ECLI:NL:RBMNE:2023:112

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 januari 2023
Publicatiedatum
17 januari 2023
Zaaknummer
UTR 22/3294
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing Wajong-uitkering wegens arbeidsvermogen van eiseres

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 18 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de afwijzing van een Wajong-uitkering. Eiseres, die op 24 maart 2021 een aanvraag indiende, betoogde dat zij op haar achttiende verjaardag en in de vijf jaar daarna geen arbeidsvermogen had, wat een vereiste is voor het verkrijgen van de Wajong-uitkering. Het Uwv heeft echter vastgesteld dat eiseres in die periode wel degelijk arbeidsvermogen had, gebaseerd op de bevindingen van een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige. Deze concludeerden dat eiseres in staat was om ten minste vier uren per dag te werken en beschikte over basale werknemersvaardigheden.

Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de afwijzing, maar het Uwv handhaafde zijn besluit na een herbeoordeling. De rechtbank heeft de zaak op 16 november 2022 behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde. De rechtbank oordeelde dat het Uwv terecht had vastgesteld dat geen van de vier criteria voor arbeidsongeschiktheid op eiseres van toepassing was. De rechtbank benadrukte dat de rapporten van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige zorgvuldig waren opgesteld en geen tegenstrijdigheden vertoonden. Eiseres heeft geen overtuigende medische onderbouwing gepresenteerd die haar standpunt ondersteunt.

De rechtbank concludeert dat het Uwv de afwijzing van de Wajong-aanvraag terecht in stand heeft gelaten, omdat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor de uitkering. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun mogelijkheden om in beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Almere
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/3294
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 januari 2023 op het beroep in de zaak tussen

[eiseres] uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. S.L Sarin),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, het Uwv
(gemachtigde: mr. E.F. de Roy van Zuydewijn)

Inleiding

1.1
Eiseres is op [1993] achttien jaar geworden. Op 24 maart 2021 heeft zij het Uwv om een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) gevraagd. Om voor een Wajonguitkering in aanmerking te komen moet vast komen staan dat eiseres op haar achttiende verjaardag duurzaam (dus zonder te verwachten verbetering) geen arbeidsvermogen heeft. Eiseres heeft geen arbeidsvermogen als zij duurzaam:
geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie, of;
niet over basale werknemersvaardigheden beschikt, of;
niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur; of
niet ten minste vier uren per dag belastbaar is.
Deze vier criteria worden beoordeeld door een verzekeringsarts. De criteria onder a. en b. worden ook beoordeeld door een arbeidsdeskundige.
1.2
Een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige van het Uwv hebben onderzoek gedaan naar de medische toestand van eiseres op haar achttiende verjaardag, dus op [1993] , en in de vijf jaar daarna. Zij komen tot de conclusie dat eiseres in die periode arbeidsvermogen had, omdat geen van de vier criteria zich toen bij haar voordeed. Volgens de verzekeringsarts was eiseres in die periode tenminste vier uren op een dag voor een uur aaneengesloten belastbaar. En samen met de arbeidsdeskundige komt zij tot de conclusie dat eisers ook in staat was om een taak uit te voeren in een arbeidsorganisatie en beschikte over basale werknemersvaardigheden. Omdat eiseres daarmee niet voldoet aan de voorwaarde voor een Wajonguitkering heeft het Uwv haar aanvraag in het besluit van 16 juli 2021 afgewezen.
1.3
Eiseres heeft bezwaar gemaakt. Een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben opnieuw onderzoek gedaan, maar komen tot dezelfde conclusies. In het besluit van 30 mei 2022 (het bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van eiseres daarom ongegrond verklaard.
1.4
Eiseres heeft beroep ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. De zaak is bij de rechtbank op 16 november 2022 op een zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. De gemachtigde van het Uwv heeft digitaal aan de zitting deelgenomen via Teams. Na afloop heeft de rechtbank het onderzoek in de zaak gesloten.

Het geschil

2. Eiseres is het niet eens met de afwijzing van het Uwv en vindt dat tenminste één van de vier criteria zich bij haar voordeed zodat zij een Wajonguitkering moet krijgen. Het Uwv blijft bij het besluit en de beoordeling van de verzekeringsarts bezwaar en beroep en arbeidsdeskundige bezwaar en beroep. De rechtbank moet aan de hand van wat partijen naar voren hebben gebracht, beoordelen of het Uwv terecht heeft vastgesteld dat geen van de vier criteria voor bij eiseres aan de orde zou zijn. Daarbij gaat het om de medische toestand van eiseres op haar achttiende verjaardag, dus op [1993] en de vijf jaar daarna.

Beoordeling van het geschil

Toetsingskader
3. De rechtbank stelt voorop dat het toetsingskader uit hoofdstuk 1:1a van de Wajong hier van toepassing is. Vóór de inwerkingtreding van de Wet Wajong op 1 januari 2010 gold de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW). Toen de Wet Wajong in werking trad was daarin daarom overgangsrecht opgenomen. Als een aanvraag ná 1 januari 2010 werd ingediend door iemand die vóór 1 januari 1980 was geboren, moest die aanvraag nog worden beoordeeld aan de hand van het toetsingskader uit de AAW. Met de invoering van de ‘Wet vereenvoudiging Wajong 2020’ is dit veranderd. Vanaf dan geldt dat als een aanvraag ná 18 december 2020 wordt ingediend door iemand die vóór 1 januari 1980 is geboren, ook die aanvraag moet worden beoordeeld aan de hand van het nieuwe toetsingskader uit de Wajong (hoofdstuk 1:1a). Eiseres valt in deze categorie want zij is geboren vóór 1 januari 1980 en heeft haar aanvraag op 24 maart 2021, dus ná 18 december 2020, ingediend. Dat betekent dat om voor een Wajonguitkering in aanmerking te komen, vast moet komen staan dat eiseres op haar achttiende verjaardag duurzaam geen arbeidsvermogen heeft. Eiseres heeft duurzaam geen arbeidsvermogen als één van de hiervoor onder 1.1 opgenomen criteria onder a tot en met d, zich duurzaam (dus zonder te verwachten verbetering) bij haar voordeed.
4. Bij haar beoordeling stelt de rechtbank voorop dat het Uwv besluiten over iemands arbeidsvermogen mag baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Die rapporten moeten dan wel:
 op een zorgvuldige manier tot stand zijn gekomen;
 geen tegenstrijdigheden bevatten, en;
 voldoende begrijpelijk zijn.
De rapporten en besluiten zijn in beroep aanvechtbaar. Daarvoor moet eiseres aanvoeren (en zo nodig aannemelijk maken) dat de rapporten niet aan deze drie voorwaarden voldoen of dat de medische beoordeling (het rapport van de verzekeringsarts) onjuist is. Niet-medisch geschoolden kunnen aannemelijk maken dat de rapporten niet aan de drie voorwaarden voldoen. Maar om voldoende aannemelijk te maken dat de medische beoordeling van een verzekeringsarts onjuist is, is in beginsel informatie van een arts of een medisch behandelaar noodzakelijk. Hoe eiseres zich zelf voelt zonder dat daar een medische onderbouwing voor is, is daarvoor onvoldoende. Eiseres heeft geen beroepsgronden aangevoerd die gaan over de zorgvuldigheid van de rapporten. De rechtbank zal hierna beoordelen of de rapporten juist zijn.
Is de beoordeling juist?
5. Eiseres voert aan van niet. Volgens eiseres deden alle vier de criteria zich bij haar voor op haar achttiende verjaardag en in de vijf jaar daarna. Eiseres kampt met een persoonlijkheidsstoornis, AD(H)D en een chronische slaapstoornis. Zij heeft niet voor niets altijd als Zzp’er gewerkt. Alleen op die manier kon zij haar werk naar eigen inzicht en op eigen tempo indelen. In loondienst gaat eiseres over haar grenzen heen waarna zij uiteindelijk instort. Eiseres is niet in staat om afspraken na te komen. Zij is impulsief, chaotisch (raakt snel de rode draad kwijt), vergeetachtig en verslaapt zich geregeld. Dat eiseres basale werknemersvaardigheden zou hebben, omdat zij een Mbodiploma heeft gehaald is te kort door de bocht. Om meer inzicht te geven in wat er in haar hoofd gebeurd als gevolg van de AD(H)D heeft eiseres gewezen op een website van essentialwaves.nl.
6.1
De rechtbank ziet in wat eiseres naar voren heeft gebracht geen reden om de beoordeling onjuist te achten. Uit het rapport van 13 april 2021 blijkt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep is uitgegaan van een gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met dwangmatige en borderline persoonlijkheidstrekken, een gegeneraliseerde angststoornis met agorafobie, AD(H)D en chronische insomnia (een slaap-waakstoornis) bij eiseres. Dit komt overeen met de medische informatie over eiseres uit het dossier. De verzekeringsarts bezwaar en beroep gaat ervan uit dat deze aandoeningen zich ook al bij eiseres voordeden op haar achttiende verjaardag en in de vijf jaar daarna.
6.2
De verzekeringsarts bezwaar en beroep vindt dat eiseres hierdoor sterk beperkt is in haar mogelijkheden. Eiseres is slechts maximaal vier uren per dag belastbaar, en bij drukte en lawaai kan eiseres haar aandacht er maar beperkt bijhouden. Ook acht de verzekeringsarts bezwaar en beroep eiseres door haar klachten en aandoeningen beperkt in zelfstandig plannen en structureren. Eiseres verliest snel het overzicht bij meervoudige en complexe taken, en kan dan ook geen werk doen waarin sprake is van tijdsdruk of prestatiedruk. Ook kan eiseres niet soepel communiceren met anderen, mede doordat het haar niet goed lukt om haar grenzen aan te geven. In plaats daarvan wordt eiseres boos of trekt zij zich terug. Hierdoor kan eiseres slechts beperkt samenwerken met anderen. Tot slot acht de verzekeringsarts bezwaar en beroep eiseres beperkt voor het werken voor een leidinggevende, omdat eiseres niet goed kan omgaan met negatieve kritiek en conflicten. Samengevat moet de fysieke werkomgeving voor eiseres dus rustig zijn, en de sociale werkomgeving begripvol. Op de werkvloer moet een vertrouwenspersoon voor eiseres aanwezig zijn die in eiseres investeert.
6.3
Zolang er in werk rekening wordt gehouden met deze beperkingen van eiseres, is eiseres volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep vier uren per dag belastbaar. Criterium ‘d’ is daarom niet van toepassing. Ook kan eiseres in dat geval een uur aaneengesloten werken, zodat criterium ‘c’ ook niet van toepassing is. Ter onderbouwing hiervan wijst de verzekeringsarts bezwaar en beroep ook op het feit dat eiseres in de periode waar het hier om gaat, [1993] en de vijf jaar daarna, regulier onderwijs heeft gevolgd aan de [School] in [gemeente] en haar Mbodiploma heeft behaald. Daarna heeft eiseres diverse baantjes gehad. Eiseres kampte toen al met klachten en had daar ook zeker last van, maar de klachten waren niet zodanig dat eiseres helemaal niet belastbaar was.
6.4
De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft vervolgens geoordeeld dat eiseres, ondanks haar beperkingen, basale werknemersvaardigheden heeft, zodat het criterium onder ‘b’ ook niet aan de orde is bij eiseres. Iemand heeft basale werknemersvaardigheden als diegene instructies kan begrijpen, onthouden en uitvoeren en in staat is om gemaakte afspraken na te komen. Volgens de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep kan eiseres instructies begrijpen, onthouden en uitvoeren, zolang haar werkomgeving rekening houdt met de cognitieve beperkingen die zij heeft (zoals geen meervoudige of complexe taken en niet samenwerken met anderen). Eiseres heeft een denkvermogen op Mboniveau. Ook kan eiseres afspraken nakomen, zolang er in ieder geval geen sprake is van tijdsdruk en prestatiedruk.
6.5
Als er rekening wordt gehouden met alle beperkingen die de verzekeringsarts bezwaar en beroep voor haar heeft vastgesteld, kan eiseres volgens de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ook een taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie. Criterium ‘a’ is dus evenmin van toepassing op eiseres. Een taak is niet hetzelfde als een reguliere baan, maar is slechts een klein onderdeel van een functie. Eiseres wordt in staat geacht om onderdelen te plaatsen op een printplaat (taak 04-1710). In deze taak komen de punten waar eiseres beperkt voor is, namelijk niet voor. De werkomgeving is rustig, de taak is eenvoudig (niet complex) en van tijdsdruk en prestatiedruk is geen sprake. Eiseres hoeft niet intensief samen te werken en er worden ook anderszins geen hoge eisen aan haar sociale vaardigheden gesteld. Er is wel een leidinggevende op de werkvloer aanwezig, voor het geven van aansturing en positieve feedback. Daarnaast kan er een jobcoach voor eiseres aanwezig zijn op de werkvloer, die gespecialiseerd is in haar problematiek en zowel eiseres als haar leidinggevende kan helpen in de onderlinge communicatie. De taak leent zich hiervoor.
6.6
De rechtbank kan de redeneringen en conclusies van de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep volgen. De klachten en aandoeningen die eiseres noemt zijn allemaal onderkend door de verzekeringsarts bezwaar en beroep en zij heeft hiervoor ook forse beperkingen vastgesteld. De medische informatie die eiseres heeft ingediend, heeft zij hierbij betrokken en overgenomen. Het is de specifieke deskundigheid van een verzekeringsarts om klachten en aandoeningen te vertalen naar arbeidsbeperkingen. Eiseres heeft geen medische stukken ingediend waaruit blijkt dat zij op [1993] en in de vijf jaar daarna, meer of verdergaand beperkt was dan dat. Hoe eiseres zichzelf voelt is onvoldoende, de beperkingen moeten volgen uit informatie van een arts of een medisch behandelaar. De verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben in hun rapporten goed en duidelijk uitgelegd waarom de criteria onder a tot en met d niet op eiseres van toepassing zijn, zolang er in de werkomgeving rekening wordt gehouden met de beperkingen van eiseres. Dat hiervoor alleen maar zou zijn verwezen naar het Mbo-denkniveau van eiseres, ziet de rechtbank niet.
6.7
De rechtbank begrijpt goed dat eiseres in die tijd weliswaar gestudeerd heeft en baantjes heeft gehad, maar het daarbij zwaar had en ook kampte met forse klachten. Klachten die zij nu nog steeds heeft. De rechtbank ziet in wat eiseres heeft aangevoerd alleen niet waarom eiseres, als er rekening wordt gehouden met die klachten en zij dus in een rustige en begripvolle werkomgeving terecht komt zonder druk en onder begeleiding van een jobcoach, niet in staat zou zijn geweest om in die periode een eenvoudige taak zoals het plaatsen van onderdelen op een printplaat te verrichten. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat eiseres arbeidsvermogen heeft. Het beroep slaagt niet.
Conclusie
7. Omdat geen van de criteria onder a tot en met d zich bij eiseres voordoen, moet ervan uit worden gegaan dat eiseres arbeidsvermogen heeft. Het Uwv heeft de afwijzing van de aanvraag om een Wajonguitkering van eiseres in het bestreden besluit daarom terecht in stand gelaten. Het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit is ongegrond. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, rechter, in aanwezigheid van mr. N.K. Boer de Bruin, griffier. De beslissing is op 18 januari 2023 in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?