ECLI:NL:RBMNE:2023:1120

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 maart 2023
Publicatiedatum
15 maart 2023
Zaaknummer
16.084481.22 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omvangrijke oplichting en pogingen tot oplichting door zich valselijk voor te doen als directeur van ondernemingen op Urk

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 maart 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan omvangrijke oplichting en pogingen tot oplichting. De verdachte deed zich valselijk voor als directeur van verschillende ondernemingen op Urk en plaatste bestellingen op rekening voor goederen, die hij vervolgens niet betaalde. Dit leidde tot een financieel nadeel voor de benadeelde bedrijven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 november 2021 tot en met 8 maart 2022 meermalen heeft geprobeerd om verschillende bedrijven op te lichten en zich schuldig heeft gemaakt aan (eenvoudig) witwassen door bankrekeningen ter beschikking te stellen aan medeplichtigen van WhatsApp- en bankhelpdeskfraude. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor twee feiten van oplichting, twee feiten van poging tot oplichting en vijf feiten van (eenvoudig) witwassen. De rechtbank heeft de vorderingen van twee benadeelde partijen toegewezen en het wederrechtelijk verkregen voordeel van bijna 53.000 euro ontnomen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 260 dagen, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft ook de schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven en beslag gelegd op een telefoontoestel en een personenauto die zijn gebruikt bij het plegen van de strafbare feiten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.084481.22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 15 maart 2023 (verstek)
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1984] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is bij verstek gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1 maart 2023. Tijdens deze zitting zijn ook de zaken tegen verdachte met parketnummer 16-261179-21 en 16-272119-21 behandeld. De drie zaken zijn gelijktijdig maar niet gevoegd behandeld.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. R.A. Craenen.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er op neer dat verdachte:
Feit 1
in de periode van 1 november 2021 tot en met 8 maart 2022 op Urk samen met een of meer anderen of alleen, meermalen, [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] heeft opgelicht;
Feit 2
in de periode van 1 november 2021 tot en met 8 maart 2022 op Urk, samen met een of meer anderen of alleen, meermalen, heeft geprobeerd om [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] op te lichten;
Feit 3
zich in de periode van 3 januari 2022 tot en met 1 maart 2022 in Nieuwegein en/of Emmeloord, samen met een of meer anderen, schuldig heeft gemaakt aan witwassen of aan schuldwitwassen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten bekend en er is geen vrijspraak bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
Feit 1 en 2
- de bekennende verklaring van de verdachte in het proces-verbaal van verhoor verdachte van 5 april 2022; [2]
- een proces-verbaal van aangifte door [aangever 1] namens [bedrijf 4] B.V. van 1 februari 2022; [3]
- een proces-verbaal van aangifte door [aangever 2] namens [bedrijf 5] B.V. van 8 februari 2022; [4]
- een proces-verbaal van aangifte door [aangever 3] namens [bedrijf 1] van 28 februari 2022; [5]
- een proces-verbaal van aangifte door [aangever 4] namens [bedrijf 6] van 8 maart 2022; [6]
- een proces-verbaal van aangifte door [aangever 5] namens [bedrijf 7] B.V. van 10 maart 2022; [7]
- een proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van 24 maart 2022; [8]
- een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] van 26 april 2022. [9]
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Feit 3
- de bekennende verklaring van verdachte in het proces-verbaal van verhoor verdachte van 4 april 2022; [10]
- de bekennende verklaring van verdachte in het proces-verbaal van verhoor verdachte van 5 april 2022; [11]
- proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] van 31 maart 2022; [12]
- een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 4 april 2022. [13]

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Ten aanzien van feit 1:
in de periode van 1 november 2021 tot en met 8 maart 2022 te Urk, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, meermalen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[bedrijf 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
te weten tot afgifte van elektronica (waaronder een of meerdere Apple Watches, iPhones, Samsung telefoons en/of Nespresso machines) en/of verzorgingsproducten (waaronder een of meerdere flesjes parfum) en/of een of meerdere kledingstukken (waaronder een of meerdere paar schoenen en/of vesten) en/of sieraden (waaronder armbandjes) door:
- (telkens) een (zakelijk) klantaccount aan te maken op de website van [bedrijf 1] B.V.
- (daarbij) (telkens) valse namen, althans een andere naam dan die van verdachte, te gebruiken en/of
- (daarbij) (telkens) valse en/of verschillende emailadressen en/of websites te gebruiken en/of
- (daarbij) (telkens) postadressen en/of factuuradressen te gebruiken van willekeurige bedrijven in Urk en/of
- (vervolgens) via dat (valse) klantaccount bij [bedrijf 1] B.V. voornoemde goederen (op afbetaling) te bestellen, terwijl hij, verdachte, niet voor voornoemde goederen en/of bestellingen heeft betaald;
Ten aanzien van feit 2
in of omstreeks de periode van 1 november 2021 tot en met 8 maart 2022 te Urk, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] te bewegen tot de afgifte van enig goed, te weten tot afgifte van elektronica (waaronder een of meerdere Apple Watches, iPhones, Samsung telefoons en/of Nespresso machines) en/of verzorgingsproducten (waaronder een of meerdere flesjes parfum) en/of een of meerdere kledingstukken (waaronder een of meerdere paar schoenen en/of vesten) en/of sieraden (waaronder armbandjes) en/of meubels,
-(telkens) een (zakelijk) klantaccount heeft aangemaakt op de website van [bedrijf 1] B.V. en/of [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] en
- (daarbij) (telkens) valse namen, althans een andere naam dan die van verdachte, heeft gebruikt en
- (daarbij) (telkens) valse en/of verschillende emailadressen en/of websites heeft gebruikt en
- (daarbij) (telkens) postadressen en/of factuuradressen heeft gebruikt van willekeurige bedrijven in Urk en
- (vervolgens) via dat (valse) klantaccount bij [bedrijf 1] B.V. en/of [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] voornoemde goederen (op afbetaling) heeft besteld, terwijl hij, verdachte, niet voor voornoemde goederen en/of bestellingen heeft betaald,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

Ten aanzien van feit 3
de periode van 3 januari 2022 tot en met 1 maart 2022, te Nieuwegein en/of Emmeloord, een of meerdere Apple producten (waaronder iPhones, watches, iPads en/of macbooks), althans een of meer voorwerpen
Sub b
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet,
terwijl hij, verdachte, wist die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1, 2 of 3 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Ten aanzien van feit 1:
Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 2:
Medeplegen van poging tot oplichting, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 3:
Medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter zitting verklaard dat hij van plan was om te vorderen om verdachte ter zake van de door de officier van justitie bewezen geachte feiten in de zaken met parketnummer 16-261179-21, 16-272119-21 en onderhavige zaak tezamen te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van in totaal 12 maanden. Omdat de zaken niet zijn gevoegd heeft de officier van justitie de door hem gevorderde gevangenisstraf van 12 maanden pondsgewijs uitgesplitst. Voor onderhavige zaak vordert de officier van justitie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 260 dagen.
8.2
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en de strafmaat houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder deze feiten door verdachte zijn begaan. De rechtbank let daarnaast op de straffen die in soortgelijke strafzaken zijn opgelegd en houdt ten slotte rekening met de persoon van verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden zoals die tijdens de terechtzitting zijn gebleken.
Aard en ernst van het feit
Verdachte heeft zich kort gezegd schuldig gemaakt aan het medeplegen van oplichting, pogingen daartoe en medeplegen van witwassen. Verdachte heeft gedurende meerdere maanden namens meerdere op Urk gevestigde bedrijven bestellingen geplaatst bij [bedrijf 1] , [bedrijf 3] en [bedrijf 2] door op naam van deze bedrijven (valse) klantaccounts aan te maken. Bij het plaatsen van de bestellingen heeft verdachte gebruik gemaakt van de mogelijkheid om achteraf te kunnen betalen. Door de bestellingen te onderscheppen voordat deze daadwerkelijk werden geleverd bij de betreffende bedrijven kreeg verdachte de beschikking over de bestelde goederen terwijl voor de betreffende bedrijven een schuld ontstond.
Als gevolg van het handelen van verdachte zijn de slachtoffers (financieel) benadeeld. [bedrijf 1] heeft voor een bedrag van € 72.576,40 daadwerkelijk goederen geleverd zonder hiervoor betaald te hebben gekregen (zie ook het ontnemingsvonnis met parketnummer 16.084481.22). Verdachte heeft echter voor een veel hoger bedrag (€ 226.155,50) bestellingen bij [bedrijf 1] geplaatst. Dat [bedrijf 1] haar financiële nadeel heeft kunnen beperken tot een bedrag van € 72.576,40 is niet aan enig handelen van verdachte te danken. Dat [bedrijf 2] en [bedrijf 3] geen financieel nadeel hebben geleden als gevolg van het handelen van verdachte is evenmin de verdienste van verdachte geweest, maar is aan de oplettendheid van anderen te danken. Ondanks het feit dat [bedrijf 2] en [bedrijf 3] geen financieel nadeel hebben geleden hebben deze bedrijven als gevolg van het handelen van verdachte wel overlast ervaren. Hetzelfde geldt voor de bedrijven op wiens naam verdachte de bestellingen heeft geplaatst. Deze bedrijven ontvingen rekeningen voor goederen die zij nooit hadden besteld en hebben vervolgens aangifte moeten doen.
Met zijn handelen heeft verdachte het vertrouwen in het zakelijk verkeer bij bestellingen op afbetaling ernstig geschaad. En dat geldt ook voor het vertrouwen van slachtoffers van dit soort feiten in het digitale betalings- en economische verkeer in het algemeen. In deze tijd, waarin online betalen en bestellen aan de orde van de dag is, is dit vertrouwen van groot belang. Ook het witwassen van de opbrengsten van de oplichtingen leidt tot ondermijning van het Financiële en economische verkeer. Het handelen van verdachte heeft daardoor niet alleen negatieve gevolgen voor de slachtoffers van deze zaak, maar ook voor de maatschappij in het algemeen.
De rechtbank weegt bij de aard en de ernst van het feit tot slot mee dat verdachte is doorgegaan met het strafbaar handelen terwijl hij voor soortgelijke feiten in de zaken met parketnummers 16-261179-21 en 16-272119-21 (die zien op oudere feiten) als verdachte is verhoord. Naar het oordeel van de rechtbank onderstreept dit eens te meer dat verdachte enkel dacht aan zijn eigen financieel gewin en niet dacht aan de gevolgen van zijn handelen voor de slachtoffers en de maatschappij. De rechtbank rekent verdachte dit alles zeer aan.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft bij haar beslissing rekening gehouden met het uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 19 januari 2023 waaruit blijkt dat verdachte eerder, maar niet recent, is veroordeeld voor strafbare feiten.
Ook heeft de rechtbank bij haar beslissing acht geslagen op de door de reclassering uitgebrachte adviezen van 2 november 2022 en 9 februari 2023. De reclassering constateert hierin dat vrijwel alle leefgebieden van verdachte instabiel zijn. Zo heeft verdachte geen eigen huisvesting, is er geen zinvolle dagbesteding, geen inkomen, sprake van een (forse) schuldenlast en middelengebruik. Het middelengebruik, het sociale netwerk en de houding van verdachte zorgen samen voor een verhoogd risico op recidive. Verdachte heeft in januari en februari 2023 meerdere waarschuwingen gekregen van de reclassering in verband met het overtreden van de voorwaarden verbonden aan de schorsing van zijn voorlopige hechtenis. In het advies van 9 februari 2023 constateert de reclassering daarom dat verdachte ondanks de inzet van verschillende ketenpartners en de reclassering, niet gemotiveerd lijkt om te werken aan gedragsverandering en recidivevermindering. Het risico op onttrekking aan eventueel op te leggen voorwaarden wordt, net als het risico op recidive, door de reclassering hoog ingeschat. Bij veroordeling adviseert de reclassering een straf zonder bijzondere voorwaarden omdat zij geen mogelijkheden zien om deze risico’s met interventies of toezicht te beperken of het gedrag van verdachte te veranderen. Volgens de reclassering neemt verdachte geen verantwoordelijkheid en vergoelijkt hij zijn eigen gedrag. Ook geeft de reclassering aan dat verdachte in gesprekken met de reclassering steeds vaker niet de waarheid vertelt over meerdere facetten van zijn leven (waaronder zijn middelengebruik) en de reclassering moedwillig om de tuin probeert te leiden.
De op te leggen straf
Gelet op de aard en de ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte een straf moet worden opgelegd die vrijheidsbeneming met zich brengt. Daarbij betrekt de rechtbank dat deze zaak weliswaar niet is gevoegd met de zaken met parketnummer 16-261179-21 en 16-272119-21, maar dat de reden hiervoor is gelegen in het feit dat verdachte niet ter terechtzitting is verschenen en de raadsman zich uitsluitend gemachtigd voelde om de verdediging te voeren in onderhavige zaak. Om die reden heeft de officier van justitie gevorderd de zaken niet te voegen. De zaken zijn wel gelijktijdig behandeld en verdachte wordt op dezelfde datum voor alle ten laste gelegde feiten veroordeeld. De rechtbank betrekt daarom bij het bepalen van de hoogte van de straf de oriëntatiepunten straftoemeting van het LOVS (Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht) en sluit aan bij het oriëntatiepunt voor fraude met een benadelingsbedrag tussen de € 70.000,- en € 125.000,-, dat een gevangenisstraf van vijf tot negen maanden vermeldt. Verdachte heeft zijn slachtoffers in de drie zaken tezamen in totaal voor een bedrag van circa € 100.000,- benadeeld. Indien ook rekening wordt gehouden met de pogingen tot oplichting ligt dit bedrag nog veel hoger. De rechtbank weegt ten opzichte van deze oriëntatiepunten de duur van de gedragingen en de rol van verdachte ten opzichte van zijn mededaders in strafverzwarende zin mee. Ook houdt de rechtbank in strafverzwarende zin rekening met de mate waarin de gedragingen hebben geleid tot marktverstoring, beschadiging van het vertrouwen in de markt en het feit dat verdachte het strafbare handelen niet uit eigen beweging heeft gestopt. In strafverminderende zin neemt de rechtbank mee dat verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd en in zoverre verantwoordelijkheid neemt voor zijn gedragingen.
Indien de zaken zouden zijn gevoegd, komt de eis van de officier van justitie van twaalf maanden gevangenisstraf passend en geboden voor. Voor onderhavige zaak zal de rechtbank verdachte conform de eis van de officier van justitie daarom een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 260 dagen opleggen, met aftrek van de tijd die hij voor deze zaak in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden van verdachte geen reden om een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen.
Tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

9.VOORLOPIGE HECHTENIS

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
Naast de vordering tot het opleggen van een gevangenisstraf heeft de officier van justitie ook gevorderd de schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis op te heffen. De officier van justitie heeft hierbij aangevoerd dat verdachte de voorwaarden van zijn schorsing heeft overtreden en dat sprake is van een hoog recidiverisico.
9.2
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat de strafvorderlijke regeling meebrengt dat de opheffing van een schorsing van voorlopige hechtenis te allen tijde door de rechtbank kan worden bevolen, ambtshalve of op vordering van de officier van justitie. Kortom, een aan de rechter toegekende bevoegdheid.
De voorlopige hechtenis is met ingang van 20 mei 2022 geschorst. Aan deze schorsing heeft de rechtbank een aantal voorwaarden verbonden. Naar het oordeel van de rechtbank kon door het stellen van die voorwaarden het met voorlopige hechtenis nagestreefde doel – kort gezegd: het voorkomen van herhaling – toereikend worden gewaarborgd.
Uit het dossier volgt dat verdachte drie officiële waarschuwingen heeft gehad omdat hij zich niet aan de gestelde schorsingsvoorwaarden heeft gehouden. Op 25 januari 2023 heeft de reclassering hem een waarschuwing gegeven omdat hij niet meewerkte aan het vinden en behouden van maatschappelijk geaccepteerde dagbesteding. Op 31 januari 2023 volgt een waarschuwing omdat verdachte de behandelafspraken met Amethist Verslavingszorg niet nakomt en voor hen niet bereikbaar is en op 2 februari 2023 krijgt verdachte een waarschuwing omdat hij zich in strijd met de schorsingsvoorwaarden niet heeft gemeld bij de reclassering. In haar advies van 9 februari 2023 schrijft de reclassering dat verdachte zich de afgelopen periode niet conformeert aan afspraken en dat de behandeling van verdachte als gevolg hiervan niet van de grond komt.
Nu verdachte de aan zijn schorsing verbonden voorwaarden meermaals heeft overtreden ziet de rechtbank aanleiding om de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte op te heffen. De rechtbank zal de vordering van de officier van justitie daarom toewijzen en de schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.

10.BESLAG

Uit de beslaglijst van 26 januari 2023 volgt dat er beslag is gelegd op:
1. een telefoontoestel (omschrijving: PL0900-2022058141-G2954946);
2 een personenauto (omschrijving: PL0900-2022058141-G2936790, Grijs, merk Skoda, met sleutels, kenteken [kenteken] ).
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd het telefoontoestel verbeurd te verklaren omdat dit intensief is gebruikt bij het plegen van de strafbare feiten. Met betrekking tot de personenauto heeft de officier van justitie zich primair op het standpunt gesteld dat ook deze verbeurd moet worden verklaard omdat deze is gebruikt bij het begaan van de strafbare feiten. De auto is gebruikt bij het onderscheppen van de bestellingen en in de auto zijn veel dozen van [bedrijf 1] aangetroffen. Ook is in deze auto correspondentie met betrekking tot de strafbare feiten aangetroffen. Subsidiair stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat de personenauto kan worden teruggegeven aan verdachte.
10.2
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het telefoontoestel en de in beslag genomen personenauto vatbaar voor verbeurdverklaring nu de bewezenverklaarde feiten hiermee zijn begaan.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 45, 47, 57, 63, 326, en 420bis van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
  • verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
  • verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Voorlopige hechtenis
- heft de schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis op;
Beslag
- verklaart de volgende goederen verbeurd:
o een telefoontoestel (omschrijving: PL0900-2022058141-G2954946);
o personenauto (omschrijving: PL0900-2022058141-G2936790, Grijs, merk Skoda, met sleutels, kenteken [kenteken] ).
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Danel, voorzitter, mrs. A.W.M. van Hoof en L.L. Veendrick, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Q.A.A. Sanders, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 15 maart 2023.
mr. Q.A.A. Sanders is buiten staat het vonnis te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2021 tot en met 8 maart 2022 te Urk, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het
verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten tot afgifte van elektronica (waaronder een of meerdere Apple Watches, iPhones, Samsung telefoons en/of Nespresso machines) en/of verzorgingsproducten (waaronder een of meerdere flesjes parfum) en/of een of meerdere kledingstukken (waaronder een of meerdere paar schoenen en/of vesten) en/of sieraden (waaronder armbandjes) en/of meubels, door:
- ( telkens) een (zakelijk) klantaccount aan te maken op de website van [bedrijf 1] B.V. en/of
[bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] en/of
- ( daarbij) (telkens) valse namen, althans een andere naam dan die van verdachte, te gebruiken en/of
- ( daarbij) (telkens) valse en/of verschillende emailadressen en/of websites te gebruiken en/of
- ( daarbij) (telkens) postadressen en/of factuuradressen te gebruiken van willekeurige bedrijven in Urk en/of
- ( vervolgens) via dat (valse) klantaccount bij [bedrijf 1] B.V. en/of [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] voornoemde goederen (op afbetaling) te bestellen, terwijl hij, verdachte, niet voor voornoemde goederen en/of bestellingen heeft betaald;
2
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2021 tot en met 8 maart 2022 te Urk, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten tot afgifte van elektronica (waaronder een of meerdere Apple Watches, iPhones, Samsung telefoons en/of Nespresso machines) en/of verzorgingsproducten (waaronder een of meerdere flesjes parfum) en/of een of meerdere kledingstukken (waaronder een of meerdere paar schoenen en/of vesten) en/of sieraden (waaronder armbandjes) en/of meubels,
-(telkens) een (zakelijk) klantaccount heeft aangemaakt op de website van [bedrijf 1] B.V. en/of [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] en/of
- ( daarbij) (telkens) valse namen, althans een andere naam dan die van verdachte, heeft gebruikt en/of
- ( daarbij) (telkens) valse en/of verschillende emailadressen en/of websites heeft gebruikt en/of
- ( daarbij) (telkens) postadressen en/of factuuradressen heeft gebruikt van willekeurige bedrijven in Urk en/of
- ( vervolgens) via dat (valse) klantaccount bij [bedrijf 1] B.V. en/of [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] voornoemde goederen (op afbetaling) heeft besteld, terwijl hij, verdachte, niet voor voornoemde goederen en/of bestellingen heeft betaald,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 januari 2022 tot en met 1
maart 2022, te Nieuwegein en/of Emmeloord, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen (van) een of meerdere Apple producten (waaronder iPhones, watches, iPads en/of macbooks), althans (van) een of meer voorwerpen
Sub a
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft
verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en)
was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den)
Sub b
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
- gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlage opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 3 mei 2022, genummerd 2022065440, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, genummerd 1 tot en met 457. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.P. 23.
3.P. 93.
4.P. 100.
5.P. 90.
6.P. 153.
7.P. 158.
8.P. 182.
9.P. 332.
10.P. 13.
11.P. 23.
12.P. 271.
13.P. 273.