ECLI:NL:RBMNE:2023:1085

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 maart 2023
Publicatiedatum
13 maart 2023
Zaaknummer
16.072056.22 en 16.286832.21 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal en oplichting van medicatie door zorgmedewerker

In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 14 maart 2023 uitspraak gedaan tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal en oplichting van medicatie. De verdachte, geboren in 1989, heeft zich onder meer voorgedaan als zorgmedewerker en familielid van zorgbehoevenden om op die manier fentanyl- en morfinepleisters te verkrijgen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere diefstallen van medicatie bij thuiszorgpatiënten en het oplichten van apotheken en huisartsenpraktijken. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 150 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging voor bepaalde feiten, omdat deze al eerder waren geseponeerd. De verdachte is vrijgesproken van het opzettelijk gebruikmaken van een vervalst herhaalrecept, omdat niet kon worden vastgesteld dat zij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het recept vervalst was. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die inmiddels een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt in haar leven.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16.072056.22 en 16.286832.21 (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 14 maart 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1989] te [geboorteplaats] ,
wonende op het adres: [adres] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 28 februari 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. L.H.J. Verheijden en van hetgeen verdachte en haar raadsvrouw mr. M.L. Firet, advocaat te Almere, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlasteleggingen zijn als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
Ten aanzien van parketnummer 16.286832.21 onder feit 1:
op 4 februari 2021 in Biddinghuizen opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals dan wel vervalst herhaalrecept ten behoeve van medicatie alsof dit herhaalrecept echt en onvervalst was;
Ten aanzien van parketnummer 16.286832.21 onder feit 2:
Primair:in de periode van 16 januari 2021 tot en met 22 januari 2021 in Harderwijk meermalen diverse medicamenten heeft gestolen van zorginstelling [zorginstelling 1] /locatie [locatie] door zich de toegang tot de medicatiekast te verschaffen;
subsidiair:
in de periode van 16 januari 2021 tot en met 22 januari 2021 in Harderwijk diverse medicamenten die toebehoorden aan zorginstelling [zorginstelling 1] /locatie [locatie] uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking als verzorgende heeft verduisterd;
Ten aanzien van parketnummer 16.072056.22 onder feit 1:
in de periode van 21 augustus 2021 tot en met 31 december in Ens en/of Almere meermalen morfinepleisters heeft gestolen van [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] ;
Ten aanzien van parketnummer 16.072056.22 onder feit 2:
in de periode van 15 oktober 2021 tot en met 21 maart 2022 in Marknesse , Vaassen, Harderwijk, Ens, Emmeloord en/of Dronten verschillende apotheken en/of huisartsenpraktijken heeft opgelicht door hen te bewegen tot afgifte van fentanylpleisters en/of morfinepleisters door zich voor te doen als zorgmedewerker en/of familielid van
[benadeelde 2] en/of [A] en/of door gebruik te maken van gegevens van die [benadeelde 2] en/of [A] ;
Ten aanzien van parketnummer 16.072056.22 onder feit 3:
op 15 oktober 2021 in Vaassen heeft geprobeerd om apotheek [apotheek 1] B.V. op te lichten door hen te bewegen tot afgifte van fentanylpleisters en/of morfinepleisters door zich voor te doen als een medewerker van verzorgingstehuis [verzorgingstehuis] ;
Ten aanzien van parketnummer 16.072056.22 onder feit 4:
in de periode van 15 oktober 2021 tot en met 21 maart 2022 in Marknesse , Vaassen, Harderwijk, Ens, Emmeloord en/of Dronten identificerende persoonsgegevens heeft gebruikt van [benadeelde 2] en/of [A] door zich voor te doen als zorgmedewerker en/of familielid van die [benadeelde 2] en/of [A] met het oogmerk om haar identiteit te verhalen, de identiteit van de ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan.
De rechtbank nummert de bij de dagvaardingen met parketnummers 16.286832.21 en 16.072056.22 ten laste gelegde feiten respectievelijk als de feiten 1, 2 primair en subsidiair en 3 tot en met 6.

3.VOORVRAGEN

Ten aanzien van feit 2 primair en subsidiair
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting toegelicht dat in het onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde een pleegplaats, pleegperiode en zorginstelling staan opgenomen die betrekking hebben op een feit dat reeds is geseponeerd. Gelet hierop heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd ten aanzien van het onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft – op dezelfde gronden zoals door de officier van justitie naar voren gebracht – eveneens vrijspraak verzocht voor het onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde.
Het oordeel van de rechtbank
Nu ter terechtzitting is komen vast te staan dat het onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde ziet op een feit waarover reeds een onvoorwaardelijke sepotbeslissing is genomen, zal de rechtbank de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaren in de vervolging van verdachte ter zake van het onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde. Het openbaar ministerie heeft immers met het nemen van deze sepotbeslissing afstand gedaan van het recht op vervolging.
Ten aanzien van de overige feiten
De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

Ten aanzien van feit 1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 tenlastegelegde te bewijzen. Daartoe heeft zij aangevoerd dat de persoonsgegevens op het kennelijk vervalste recept ongebruikelijk zijn en dit vraagtekens bij verdachte had moeten oproepen. Dat verdachte na inlevering van het recept bij de apotheek gelogen heeft over haar eigen geboortedatum, ondersteunt dat verdachte wist dan wel vermoedde dat zij gebruikmaakte van een vervalst recept.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde. Verdachte ontkent dit feit te hebben gepleegd. Zij wist niet dat het een vervalst recept betrof. In het dossier zitten onvoldoende aanknopingspunten voor een tegengestelde conclusie. Er is enkel sprake van een proces-verbaal van aangifte en dit betreft bovendien een verklaring van horen-zeggen. Dit maakt dat wettig bewijs ontbreekt.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is met de raadsvrouw van oordeel dat op basis van de inhoud van het procesdossier niet kan worden vastgesteld dat verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het recept dat zij voorhanden heeft gehad was vervalst. Hetgeen de officier van justitie heeft aangevoerd acht de rechtbank daarvoor onvoldoende. Dat brengt mee dat het onder 1 tenlastegelegde niet kan worden bewezen en dat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.

5.WAARDERING VAN HET BEWIJS

5.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 3 tot en met 6 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw is van mening dat de rechtbank tot een bewezenverklaring kan komen van de onder 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde feiten, met dien verstande dat verdachte onder feit 4 moet worden vrijgesproken van de gedachtestreepjes die betrekking hebben op de huisartsenpraktijk in [vestigingsplaats] en apotheek [apotheek 1] , omdat in die gevallen geen sprake van een voltooide oplichting is geweest.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
Partiële vrijspraak feit 4
De rechtbank is met de raadsvrouw van oordeel dat er onvoldoende bewijs is voor betrokkenheid van verdachte bij hetgeen haar is ten laste gelegd ten aanzien van de huisartsenpraktijk in [vestigingsplaats] en apotheek [apotheek 1] . Verdachte zal ten aanzien hiervan worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Verdachte heeft het onder 3 tot het met 6 tenlastegelegde bekend en door de raadsvrouw is slechts ten aanzien van de hiervoor weergegeven onderdelen vrijspraak bepleit, waarin de rechtbank haar zal volgen. Onder deze omstandigheden volstaat de rechtbank ten aanzien van het onder 3 tot en met 6 tenlastegelegde met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 28 februari 2023;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 5 januari 2021, genummerd PL0900-2022001088-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , werkzaam bij de politie, eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van aangever [aangeefster 1] namens haar moeder [benadeelde 2] , doorgenummerde pagina 106;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 21 augustus 2021, genummerd PL0900-2021271240-2, opgemaakt door verbalisant
[verbalisant 2] , werkzaam bij de politie, eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van aangever [aangeefster 2] namens haar grootmoeder [benadeelde 1] , doorgenummerde pagina 77;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 17 november 2021, genummerd PL0600-2021495170-3, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] , werkzaam bij de politie, eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van aangever [aangever 1] namens Apotheek [apotheek 1] B.V., doorgenummerde pagina 133;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 17 januari 2022, genummerd PL0900-2022016446-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] , werkzaam bij de politie, eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van aangever [aangever 2] namens apotheek [apotheek 2] , doorgenummerde pagina’s 117 en 118;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 3 februari 2022, genummerd PL0900-2022031838-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] , werkzaam bij de politie, eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van aangever [aangever 2] namens apotheek [apotheek 2] , doorgenummerde pagina’s 148 en 149;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 22 februari 2022, genummerd PL0900-2022031838-8, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] , werkzaam bij de politie, eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina’s 157 en 158;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 8 februari 2022, genummerd PL0900-2022037576-3, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , werkzaam bij de politie, eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van aangever [aangever 3] namens apotheek [apotheek 3] , doorgenummerde pagina’s 160 en 161;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 21 maart 2021, genummerd PL0900-2022079127-6, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] , werkzaam bij de politie, eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van aangever [aangever 4] namens huisartsenpraktijk [huisartsenpraktijk] , doorgenummerde pagina 169.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.

6.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Ten aanzien van feit 3:
meerdere malen in de periode van 21 augustus 2021 tot en met 31 december 2021 te Ens en Almere morfinepleisters die aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] toebehoren heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Ten aanzien van feit 4:
meerdere malen in de periode van 15 oktober 2021 tot en met 21 maart 2022 te Marknesse en Harderwijk en Dronten, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam of een valse hoedanigheid,
- apotheek [huisartsenpraktijk] en
- apotheek [apotheek 2] ziekenhuis en
- huisartsenpost [locatie] en
- apotheek [apotheek 3] en
- huisartenpraktijk [huisartsenpraktijk]

heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten morfinepleisters en/of fentanylpleisters, door

- zich voor te doen als medewerker van een (thuis)zorgorganisatie en/of een apotheek en/of zorginstellingen (zoals ' [zorginstelling 2] ' en ' [zorginstelling] ') en
- door gebruik te maken van persoonsgegevens en gegevens met betrekking tot de medicatie van [benadeelde 2] en [A] en
- door zich voor te doen als kleindochter/familielid van deze [benadeelde 2] en [A] ;
Ten aanzien van feit 5:
op 15 oktober 2021 te Vaassen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid, apotheek [apotheek 1] B.V. te bewegen tot de afgifte van enig goed, te weten fentanyl-/morfinepleisters, door zich voor te doen als medewerker van verzorgingstehuis [verzorgingstehuis] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Ten aanzien van feit 6:
meerdere malen in de periode van 15 oktober 2021 tot en met 21 maart 2022 te Marknesse en Harderwijk en Emmeloord en Dronten, van een ander, namelijk van [benadeelde 2] en/of [A] , opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, te weten medicatiegegevens en adresgegevens en persoonlijke gegevens zoals naam en geboortedatum heeft gebruikt door zich voor te doen als medewerker van meerdere (thuis)zorgorganisaties en zorginstellingen (zoals ' [zorginstelling 2] ' en ' [zorginstelling] ' en 'verzorgingstehuis [verzorgingstehuis] ') en door zich voor te doen als kleindochter/familielid van deze [benadeelde 2] en
[A] , met het oogmerk om haar identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 3 tot en met 6 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

7.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Ten aanzien van feit 3:
diefstal, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van feit 4:
oplichting, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van feit 5:
poging tot oplichting;
Ten aanzien van feit 6:
gebruik maken van identificerende persoonsgegevens van een ander, meermalen gepleegd.

8.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

9.OPLEGGING VAN STRAF

9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaren met als bijzondere voorwaarden dat verdachte zich meldt bij de reclassering en meewerkt aan een ambulante behandeling indien de reclassering dat nodig acht. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd verdachte te veroordelen tot een taakstraf van 180 uren, met aftrek van het voorarrest.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit om verdachte een volledig voorwaardelijke (taak)straf op te leggen. Na haar aanhouding heeft verdachte haar leven omgegooid en is zij afgekickt van haar opiatenverslaving. Zij heeft een bekennende verklaring afgelegd en getoond zelfinzicht te hebben. De door de officier van justitie gevorderde onvoorwaardelijke taakstraf is fors. Verdachte zal overvraagd worden als zij zo’n forse taakstraf moet uitoefenen naast haar parttime baan, ook gelet op haar fysieke klachten. Belangrijk is dat verdachte de stijgende lijn blijft voortzetten. Een voorwaardelijke straf kan hiervoor een goede stok achter de deur zijn. Verder heeft de raadsvrouw aangevoerd dat sprake is van eendaadse samenloop tussen feit 4 en feit 6 en verzoekt de rechtbank om hiermee rekening te houden in de strafmaat.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft een groot aantal apotheken en huisartsenposten/-praktijken opgelicht en eenmaal gepoogd een apotheek op te lichten. Deze oplichtingen, met als doel fentanyl-/morfinepleisters voor eigen gebruik te verkrijgen, kwamen tot stand door recepten aan te bieden van patiënten waarvan verdachte thuisverzorgster was. Hiervoor heeft zij gegevens gebruikt van derden, die niets met het handelen van verdachte van doen hadden. Daarmee heeft verdachte niet alleen schade toegebracht aan deze derden, maar ook aan diverse apothekers. Naast de overlast die het voor hen veroorzaakt heeft, is hun vertrouwen ook geschaad. Apothekers moeten er op kunnen vertrouwen dat zij medicijnen leveren aan personen voor wie artsen deze hebben voorgeschreven. Door haar handelwijze heeft verdachte dit vertrouwen geschonden.
Daarnaast heeft verdachte fentanyl-/morfinepleisters gestolen bij twee thuiszorgpatiënten. Zij heeft daarbij op grove wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen dat deze mensen in haar stelden als thuishulp. De slachtoffers zijn bejaarde en hulpbehoevende personen die in hun dagelijks bestaan afhankelijk zijn van thuiszorg. Diefstal veroorzaakt schade en in het algemeen bij de benadeelde gevoelens van onrust en onveiligheid. Dit geldt des te meer voor oudere of hulpbehoevende mensen die weinig het huis uit komen en geheel moeten kunnen vertrouwen op de zorgverleners die bij hen aan huis komen. Verdachte heeft niet stilgestaan bij de gevolgen voor haar slachtoffers. Zij is pas met haar gedragingen gestopt, nadat haar bedrog werd ontdekt. Gelet op het voorgaande rekent de rechtbank verdachte de door haar gepleegde feiten dan ook zwaar aan.
Ten aanzien van het als feit 4 en feit 6 bewezenverklaarde overweegt de rechtbank als volgt. De feiten 4 en 6 ziet de rechtbank als twee op zichzelf staande handelingen die in dezelfde context zijn gepleegd. In andere woorden is de rechtbank van oordeel dat hier sprake is van meerdaadse samenloop als genoemd in artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht en niet van eendaadse samenloop als genoemd in artikel 55 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank houdt er bij de strafoplegging dus rekening mee dat beide bewezenverklaarde feiten in samenloop zijn gepleegd.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 17 januari 2023. Uit het strafblad blijkt dat verdachte op 16 maart 2022 door de rechtbank Midden-Nederland is veroordeeld voor drie diefstallen, welk vonnis nog niet onherroepelijk is. Nu verdachte na de pleegdatum van een deel van deze feiten voor andere feiten is veroordeeld, is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op de adviezen van Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering van 23 maart 2022 en van Tactus Reclassering van 18 oktober 2022. Uit het eerste advies volgt dat verdachte verslaafd is aan opiaten. De reclassering ziet die verslaving en haar hoge schuldenlast als factoren die het risico dat verdachte recidiveert verhogen. Uit het meest recente advies volgt dat verdachte een positieve weg is ingeslagen nu zij sinds haar schorsing op 25 maart 2022 abstinent is van opiaten. Verdachte volgt behandeling bij Amethist verslavingszorg en is begonnen met cognitieve gedragstherapie, wat tot nu toe helpend is geweest. Verdachte heeft een nieuwe baan gevonden als frontofficemedewerker, een huurwoning samen met haar partner, een positief sociaal netwerk en zij houdt zich aan de schorsingsvoorwaarden. Voor haar schulden is verdachte doorverwezen naar de materieel juridische dienstverlening. Gelet op de huidige positieve ontwikkeling adviseert de reclassering om in geval van strafoplegging geen bijzondere voorwaarden aan verdachte op te leggen, omdat zij interventies of toezicht niet meer nodig vinden.
Verdachte heeft ter terechtzitting van 28 februari 2023 over haar persoonlijke omstandigheden verklaard dat zij volledig is afgekickt. De aanhouding en aansluitende voorlopige hechtenis hebben haar laten inzien dat zij haar leven drastisch moest veranderen. Zij heeft spijt van haar handelen. Alhoewel de reclassering het niet nodig vindt, ziet verdachte zelf meerwaarde in continuering van de huidige schorsingsvoorwaarden. Zij heeft baat bij de huidige ondersteuning. Ter voorkoming van een eventuele terugval vindt verdachte het prettig dat de reclassering een vinger aan de pols houdt en kan ingrijpen indien dat nodig is.
De op te leggen straf
Hoewel de aard en ernst van de feiten een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf rechtvaardigen, wil de rechtbank de stijgende lijn die verdachte heeft ingezet niet doorkruisen door een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf aan haar op te leggen. Wel zal de rechtbank een aanzienlijke voorwaardelijke vrijheidsbenemende straf voor de duur van zes maanden aan verdachte opleggen, ter voorkoming dat verdachte terugvalt en weer soortgelijke feiten pleegt alsook om de ernst van de feiten tot uitdrukking te brengen. De proeftijd zal worden bepaald op twee jaren. Aan deze voorwaardelijke straf zullen bijzondere voorwaarden worden verbonden. Verdachte wendt zich nu vrijwillig tot Amethist verslavingszorg. De rechtbank acht het echter van belang dat verdachte – ook bij een eventuele terugval in middelengebruik – hulpverlening blijft ontvangen. Dat is zowel in het belang van de samenleving als van verdachte. Om dat te bewerkstelligen, zal de rechtbank de hierna te vermelden bijzondere voorwaarden opleggen.
Om recht te doen aan de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten zal de rechtbank naast voormelde voorwaardelijke gevangenisstraf ook een forse taakstraf aan verdachte opleggen. Nu de rechtbank verdachte, anders dan de officier van justitie heeft gevorderd, vrijspreekt van het onder 1 tenlastegelegde, ziet zij aanleiding om een taakstraf van kortere duur op te leggen dan door de officier van justitie is geëist. Bovendien houdt de rechtbank in strafverminderende zin rekening met het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. Gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden zal de rechtbank aan verdachte een taakstraf voor de duur van 150 uren opleggen met aftrek van voorarrest, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 75 dagen hechtenis.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 45, 57, 63, 231b, 310 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
- verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging van verdachte ten aanzien van het onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde;
Vrijspraak
- verklaart het onder 1 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 3 tot en met 6 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart het onder 3 tot en met 6 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 3 tot en met 6 bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 7 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
taakstrafvan
honderdvijftig (150) uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 75 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van twee uren taakstraf per dag;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
zes (6) maanden;
- bepaalt dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijdvan
twee (2) jarenvast;
- als
algemene voorwaardengelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt
als bijzondere voorwaardendat verdachte gedurende de proeftijd:
* zich binnen drie dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis zal melden bij Tactus Reclassering (gevestigd aan de Randstad 22-183 in Almere) en zich telkens weer zal melden, zo vaak en zolang deze reclasseringsinstelling dat nodig acht;
* zich onder behandeling laat stellen van Tactus verslavingszorg of een soortgelijke zorgverlener (zoals Amethist verslavingszorg) teneinde zich te laten behandelen, indien en zolang de reclassering dit nodig acht;
* zal meewerken aan het aflossen van haar schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen. Verdachte zal de reclassering inzicht geven in haar financiën en schulden;
* zal meewerken aan controle van het gebruik van opiaten om het middelengebruik te
beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest)
gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt
gecontroleerd;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
Dit vonnis is gewezen door mr. R.B. Eigeman, voorzitter, mrs. V.C. Kool en E.G. de Jong, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.S. Valk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 maart 2023.
De voorzitter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlasteleggingen
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Ten aanzien van parketnummer 16.286832.21:
1.
zij op of omstreeks 4 februari 2021 te Biddinghuizen, gemeente Dronten, althans in Nederland, opzettelijk een vals en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een herhaalrecept ten behoeve van medicatie heeft gebruikt, afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad door dit herhaalrecept te overhandigen aan een (apotheek)medewerker terwijl zij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geschrift bestemd was om gebruik van te maken als ware het echt en onvervalst;
2.
zij in of omstreeks 16 januari 2021 tot en met 22 januari 2021 te Harderwijk, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal diverse medicamenten te weten:
- 17 stuks Fentanyl morfine pleisters van 50mcg, en/of
- 4 stuks Diazepam rectioles van 10mg, en/of
- 4 injectiespuiten Midazolam 5 mg, en/of
- 5 Fentanyl pleisters 12mcg, en/of
- 15 ampullen morfine 10mg/ml, en/of
- 74 capsules Oxycodon 5mg, en/of
- 1 capsule Oxycodon 10mg, en/of
- 2 stuks Buorenorfine 5 mcg,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de zorginstelling [zorginstelling 1] /locatie [locatie] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen medicamenten onder haar bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel, door (onbevoegd) gebruik te maken van een sleutel en/of sleutels en zich de toegang tot de medicatiekast te verschaffen.
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij in of omstreeks 16 januari 2021 t/m 22 januari 2021 te Harderwijk, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal opzettelijk diverse medicamenten, te weten:
- 17 stuks Fentanyl morfine pleisters van 50mcg, en/of
- 4 stuks Diazepam rectioles van 10mg, en/of
- 4 injectiespuiten Midazolam 5 mg, en/of
- 5 Fentanyl pleisters 12mcg, en/of
- 15 ampullen morfine 10mg/ml, en/of
- 74 capsules Oxycodon 5mg, en/of
- 1 capsule Oxycodon 10mg, en/of
- 2 stuks Buorenorfine 5 mcg,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehoorde aan [zorginstelling 1] /locatie [locatie] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking, te weten verzorgende interne geneeskunde, elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Ten aanzien van parketnummer 16.072056.22:
1.
zij, meerdere malen (althans eenmaal) in of omstreeks de periode van 21 augustus 2021 tot en met 31 december 2021 te Ens en/of Almere, althans in Nederland, medicatie (morfinepleisters), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
zij, meerdere malen (althans eenmaal) in of omstreeks de periode van 15 oktober 2021 tot en met 21 maart 2022 te Marknesse en/of Vaassen en/of Harderwijk en/of Ens en/of Emmeloord en/of Dronten, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- apotheek [huisartsenpraktijk] en/of
- apotheek [apotheek 1] en/of
- apotheek [apotheek 2] ziekenhuis en/of
- huisartsenpost [locatie] en/of
- apotheek [apotheek 3] en/of
- huisartenpraktijk [huisartsenpraktijk] en/of
- huisartsenpraktijk [locatie] ,
heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten morfinepleisters en/of fentanylpleisters, door
- zich voor te doen als medewerker van een (of meerdere) (thuis)zorgorganisatie(s) en/of een apotheek en/of zorginstelling(en) (zoals ' [zorginstelling 2] ' en/of ' [zorginstelling] ' en/of 'verzorgingstehuis [verzorgingstehuis] ') en/of
- door gebruik te maken van (persoons)gegevens en/of gegevens met betrekking tot de medicatie (fentanyl-/morfinepleisters) van [benadeelde 2] en/of [A] en/of
- door zich voor te doen als kleindochter/familielid van deze [benadeelde 2] en/of [A] ;
3.
zij, in of omstreeks 15 oktober 2021 te Vaassen, gemeente Epe, althans in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, apotheek [apotheek 1] B.V. te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten fentanyl-/morfinepleisters, door zich voor te doen als medewerker van verzorgingstehuis [verzorgingstehuis] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
zij, meerdere malen (althans eenmaal) in of omstreeks de periode van 15 oktober 2021 tot en met 21 maart 2022 te Marknesse en/of Vaassen en/of Harderwijk en/of Ens en/of Emmeloord en/of Dronten, althans in Nederland, van een ander (namelijk van van [benadeelde 2] en/of [A] ), opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, te weten medische gegevens en/of medicatie-gegevens en/of adresgegevens en/of persoonlijke gegevens zoals naam en/of geboortedatum heeft gebruikt door zich voor te doen als medewerker van een (of meerdere)
(thuis)zorgorganisatie(s) en/of zorginstelling(en) (zoals ' [zorginstelling 2] ' en/of ' [zorginstelling] ' en/of 'verzorgingstehuis [verzorgingstehuis] ') en/of door zich voor te doen als kleindochter/familielid van deze [benadeelde 2] en/of [A] , met het oogmerk om haar identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan.