In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 13 januari 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 2 maart 2023 uitspraak gedaan in deze bestuursrechtelijke procedure. Eiseres heeft op 29 maart 2022 verweerder in gebreke gesteld, waarna zij op 15 december 2022 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep kennelijk gegrond is. Verweerder is opgedragen om alsnog binnen een bepaalde termijn een besluit te nemen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de termijn van twee weken voor verweerder te kort is, gezien de complexiteit van de herbeoordelingen. Daarom is een termijn van twaalf weken vastgesteld voor verweerder om een besluit bekend te maken. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 418,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door verweerder worden vergoed.