In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 7 maart 2023, wordt het beroep van eiseres, een Belgische, behandeld. Eiseres heeft een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van haar kinderopvangtoeslag op 29 juni 2021. Verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, heeft niet tijdig beslist op deze aanvraag, wat heeft geleid tot het indienen van een beroep. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ingebrekestelling door eiseres prematuur was, maar dat verweerder niet adequaat heeft gereageerd op de situatie. De rechtbank oordeelt dat de ingebrekestelling niet kan worden tegengeworpen aan eiseres, omdat verweerder al op de hoogte was van de vertraging in de besluitvorming. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en verplicht verweerder om alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit te nemen. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding van deze termijn, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 418,50 en het betaalde griffierecht van € 50,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door rechter A.A.M. Elzakkers en griffier S. Westerhof.