met medeverdachte [verdachte] is te lezen:
[verdachte] : Ben je nog aan t rijden of al thuis?
[verdachte] : Zaterdag kan je chillen rij ik heel de avond. [3]
Over Whatsapp-gesprekken tussen medeverdachte [medeverdachte 1] en zijn vriendin [I] eind 2019 heeft de politie onder meer het volgende gerelateerd. Op 12 november vraagt [I] wie hem bracht met een BMW naar huis om half twee. Als antwoord stuurt [medeverdachte 1] : “I was last week to help [medeverdachte 3] and he was Driving with [verdachte] .” Op 17 november stuurt [I] : “And also one client was asking [medeverdachte 3] who i am.” Op 18 november vraagt [medeverdachte 1] of de auto gemaakt is omdat hij hem zondag nodig heeft. [I] vraagt hem of hij gaat werken waarop hij antwoord: “Yes because [medeverdachte 3] is tired. And its dangerous.” Diezelfde dag stuurt [I] : “But i don’t sit at home. Maybe 1 or 2 days Because i drive with [medeverdachte 3] .” [4]
Verklaringen afnemers
Getuige [getuige 1] , woonachtig te [plaats] , heeft medio maart 2021 tegenover de politie verklaard dat hij sinds vier jaar cocaïne kocht van [medeverdachte 1] . De overdacht vond bij [getuige 1] thuis plaats en hij betaalde zowel contant als per tikkie. Zowel [medeverdachte 1] zelf, als de zus van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] kwamen de cocaïne bezorgen. Laatstgenoemden deden dit wanneer [medeverdachte 1] in Brazilië verbleef. [5] [getuige 1] gaf anderhalf jaar eerder zijn pinpas als onderpand aan [medeverdachte 3] . [medeverdachte 3] behoorde tot dezelfde groep als [medeverdachte 1] . [getuige 1] heeft [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] als de vier genoemde personen herkend aan de hand van een foto. [6]
Getuige [getuige 2] , woonachtig te [plaats] , heeft begin maart 2021 tegenover de politie verklaard dat hij bij [medeverdachte 1] vier jaar eerder leerde kennen als zijn dealer, en dat hij sindsdien drugs bij hem koopt. De drugsdeals vonden plaats bij parkeergelegenheden en bij [medeverdachte 1] thuis in [plaats] en hij betaalde cash of per tikkie [7] Naast [medeverdachte 1] kwamen ongeveer vijf anderen de drugs brengen, waaronder [.] en een uit de kluiten gewassen Ethiopiër, die hij herkende op foto’s als zijnde [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] . Bij het tonen van een foto van medeverdachte [medeverdachte 5] , verklaarde [getuige 2] dat hij leek op een van de drugsbezorgers. [8] [getuige 2] verklaarde ook dat de bezorgers soms samen reden. [9]
Getuigen [getuige 4] en [getuige 5] , woonachtig te [plaats] , hebben op 1 maart 2021 tegenover de politie verklaard sinds een jaar of drie, vier samen cocaïne te kopen bij [medeverdachte 1] . [getuige 4] verklaarde dat hij vanaf april 2020 drie á vier keer per week cocaïne kocht, en daarvoor één keer per week. De deals vonden plaats bij hen thuis, bij de woning van [medeverdachte 1] in [plaats] of bij de woning van [medeverdachte 4] in [plaats] . Het nummer dat zij belden om de drugs te bestellen was steeds anders. Zij kregen dan een sms met een nieuw nummer. Naast [medeverdachte 1] kwamen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] de drugs brengen. [medeverdachte 2] zat volgens de getuigen in het huis van [medeverdachte 1] wanneer hij in Brazilië verbleef. Zij dealde toen samen met [medeverdachte 4] . De getuigen verklaarden wel eens te hebben geklaagd bij [medeverdachte 1] over de kwaliteit en hoeveelheid van de drugs, maar omdat [medeverdachte 1] dan in Brazilië zat, zei hij steeds dat ze het moet [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] moesten regelen. [medeverdachte 1] was volgens de getuigen de leider van de groep. [getuige 4] en [getuige 5] hebben [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] herkend aan de hand van foto’s. [10]
Getuige [getuige 6] , woonachtig te [plaats] , heeft begin maart 2021 tegenover de politie verklaard dat hij sinds 2019 drugs kocht bij ‘ [medeverdachte 1] ’, die hij aan de hand van een foto herkende als medeverdachte [medeverdachte 1] . [11]
Verblijf medeverdachte [medeverdachte 1] in buitenland
Uit door de politie opgevraagde vluchtgegevens is gebleken dat medeverdachte [medeverdachte 1] in de periode 20 februari 2020 tot en met 5 mei 2020 en in de periode 5 oktober 2020 tot en met 14 januari 2021 in Brazilië heeft verbleven. [12]
Tapgesprekken/ dealernummers
Gedurende het onderzoek zijn vanaf 13 oktober 2020 meerdere telefoonnummers getapt. De (nieuwe) dealnummers werden bekend door printertaps op gebruikers, via de tap op de (oude) dealnummers of via een SMS bericht. [13]
Het telefoonnummer [telefoonnummer] werd alleen gebruikt voor zakelijke gesprekken die betrekking hadden op het maken van afspraken of ontmoetingen over de verkoop van verdovende middelen. Er waren meerdere gebruikers van de dealerlijn. [14] Medeverdachte [medeverdachte 2] [15] , medeverdachte [medeverdachte 4] [16] en medeverdachte [medeverdachte 3] [17] zijn middels stemherkenning herkend als gebruikers van deze dealerlijn.
Het telefoonnummer [telefoonnummer] werd alleen gebruikt voor zakelijke gesprekken die betrekking hadden op het maken van afspraken of ontmoetingen over de verkoop van verdovende middelen. Er waren meerdere gebruikers van de dealerlijn. [18] Medeverdachte [medeverdachte 4] [19] en [medeverdachte 3] [20] zijn middels stemherkenning herkend als gebruikers van deze dealerlijn.
Het telefoonnummer [telefoonnummer] werd alleen gebruikt voor zakelijke gesprekken die betrekking hadden op het maken van afspraken of ontmoetingen over de verkoop van verdovende middelen. Er waren meerdere gebruikers van de dealerlijn. [21] De volgende namen worden door gebruikers van de dealerlijn gebruikt: [medeverdachte 2] , [A] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 4] . [22]
Uit analyse van de tap op dit telefoonnummer is onder meer het volgende gebleken:
07-11-2020
[telefoonnummer] belt uit met [telefoonnummer]
: Ik sta bij dinges voor het huis eigenlijk, omdat er niet opgenomen werd. In [plaats] zeg maar.
[medeverdachte 2] : Niet opgenomen? Dit is onze nieuwe nummer schat.
[telefoonnummer] : Gister nam er niemand op
[medeverdachte 2] : Er wordt ook niet opgenomen op die andere nummer. Dit is het nieuwe nummer
[telefoonnummer] : Die had ik niet gehad
[medeverdachte 2] : Normaal doen we om de 2 weken een ander nummer hadden we iedereen smsje verzonden. [23]
Op 27 oktober 2020 werd door het nummer [telefoonnummer] de volgende SMS verzonden:
Dit is mijn nieuwe nr gr [medeverdachte 1]. [24]
Bovengenoemd telefoonnummer werd alleen gebruikt voor zakelijke gesprekken die betrekking hadden op het maken van afspraken of ontmoetingen voor de verkoop van verdovende middelen. Er waren meerdere gebruikers van de dealerlijn. [25]
Op 17 november 2020 werd door het nummer [telefoonnummer] de volgende SMS verzonden:
Hey dit is me nieuwe nummer gr [medeverdachte 1]. [26]
Bovengenoemd telefoonnummer werd alleen gebruikt voor zakelijk gesprekken die betrekking hadden op het maken van afspraken of ontmoetingen voor de verkoop van verdovende middelen. Er waren meerdere gebruikers van de dealerlijn, waaronder [medeverdachte 2] (de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 2] ). [27]
Op 29 december 2020 werd door het nummer [telefoonnummer] de volgende SMS verzonden:
Hey dit is me nieuwe nummer gr [medeverdachte 1]. [28]
Bovengenoemd telefoonnummer werd alleen gebruikt voor zakelijk gesprekken die betrekking hadden op het maken van afspraken of ontmoetingen voor de verkoop van verdovende middelen. Er waren meerdere gebruikers van de dealerlijn. Na 15 januari 2021 was [medeverdachte 1] de gebruiker van het nummer. [29]
Het telefoonnummer [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) was in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 1] . [30] Uit analyse van de tap op dit telefoonnummer is onder meer het volgende gebleken:
28-01-2021
[telefoonnummer] : kan nu ook iemand sturen
[telefoonnummer] : Als je wilt, is een Syriër, [A](de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 4] )
[telefoonnummer] : Hij is te vertrouwen broer
[telefoonnummer] : Is die onderweg
[telefoonnummer] : Ja broer hij sms't je
Het telefoonnummer + [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) was in gebruik bij medeverdachte. [medeverdachte 1] . [31] Uit analyse van de tap op dit telefoonnummer is onder meer het volgende gebleken:
25-01-2021
[telefoonnummer] vraagt waar is [medeverdachte 1]
[telefoonnummer] zegt Hij is er niet man
[telefoonnummer] zegt Je mot even voor mij een brok regelen, ik kom zo naar [plaats]
[telefoonnummer] zegt Ja is goed
Het telefoonnummer + [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) was in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 2] . [32] Uit analyse van de tap op dit telefoonnummer is onder meer het volgende gebleken:
06-11-2020
[medeverdachte 2] belt uit met [medeverdachte 5] [telefoonnummer]
[medeverdachte 2] : Kun jij naar [.] gaan, [.] ?
[medeverdachte 5] : oke is goed. [33]
(...)
[medeverdachte 5] zegt dat hij geen hele meer heeft. Maar nog wel heel wat 25ers. [medeverdachte 2] zegt dat [medeverdachte 5] vervolgens naar [.] moet gaan, beneden bij de dijk. [34]
07-11-2020 [35]
[medeverdachte 2] belt uit met [medeverdachte 5] [telefoonnummer]
[medeverdachte 5] : Dan rij ik ook even door naar jou toe want ik moet even aanvullen
[medeverdachte 2] : Ow jaja, zoiezo maar we hebben nu geen bellers. [36]
[medeverdachte 2] : Ze staan te wachten, je bent wel echt traag vandaag. Ik krijg boze mensen.
[medeverdachte 2] : Kleintjes heb je nog alleen? Dan moet je vragen of [A] je.
[medeverdachte 5] : Heb je hem
Verba: [medeverdachte 4] neemt de telefoon van [medeverdachte 5] over.
[medeverdachte 2] : Hey broer geef hem wat die nodig heeft maar niet teveel he, voor de klanten. Wat heeft die nou nog zei die? 4 kleintjes?
[medeverdachte 4] tegen [medeverdachte 5] : Wat heb je nog maat
[medeverdachte 5] op achtergrond: 4 plaatjes nog
[medeverdachte 4] : Geef hem ehh, kom ik weet al wat ik ga geven.
[medeverdachte 2] : Wat ga je geven?
[medeverdachte 4] : vier 25 en 2 grote
[medeverdachte 2] : Ja ja is goed. En schrijf alles op wat je hem geeft he.
[medeverdachte 4] : Ja ja doe ik [37]
08-11-2020
[medeverdachte 2] belt uit met [telefoonnummer]
[medeverdachte 2] : heel veel klanten willen dat ik kom. Wajoo. [medeverdachte 1] gaat problemen als die terug is. Ze zijn mij gewend nu. [38]
13-11-2020
[medeverdachte 2] belt uit met [medeverdachte 5] [telefoonnummer]
[medeverdachte 2] : maar ntv zei toch tegen jou dat ik die ntv [verdachte](de rechtbank begrijpt: verdachte)
zou laten werken omdat hij zat te zeuren bij [medeverdachte 1] , dat hij geen weekenden draaide toch?
[medeverdachte 5] : Maandag was eeh [verdachte] effe een keer mee gegaan, maar ik dacht eerder de hele week met hem mee was gegaan. Hij zegt ja, het is bijna nooit genoeg. Zoveel honderden euros komen binnen en het is nog niet genoeg bij hem.
[medeverdachte 2] : Maar ja als hij gaat zeuren bij [medeverdachte 1] , dat ie zogenaamd alleen maar door de weeks krijgt, dan krijgt ie toch lekker nu weekend erbij .. zoek ie maar lekker uit.
[medeverdachte 2] : Om te vouwen, hij gaat niet zomaar zo aan die dingen zitten waar ik niet bij ben. Ik ben toch degene die altijd voor de hele week voor hem maakt. [39]
[medeverdachte 2] : Ja maar weet je wat het is [medeverdachte 5] . Hij werkt al heel het jaar [A] (de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 4] ) dus ik begrijp hem niet. Ik laat hem 4 dagen werken. Ik pak alleen donderdag, vrijdag en zaterdag pak ik. [40]
28-11-2020
[medeverdachte 2] belt uit met [medeverdachte 5] [telefoonnummer]
[medeverdachte 2] Heeft [B] Utrecht nu. [medeverdachte 2] wilde kijken of [A] die wilde doen
[telefoonnummer] [medeverdachte 5] Ik wil het ook wel doen,
[telefoonnummer] [medeverdachte 2] Hij moet 3 heles hebben. Ik kom nu naar huis en dan moet jij fftjes [B] doen. dan hou ik hier de boel. [41]
13-12-2020
[medeverdachte 2] belt uit met [telefoonnummer]
[medeverdachte 2] : Ewa 2 maanden, 3 maanden verder, mijn broer gaat naar Brazilië. Mijn broer zegt jij moet mijn zakenwaarnemer worden. Ik ga weg, jij bent in die tijd in mijn flat tot ik terug ben. Hij voelde zich geen man meer bij me omdat ik zeg maar mijn broer de werk heb overgenomen. [42]
18-12-2020
[medeverdachte 2] belt uit met [verdachte] [telefoonnummer]
[medeverdachte 2] : Ja lekker voor je. Kan je alsjeblieft [.] ook gelijk pakken bij de [.] ?
[verdachte] : Ja is goed. [43]
23-12-2020
[medeverdachte 2] wordt gebeld door [telefoonnummer]
: Kijk, ik wil, ik wil NTV halen weet je wel.
[telefoonnummer] : Ja he, maar [naam] (fon) kwam. Hij is niet chill man, hij doet dom tegen mij.
[medeverdachte 2] : Oke ik ga effen bellen.
[telefoonnummer] : Nee nee nee dat moet je niet zeggen, nee niet zeggen.
[medeverdachte 2] : Ja tuurlijk wel, ik ben de baas he.
[medeverdachte 2] : NTV. Maar je bent niet de eerste die klaagt. Hij gaat ... Waar ben je? Hij moet naar LRC komen toch?
[telefoonnummer] : Nee maar hij is altijd chagrijnig daarom weet je. Ik heb dan geen zin meer om hem te bellen joh want dan denk ik bij me eigen fack hem dan.
[medeverdachte 2] : Ben 'r alleen op donderdag vrijdag zaterdag. Hij is de rest van de dagen. [44]
Het telefoonnummer + [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) was in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 5] . [45] Het telefoonnummer + [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) was in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 2] . [46] Het telefoonnummer + [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) was in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 4] . [47] Het telefoonnummer + [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) was in gebruik bij verdachte.
Uit analyse van de tap op het telefoonnummer [telefoonnummer] is onder meer het volgende gebleken:
28-10-2020
[medeverdachte 5] belt uit met [medeverdachte 4] [telefoonnummer] .
[medeverdachte 5] zegt bij de garage bij [.] [plaats] te zijn. [telefoonnummer] stelt voor om [medeverdachte 5] op te halen zodat [medeverdachte 5] even kan rijden. [medeverdachte 5] zegt wel even wachten. [telefoonnummer] zegt dat hij dan telefoontjes kan doen. [48]
29-10-2020
[medeverdachte 5] wordt gebeld door [telefoonnummer]
[medeverdachte 5] : Kom jij eventueel nog, ja ik heb maar voor 20, maar kom jij eventueel nog in de buurt van Culemborg denk je?
[telefoonnummer] : Nee schat nu eventjes niet want de inkoop moet zo worden gedaan. [49] Ik heb helemaal
geen tijd om nu naar Culemborg te rijden.
[telefoonnummer] : Het is en al druk voor mezelf en de inkoop komt dus dan moet je wel even wachten.
[medeverdachte 5] : Nee is goed. Ah de nieuw nieuw, oke.
[telefoonnummer] : Maar lieve schat, Culemborg komen we zoiezo niet voor 20 dat weet je he.
[telefoonnummer] : Kom je morgen helpen of niet?
[medeverdachte 5] : Ja maar dat word na 8 uur.
[telefoonnummer] : Ja want je weet dit weekend wordt gekkenhuis he.
[medeverdachte 5] : Ja zaterdag zoiezo hoor, dat wel, die staat al in de planning voor je
[telefoonnummer] : Omdat iedereen zijn papieren heeft deze week.
[medeverdachte 5] : Ja zeker, iedereen heb gebeurd he. [50]
31-10-2020
[medeverdachte 5] belt uit met [medeverdachte 4] [telefoonnummer]
[medeverdachte 5] : Kom naar buiten er staan mensen te wachten. [medeverdachte 2] zei ook al dat je de klanten anders door moet geven aan haar.
[medeverdachte 4] : Ik kom eraan. [51]
6-11-2020
[medeverdachte 5] belt uit met [medeverdachte 2] [telefoonnummer] .
[medeverdachte 5] : Hey die van 56 heeft die een tikkie betaald of?
[medeverdachte 2] : Ja twee keer 20 ja.
[medeverdachte 2] : En [C] heeft me gebeld maar ik zei dat jij bij een andere deur stond dat je de weg
kwijt was.
[medeverdachte 2] : En moedertje en dan doe ik wel de ABN A en B. Als jij [C] doet en [.] dan doe ik die andere. Ik zeg je eerlijk, begin weer die spitsuur. Die [.] houden niet op.
Hallo? Ben je er nog?
[medeverdachte 5] : Ja muts, ik was het net in de brievenbus aan het gooien. Moest ik even stil zijn. [52]
8-11-2020
[medeverdachte 5] belt uit met [medeverdachte 2] [telefoonnummer]
[medeverdachte 5] : Even een tikkie van 50
[medeverdachte 2] : Even kijken, welk nummer?
[medeverdachte 5] : Eindigt op 61
[medeverdachte 2] : Wacht even, blijf aan de lijn. Heeft hij daar gister mee getikt?
[medeverdachte 5] : Ja
[medeverdachte 2] : Zeg tegen hem na 3 uur rijden wij niet. [53]
14-11-2020
[medeverdachte 5] belt uit met [medeverdachte 2] [telefoonnummer]
[medeverdachte 5] : Ik rijd al bij die stoplichten. Laat hem maar naar voren komen, [D] .
[medeverdachte 2] : [D] , oke is goed. En [E] heb je ook al gehad toch?
[medeverdachte 5] : Nee daar ga ik daarna naartoe. [54]
20-11-2020
[medeverdachte 5] belt uit met [medeverdachte 2] [telefoonnummer]
[medeverdachte 5] : Ik kom even richting huis want heb even een aanvullende verzekering nodig, ik heb effen te weinig, even aanvullen.
[medeverdachte 2] : Heb je helemaal niks meer dan?
[medeverdachte 5] : Jewel jewel, zo'n grote en 2 kleine en een vijfen. [55]
Uit analyse van de tap op het telefoonnummer [telefoonnummer] is onder meer het volgende gebleken:
31-10-2020
[medeverdachte 4] wordt gebeld door [telefoonnummer]
[medeverdachte 4] geeft aan dat hij papiertjes aan het maken is. [telefoonnummer] vraagt of hij bij [medeverdachte 2] is. [medeverdachte 4] zegt "ja". [medeverdachte 4] : Ik ben nou geen auto aan het rijden he. Dat doet zij. Gister was zij dat aan het maken en vandaag ben ik aan het maken en is zij aan het rijden.
07-11-2020
[medeverdachte 4] wordt gebeld door [telefoonnummer]
[medeverdachte 4] : Ik stuur [medeverdachte 5] naar jou. [medeverdachte 5] , [medeverdachte 5] stuur ik naar jou. Kom maar bij [.] . Hij is daar nu met 1 minuut. Hoeveel heb je nodig, 20? [telefoonnummer] : Ik wil 20. Morgen 11 uur doen we weer alles afrekenen oke? [medeverdachte 4] : Ik ben er niet bij hem moet je direct afrekenen. [56]
7-11-2020
[medeverdachte 4] belt uit met [medeverdachte 5]
[medeverdachte 4] : [medeverdachte 5] , kun jij alsjeblieft die Lange Turk bij [F] (FON) doen?
[medeverdachte 5] : Is goed maar ik doe eerst [G] (FON). [57]
14-11-2020
[medeverdachte 4] wordt gebeld door [telefoonnummer]
: Ik ga naar de stad toe hoelaat zie ik je daar?
[medeverdachte 4] : Ik heb vandaag geen dienst je moet ff die andere bellen.
[medeverdachte 4] wordt gebeld door [telefoonnummer]
vraagt of het goed is dat hij naar de 5e verdieping komt.
[medeverdachte 4] zegt dat hij naar hem moet komen, bij [medeverdachte 1] . [58]
18-12-2020
[medeverdachte 4] belt uit met [verdachte] [telefoonnummer]
: Kom ff kwartiertje vouwen maat dan kan je weer gaan: Jaa ik kom er zo aan. [59]
22-12-2020
[medeverdachte 4] belt uit met [telefoonnummer]
vraagt met wie ze spreekt. [medeverdachte 4] zegt: met [medeverdachte 1] . [telefoonnummer] zegt dat ze niet met [medeverdachte 1] spreekt. [medeverdachte 4] zegt: Ja ik weet, ik werk met hem. [telefoonnummer] moet [medeverdachte 1] hebben. [medeverdachte 4] zegt dat hij er niet is en over twee weken terug is. [60]
31-12-2020
[medeverdachte 4] belt uit met [telefoonnummer]
[medeverdachte 4] noemt zichzelf [A] . [61]
[medeverdachte 4] belt uit met [medeverdachte 2] [telefoonnummer]
[medeverdachte 4] : Kan jij snel langs huis komen bij jou? Want ik heb niks meer.
[medeverdachte 2] : Zo snel?
[medeverdachte 4] : Ja, maar ze hadden allemaal 200, 100, 300, wolla, chaos joh.
[medeverdachte 2] : Oke, weet je waarom? Bij mij is het rustig. Misschien bellen ze nu bij jou op je
telefoon he. [62]
Uit analyse van de tap op het telefoonnummer [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) is onder meer het volgende gebleken:
11-12-2020
[verdachte] belt uit met [telefoonnummer]
: Hallo
[verdachte] : Yo met [verdachte] van dinge, van [medeverdachte 1] , waar ben jij [63]
20-12-2020
[verdachte] wordt gebeld door [telefoonnummer]
: Ja maar heb je nou niks zeg maar
[telefoonnummer] : Nee ik heb nu effen niks nee. Of je moet [A] even bellen, ik weet niet of [A] nog wat
heeft. [64]
24-12-2020
[verdachte] belt uit met [medeverdachte 5] [telefoonnummer] .
[telefoonnummer] : Weet je, ik ben het helemaal zat om te rijden? Ik zou eigenlijk vanavond moeten rijden,
maar ik heb vanavond kerstdiner maar ik had geen zin.
[medeverdachte 5] : Ja groot gelijk ook, het is jouw leven he. Jij hebt ook een leven.
[telefoonnummer] : Ja maar weet je wat het is, zij denken dat ik altijd alles moet doen of wat dan ook.
[medeverdachte 5] : Ja maar dat was met mijn ook effen. Ik denk van ja aan 1 kant oké, ik deed het effen
voor haar maar
[telefoonnummer] : Ja maar ze gebruikt je gewoon, ze gebruikt je gewoon.
[telefoonnummer] : Ik moet morgen met kerst en ehh ook nog en dat betekend dat ik vanavond niks kan doen. Ik heb heel de week hard gewerkt.
[medeverdachte 5] : Ja, ja waarvoor. Waarom
[telefoonnummer] : Luister, ik heb ook een leven, ik werk ook hard.
[telefoonnummer] : En ehh voor die ehh. Ik krijg maar 50 euro NTV voor een zaterdag en zondag en dan werk ik gewoon 12 uur he.
[medeverdachte 5] : Dat is eigenlijk niks.
[telefoonnummer] : Ja ik had zaterdag zelfs een klus afgezegd om voor hun te gaan werken, kon met die klus 500 verdienen en kreeg zaterdag maar 50. Maarja moet je maar niet zeggen maar als [medeverdachte 1] terug is ga ik het er wel over hebben hoor.
[medeverdachte 5] : Ja ja daarom. En alles komt op jou, op mij, neer.
[telefoonnummer] : Ja, ik moet facking veel doen. [65]
27-12-2020
[verdachte] belt uit met [medeverdachte 5] [telefoonnummer] .
[telefoonnummer] : Ze zegt ja vind het wel een beetje jammer dat je met kerst niet bent geweest.
[medeverdachte 5] : Ja sorry hoor, effen een keer een zondag voor mijzelf.
[telefoonnummer] : Ja joh daarom joh. Ze begrijpen het allemaal niet. [medeverdachte 2] belde net. Ik zeg ja ik moet morgen ook gewoon weer werken. Ja dat kan wel? Ik zeg ja dat kan wel ja. [66]
[telefoonnummer] : Dit is niet mijn inkomen he wat ik voor jullie doe. Ik zeg dat is liefdadigheid wat ik voor jullie doe.
[medeverdachte 5] : Ja inderdaad, want wat krijg je ervoor.
[telefoonnummer] : 50 euro, donder op, bij [medeverdachte 1] krijg ik altijd 150 euro.
[telefoonnummer] : Ja maar goed, ik weet dondersgoed wat ze allemaal verdienen joh.
[medeverdachte 5] : Kijk en zij stuurt het allemaal weer naar hem toe natuurlijk
[telefoonnummer] : En nou moet ik weer vouwen voor ze weetje wel.
28-12-2020
[verdachte] belt uit met [medeverdachte 5] .
[telefoonnummer] : Nou ik heb ook bonje gehad hoor met het werkfront. En gister moest ik vouwen. [67] Ik kreeg gister om half 7 van [A] die papiertjes om te vouwen ja. Heb ik gisteravond heb ik er 200 van 20, 200 van 25 en 100 van ehh 50 gemaakt. En zegt ze zo weinig. [68]
01-01-2021
[verdachte] wordt gebeld door [telefoonnummer]
: Ja want als ik met [medeverdachte 1] meereed in het weekend weet je wel, van 2 tot 5 uur 's ochtends, kreeg ik gewoon 150 a 200 euro hé. En van [medeverdachte 2] maar 50. [69] Ik ga al zo lang met [medeverdachte 1] mee. Ik weet precies wat ze verdienen he. [70]
15-02-2021
[telefoonnummer] [ [verdachte] ] belt uit met [telefoonnummer]
: Nou [medeverdachte 1] (fon), [.] (fon) [medeverdachte 3] (fon) [medeverdachte 2] (fon) en leveranciers opgepakt, de hele ketting is opgerold. Daar heb ik echt geluk gehad hoor, want ik heb ook paar keer aan die telefoon gezet. Ja [medeverdachte 1] (fon) voelde het al aan, maar ja hij heeft dus niet al zijn klanten nummers heeft hij niet aan [H] (fon) gegeven. Dus dat is mooi kut. Dus we kunnen ook niet verder. Het is gewoon klaar het hele feest. [71] Het komt door die mensen dia aan zijn huis komen om zooi te halen. Maar goed tot die tijd dat ik geen inval heb ik zei tegen [H] (fon) misschien dat wij dan savonds ff klanten in stand zien te houden een beetje gewoon deels. Dan hebben we in ieder geval wat extra geld. Ik vind wel apart dat ze met mij niets hebben gedaan, ik ben toch regelmatig aan het rijden voor ze dus. [72] Mijn vriendengroep zaten in de cocaïne en die zijn allemaal opgepakt vandaag. [73] Iedereen is opgepakt. [medeverdachte 3] , [A] , ehh [medeverdachte 1] , allemaal inval gedaan vannacht. [74]
Het telefoonnummer [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) werd gebruikt voor zakelijke gesprekken die betrekking hebben op het maken van afspraken en of ontmoetingen voor de verkoop van verdovende middelen. Er waren meerdere gebruikers van de dealerlijn, waaronder [medeverdachte 2] (de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 2] ). Medeverdachte [medeverdachte 1] was na 15 januari 2021 ook de gebruiker van dit telefoonnummer. [75]
17-01-2021
[medeverdachte 1] wordt gebeld door [telefoonnummer]
[medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ): Hé maat
[.....] : Yo maat
[medeverdachte 1] : Leef jij nog jongen
[.....] : Ja ik leef nog wat dan
[medeverdachte 1] : Ja ik hoor dat je al anderhalve maand niet geweest was
[.....] : Nee ja ik heb wel een paar keer geappt maar dan kwam er niemand en ik doe het niet heel
veel meer
[medeverdachte 1] : Nee je haalt bij iemand anders hoor ik, dus dat is niet waar wat je nou zegt, eerlijk zijn tegen mij altijd, ik denk vraag wat er aan de hand is, ik ben terug uit Brazilië, ik hoorde het net, maar wie app jij dan, sms of appen
[.....] : Smsen
[medeverdachte 1] : En niemand reageerde
[.....] : nee ook om 3 uur
[medeverdachte 1] : Wanneer gisteren
[.....] : Nee dat was niet gisteren, of ze komen laat
[medeverdachte 1] : Oké dan weet ik dat, ik ben net terug en ik denk wat is er aan de hand jongen, me maatje
komt niet meer
[.....] : Niks aan de hand , maar of het kan lang duren
[medeverdachte 1] : Dus ze hebben het allemaal kut gedaan, helemaal slecht dus
[.....] : Ja, tenminste ik vind het niet best als het zo lang duurt [76]
[medeverdachte 1] : maar wie was dat weet jij dat, wie er zo lang overdeed
[.....] : Nee, ja bijna allemaal wel een keer
[medeverdachte 1] : Dus dan belde je en dan was het uhh, maar er was niet iets anders aan de hand of zo want dat moet ik weten
[.....] : Nee, daarna hebben we gewoon bij anderen gehaald
[medeverdachte 1] : Oké, maar het is niet dat iemand jou dat heb aangeboden of zo van mijn kant, niemand hè
[.....] : nee dat zeker niet man
[medeverdachte 1] : Oké, nou ja dan is het goed, ik ben gewoon terug nou dan weet je dat ja. Ik loop in elk geval zelf even, ik ben te lang weggeweest 6 maanden, dan gaan de muizen op tafel dansen, dus de pootjes moeten weer afgehakt worden. [77]
Aangetroffen verdovende middelen
Op maandag 15 februari 2021 werd er in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] aan de [adres] te [plaats] een doorzoeking gedaan. [78] Daarbij werd in totaal een hoeveelheid van 109, 04 gram cocaïne in beslag genomen. [79]
Op maandag 15 februari 2021 werd in er in de woning van medeverdachte [medeverdachte 4] aan de [adres] te [plaats] en de woning van diens ouders aan de [adres] te [plaats] een doorzoeking gedaan. [80] Daarbij werd in totaal een hoeveelheid van 25,66 gram cocaïne in de woning van medeverdachte [medeverdachte 4] in beslag genomen en een hoeveelheid van 27,2 gram cocaïne in de woning van diens ouders. [81]
Bewijsoverwegingen
Medeplegen van handel in harddrugs
Verdachte heeft bekend dat hij – samen met anderen – in harddrugs heeft gehandeld in opdracht van (onder andere) medeverdachte [medeverdachte 1] , zij het voor een kortere periode dan ten laste gelegd. Op grond van deze bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de gehele tenlastegelegde periode van 1 december 2019 t/m 15 februari 2021 tezamen en in vereniging met (een) ander(en) heeft gehandeld in harddrugs. Op 1 december 2019 was er WhatsApp-contact tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] waaruit duidelijk blijkt dat verdachte op dat moment drugs rondbracht in opdracht van medeverdachte [medeverdachte 1] . Direct bewijs dat verdachte in de periode tussen januari en oktober 2020 ook heeft gehandeld in harddrugs ontbreekt, maar de rechtbank stelt in dat kader in ieder geval vast dat verdachte op 15 februari 2021 in een telefoongesprek zelf heeft gezegd dat hij ‘regelmatig voor hen’ reed, en dat hij op 1 januari 2021 naar medeverdachte [medeverdachte 5] een bericht stuurde met de inhoud: “Ik ga al zo lang met [medeverdachte 1] mee.” Vanaf oktober tot en met december 2020 komt verdachte regelmatig voor in de tapgesprekken (waarin hij zich ook ‘ [verdachte] van [medeverdachte 1] ’ noemt) en in het tapgesprek van 15 februari 2021 meldt verdachte dat de hele keten ( [A] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] ) is aangehouden en oppert hij om de klanten tijdelijk waar te nemen. Een en ander maakt dat de rechtbank voor de gehele ten laste gelegde periode bewezen acht dat verdachte samen met anderen heeft gehandeld in cocaïne.
De rechtbank is bij de waardering van de getuigenverklaringen van afnemers [getuige 4] en [getuige 5] uitgegaan van hun verklaringen bij de politie. [getuige 4] en [getuige 5] hebben in hun politieverhoor heel concreet verklaard, onder meer wat betreft de beschrijving van het uiterlijk van de dealers, en de mindere kwaliteit van de drugs wanneer medeverdachte [medeverdachte 1] in Brazilië was. In die periodes zouden medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] voor medeverdachte [medeverdachte 1] waarnemen, hetgeen ondersteund wordt door andere bewijsmiddelen. [getuige 4] is bij de rechter-commissaris deels teruggekomen op zijn verklaringen bij de politie en verklaart zich weinig te herinneren, [getuige 5] is wel bij haar verklaring gebleven. Uit de in de zaken van de medeverdachten gevoegde verhoren van afnemers bij de rechter-commissaris blijkt dat een aantal van hen, nadat zij een belastende verklaring hadden afgelegd tegenover de politie, bij het verhoor van de rechter-commissaris ogenschijnlijk zonder aanleiding opeens (deels) ontlastend verklaarden, zich niets meer wisten te herinneren of dat zij angstig waren. Nu de bij de politie afgelegde verklaringen echter zoals gezegd concreet zijn en worden ondersteund door andere bewijsmiddelen heeft de rechtbank de overtuiging dat de verklaringen van [getuige 4] en [getuige 5] in hun eerste verhoor met de politie op de waarheid berusten.
Deelname aan een criminele organisatie (artikel 11b Opiumwet)
Met betrekking tot de tenlastegelegde deelname aan een criminele organisatie stelt de rechtbank het volgende voorop. Voor een bewezenverklaring van deelname aan een criminele organisatie is ten eerste vereist dat sprake is van een ‘organisatie’. Volgens vaste jurisprudentie betekent een organisatie: een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur tussen de verdachte en ten minste één andere persoon. Niet is vereist dat de verdachte heeft samengewerkt met alle andere personen van de organisatie, dat zij die kende of dat er steeds in dezelfde samenstelling werd samengewerkt (vgl. HR 22 januari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BB7134).
Een organisatie is ‘crimineel’ als die organisatie het plegen van misdrijven als doel heeft, in dit geval het handelen in harddrugs.
Van 'deelneming' aan een organisatie als bedoeld in artikel 11b Opiumwet kan slechts dan sprake zijn als verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in gedragingen dan wel gedragingen ondersteunt die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk. Het is niet vereist dat vast komt te staan dat verdachte heeft samengewerkt met, of in ieder geval bekend is met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. De deelneming moet voor verdachte op zichzelf worden beoordeeld.
Over het bestaan van een criminele organisatie, de structuur daarvan en de bijdrage van verdachte daaraan overweegt de rechtbank het volgende.
Op grond van de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden concludeert de rechtbank dat verdachte in de periode vanaf 1 december 2019 tot en met 15 februari 2021 samen met een of meerdere medeverdachten een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband vormde, welke organisatie tot oogmerk had het – kort gezegd – handelen in cocaïne. Verdachte kan als deelnemer aan deze criminele organisatie worden aangemerkt.
De afnemers hebben verklaard over een groep personen die in de pleegperiode cocaïne kwam brengen, en hebben een aantal van zijn medeverdachten geïdentificeerd als personen uit die groep. Verdachte heeft verklaard dat hij in de pleegperiode samen met deze medeverdachten handelde in drugs, en uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte veelvuldig met hen in contact stond over de drugshandel. Enkele afnemers wijzen medeverdachte [medeverdachte 1] aan als leider van de groep, maar wanneer medeverdachte [medeverdachte 1] in het buitenland was moesten zij ‘het regelen’ met medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] . Uit de tapgesprekken volgt voorts dat medeverdachte [medeverdachte 2] door medeverdachte [medeverdachte 1] is geïnstrueerd om zijn rol als leider van de criminele organisatie over te nemen wanneer hij in het buitenland zat. Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft hieraan gevolg gegeven en medeverdachten, waaronder verdachte, aangestuurd door hen onder meer naar adressen van afnemers te sturen en opdracht te geven tot bevoorrading. Uit de tapgesprekken volgt verder dat wanneer medeverdachte [medeverdachte 1] terugkeerde uit het buitenland, hij de leiding overnam.
Uit de verklaringen van verdachte en de tapgesprekken blijkt verder dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 5] een vaste rol hadden als ‘rijders’. Zij kregen betaald voor het afleveren van de drugs door medeverdachte [medeverdachte 1] en – in zijn afwezigheid– door zijn zus, medeverdachte [medeverdachte 2] . Medeverdachte [medeverdachte 5] en verdachte werden door medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en medeverdachte [medeverdachte 4] aangestuurd. Zij vouwden ook ponypacks, die vervolgens door henzelf of een ander lid van de organisatie werden verkocht. Op 15 februari 2021, de dag dat de politie vier van de medeverdachten aanhield en doorzoekingen verrichte, heeft verdachte onder meer via WhatsApp verklaard dat ‘de hele ketting’ was opgerold, dat ‘ze niet verder kunnen’ en dat hij ‘regelmatig voor hen reed’. Ook filosofeerde hij over het voortzetten van de handel door ‘klanten in stand te houden’.
Uit het dossier volgt ook dat veel van de afgetapte zogeheten ‘dealerlijnen’ bij meerdere medeverdachten in gebruik waren. Wanneer naar deze nummers werd gebeld kregen afnemers verdachte een van de medeverdachten aan de telefoon, waarna zij drugs konden bestellen. Verdachte heeft in een afgetapt telefoongesprek op 15 februari 2021 gezegd zelf ook een paar keer ‘aan die telefoon’ te hebben gezeten. Vervolgens kwamen verdachte of een of meerdere van zijn medeverdachten de drugs bezorgen. In getapte gesprekken is te horen dat medeverdachte [medeverdachte 4] zich voordoet als medeverdachte [medeverdachte 1] (‘ [medeverdachte 1] ’), en wanneer er een nieuw dealnummer in gebruik werd genomen werd naar afnemers een algemeen sms-bericht gestuurd met (ongeveer) de tekst: ‘dit is mijn nieuwe nr., gr. [medeverdachte 1] .’ Verdachte en zijn medeverdachten traden hierdoor naar buiten toe op als een (crimineel) samenwerkingsverband. Dit samenwerkingsverband was gelet op de frequentie waarmee werd gedeald en de periode waarin het bestond, duurzaam. Gelet op de vaste samenwerkingsverbanden (al dan niet in wisselende samenstelling), de vele dealerlijnen die door meerdere verdachten werd bemand, de interne communicatie waaruit een patroon van aansturing door vaste personen blijkt en de vaste rol die bijvoorbeeld verdachte en medeverdachte [medeverdachte 5] hadden als ‘rijders’, was dit samenwerkingsverband ook gestructureerd. Het enkele gegeven dat verdachte en/of een of meerdere medeverdachten naast hun rol in dit criminele samenwerkingsverband mogelijk ook zelfstandig handelde in drugs, doet aan het bestaan van en de deelname aan het criminele samenwerkingsverband niet af.
Op grond van de bewijsmiddelen en het hiervoor overwogene acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte heeft deelgenomen aan een organisatie die tot oogmerk had het handelen in harddrugs, als strafbaar gesteld in artikel 11b Opiumwet. Het onder feit 1 ten laste gelegde is daarmee wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1
in de periode van 1 december 2019 tot en met 15 februari 2021 te [plaats] , gemeente [gemeente] , heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van harddrugs, zijnde, misdrijven als bedoeld in artikel 10 vierde lid Opiumwet.
2
in de periode van 1 december 2019 tot en met 15 februari 2021 te [plaats] , gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (gebruikers)hoeveelheden cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, vierde lid van de Opiumwet.
Feit 2
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 6 maanden geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren;
- een taakstraf van 200 uren, met aftrek van het voorarrest, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 100 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht aansluiting te zoeken bij het reclasseringsadvies, inclusief de mogelijkheid tot een kortdurende klinische opname. Verdachte kan zich daarin vinden en is bereid mee te werken aan de geadviseerde bijzondere voorwaarden. De verdediging verzoekt de rechtbank in geen geval een onvoorwaardelijke gevangenisstraf langer dan het voorarrest op te leggen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich gedurende ongeveer 15 maanden schuldig gemaakt aan het samen met anderen handelen in cocaïne. Dit deed hij in georganiseerd verband en als lid van een criminele organisatie. Verdachte werd door anderen betaald voor het vervoeren, afleveren en verkopen van de cocaïne aan afnemers. Ook vouwde verdachte ponypacks. Medeverdachten stuurden verdachte aan. Verdachte had daarmee dus weliswaar een ondergeschikte rol in de criminele organisatie, maar niet een onbelangrijke rol. Verdachte was vaak (al dan niet samen met anderen) onderweg naar afnemers voor drugsdeals, vouwde veel ponypacks en hij stelde zijn auto ter beschikking. Aldus stelde verdachte de organisatie in staat om langdurig en in georganiseerd verband cocaïne te verhandelen. Naast de benadeling van de gezondheid van de afnemers, heeft verdachte met zijn handelen een bijdrage geleverd aan de instandhouding van de cocaïnehandel, en alle daarmee gepaard gaande gevaren voor de openbare orde en de maatschappelijke veiligheid.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met het meest recente uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 28 december 2021. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op een reclasseringsrapport d.d. 20 januari 2022, opgemaakt door reclasseringswerker [K] . Hieruit volgt – kort samengevat – dat de reclassering het recidiverisico inschat als laag. Omdat de positieve ontwikkelingen op de verschillende leefgebieden fragiel te noemen zijn, acht de reclassering het wenselijk dat zij langer betrokken blijft om verdachte te ondersteunen bij het bewaken van structuur, balans en de verleidingen die op zijn pad (kunnen) komen. De reclassering adviseert daarom een deels voorwaardelijke straf, met reclasseringstoezicht. Dit toezicht zou moeten bestaan uit – kort samengevat – een meldplicht, een ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), een contactverbod met medeverdachte [medeverdachte 1] en een verplichting tot het meewerken aan middelencontrole.
Op 19 januari 2023 heeft de heer [J] van de reclassering per e-mail een update gegeven over het verloop van het schorsingstoezicht. Hieruit volgt – kort samengevat – dat het schorsingstoezicht goed is verlopen. Verdachte heeft zich altijd aan de afspraken gehouden en hij wil de behandeling bij [instelling 1] voortzetten, ongeacht of dit door de rechtbank wordt opgelegd of niet. De reclassering blijft grotendeels bij haar advies van 20 januari 2022, maar omdat verdachte altijd open is geweest over zijn middelengebruik en uit eigen beweging geen contact meer wil met de medeverdachten, kunnen de bijzondere voorwaarden ‘contactverbod’ en ’meewerken aan middelencontrole’ komen te vervallen.
Strafoplegging
De rechtbank heeft bij het bepalen van een passende straf in eerste instantie rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, en straffen die daarvoor in soortgelijke gevallen plegen te worden opgelegd. De LOVS-oriëntatiepunten voor het dealen van harddrugs gaan, voor een alleen-opererende dealer die gedurende zes tot twaalf maanden regelmatig dealt, uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden. In dit geval is sprake van een dealer die gedurende ongeveer vijftien maanden samen met een of meer anderen heeft gedeald, in een crimineel samenwerkingsverband.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de officier van justitie een relatief lage straf heeft geëist, en dat deze, wanneer zou worden uitgegaan van straffen die in soortgelijke gevallen worden opgelegd, in beginsel hoger zou uitvallen. De rechtbank kiest er evenwel voor om de eis van de officier van justitie als uitgangspunt te nemen bij het bepalen van de straf en verdachte dus geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan zijn voorarrest. Daarbij is met name van belang dat de rechtbank de indruk heeft dat verdachte heeft geleerd van zijn fouten en dat hij een andere weg is ingeslagen waardoor de rechtbank de overtuiging heeft, mede gelet op het reclasseringsadvies, dat de kans op recidive klein is. Ook weegt mee dat verdachte vanaf zijn eerste politieverhoor een open en grotendeels bekennende proceshouding heeft aangenomen. Daarnaast heeft verdachte op zitting aangegeven graag mee te willen werken aan het reclasseringstoezicht en heeft hij in de schorsingsperiode laten zien gemotiveerd te zijn. Omdat de rechtbank het bewezen verklaarde wel strafwaardiger acht dan de officier van justitie, zal zij de geëiste taakstraf verhogen.
Alles afwegende legt de rechtbank aan verdachte op een taakstraf voor de duur van 240 uur, met aftrek, en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van twee jaar. Nu geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd dan het voorarrest, heft de rechtbank de (geschorste) voorlopige hechtenis op.
De rechtbank zal aan de voorwaardelijke gevangenisstraf de bijzondere voorwaarden verbinden als geadviseerd door de reclassering, maar overweegt ten aanzien van de mogelijkheid tot een (korte) klinische opname als volgt.
Mogelijkheid tot klinische opname
Uit een arrest van de Hoge Raad van 12 juli 2022 volgt dat een de beslissing om een verdachte een kortdurende klinische opname te laten ondergaan alleen door een rechter kan worden genomen. Het in handen leggen van deze beslissing bij de reclassering is onverenigbaar met artikel 14c, tweede lid, aanhef en onder sub 10, Wetboek van Strafrecht. De rechtbank zal daarom de inhoud van het reclasseringsadvies dat over verdachte is opgemaakt ten aanzien van deze bijzondere voorwaarde niet ongewijzigd overnemen. De rechtbank beslist als volgt.
Omdat de rechtbank het wenselijk acht dat verdachte gedurende de proeftijd indien noodzakelijk kort klinisch wordt opgenomen, zal zij beslissen dat de reclassering een indicatiestelling kan aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Indien de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert zal, na rechterlijke goedkeuring, de verdachte zich laten opnemen in een zorginstelling te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De klinische opname duurt maximaal 7 weken, en kan worden verkort indien de reclassering dat nodig vindt.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 57, 140 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 2, 10 en 11b van de Opiumwet;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 6 maanden;
- bepaalt dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast;
- als algemene voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- als
bijzondere voorwaardengelden dat verdachte:
zich meldt na het ingaan van de proeftijd op afspraak bij toezichthouder [J] van de reclassering [instelling 2] op het adres [adres] te [.] . Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
verdachte laat zich behandelen door forensisch FACT-team van [instelling 1] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling is reeds gestart. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Indien daartoe aanleiding is, zoals bij een terugval in middelengebruik, bij overmatig middelengebruik of in geval van ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld, kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Indien de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert zal,
na rechterlijke goedkeuring, de verdachte zich laten opnemen in een zorginstelling te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt 7 weken of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 240 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 120 dagen hechtenis.
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstraf van 2 uren taakstraf per dag.
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Brouwer, voorzitter, mr. C. van de Lustgraaf en mr. L.M. Reijnierse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.H.A. de Poot, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 maart 2023.
Mr. Van de Lustgraaf is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij, in of omstreeks de periode van 1 december 2019 tot en met 15 februari 2021 te Leerdam, gemeente Vijfheerenlanden, en/of Delft, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 5] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van een of meerdere hoeveelheden harddrugs, zijnde, althans, een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde, vijfde lid, 10a eerste lid, 11 derde, vijfde lid en/of 11a Opiumwet.
2
hij, op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2019 tot en met 15 februari 2021 te Leerdam, gemeente Vijfheerenlanden, en/of Delft, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, een of meer (gebruikers)hoeveelheden, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit, tenzij anders vermeld, pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal d.d. 17 februari 2021, 23 februari 2021, 11 maart 2021, 22 maart 2021, 6 mei 2021, 25 juni 2021, 8 oktober 2021, 4 februari 2021 en 13 oktober 2021, genummerd Z2021049411 (A t/m H), opgemaakt door politie Midden-Nederland, Districtsrecherche West Utrecht, doorgenummerd pagina 1 tot en met pagina 3832. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 297 t/m 300.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1479.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 458.
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 13 maart 2021, p. 1763.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 13 maart 2021, p. 1764.
7.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 8 maart 2021, p. 1745.
8.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 13 maart 2021, p. 1751.
9.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 13 maart 2021, p. 1752.
10.Proces-verbaal van verhoor getuigen [getuige 4] en [getuige 5] d.d. 1 maart 2021, p. 1697-1699.
11.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 6] d.d. 4 maart 2021, p. 1723.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 562.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 21.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 670.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 910.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1065.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1600.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 645.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1065.
20.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1600.
21.Proces-verbaal van bevindingen, p. 687.
22.Proces-verbaal van bevindingen, p. 688.
23.Proces-verbaal van bevindingen, p. 721.
24.Proces-verbaal van bevindingen, p. 617.
25.Proces-verbaal van bevindingen, p. 735.
26.Proces-verbaal van bevindingen, p. 622.
27.Proces-verbaal van bevindingen, p. 742.
28.Proces-verbaal van bevindingen, p. 629.
29.Proces-verbaal van bevindingen, p. 811.
30.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1162.
31.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1164.
32.Proces-verbaal van bevindingen, p. 293.
33.Proces-verbaal van bevindingen, p. 927.
34.Proces-verbaal van bevindingen, p. 928.
35.Proces-verbaal van bevindingen, p. 934.
36.Proces-verbaal van bevindingen, p. 932.
37.Proces-verbaal van bevindingen, p. 935.
38.Proces-verbaal van bevindingen, p. 938.
39.Proces-verbaal van bevindingen, p. 939.
40.Proces-verbaal van bevindingen, p. 941.
41.Proces-verbaal van bevindingen, p. 960.
42.Proces-verbaal van bevindingen, p. 978.
43.Proces-verbaal van bevindingen, p. 965.
44.Proces-verbaal van bevindingen, p. 984.
45.Proces-verbaal van bevindingen, p. 295.
46.Proces-verbaal van bevindingen, p. 909-910.
47.Proces-verbaal van bevindingen, p. 643.
48.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1095.
49.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1096.
50.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1097.
51.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1101.
52.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1105.
53.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1106.
54.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1108.
55.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1112.
56.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1029.
57.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1031.
58.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1033.
59.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1047.
60.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1048.
61.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1053.
62.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1055.
63.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1520.
64.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1522.
65.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1525.
66.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1526.
67.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1527.
68.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1529.
69.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1532.
70.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1533.
71.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1545.
72.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1546.
73.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1547.
74.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1552.
75.Proces-verbaal van bevindingen, p. 821.
76.Proces-verbaal van bevindingen, p. 830.
77.Proces-verbaal van bevindingen, p. 831.
78.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2151.
79.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2152.
80.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2151.
81.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2152.