ECLI:NL:RBMNE:2023:1132
Rechtbank Midden-Nederland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontruiming huurwoning na opzegging huurovereenkomst
In deze zaak heeft de Stichting Omthuis een vordering tot ontruiming van een huurwoning ingediend tegen een gedaagde die de huurovereenkomst had opgezegd, maar weigerde de woning te verlaten na het verstrijken van de overeenkomst. De kantonrechter heeft op 15 maart 2023 in een kort geding verstek verleend tegen de gedaagde, die niet op de zitting was verschenen. De procedure begon met een dagvaarding, waarbij de gedaagde was opgeroepen om te verschijnen, maar hij heeft geen uitstel gevraagd of gereageerd op de vordering.
Tijdens de zitting op 8 maart 2023 heeft de eisende partij haar vordering verminderd, omdat de gedaagde een deel van de huur over januari en februari 2023 had voldaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de stellingen van de eisende partij niet heeft weersproken en dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond was. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld om de woning binnen zeven dagen na betekening van het vonnis te ontruimen en de sleutels af te geven aan de eisende partij. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 646,47 voor elke maand dat hij de woning onder zich houdt, vermeerderd met wettelijke rente.
De gedaagde is ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 976,86, inclusief het salaris van de gemachtigde. De kantonrechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.