In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 21 juni 2022 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 7 maart 2023 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiseres heeft op 13 februari 2023 een verweerschrift ontvangen van verweerder. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden. Eiseres heeft meer dan twee weken na de ingebrekestelling, bij brief van 23 januari 2023, beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank heeft verweerder een termijn van tien weken gegeven om een besluit bekend te maken, met een uiterste datum van 24 april 2023.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moeten worden betaald, en het door haar betaalde griffierecht moet ook worden vergoed. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 418,50. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.