Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
hierna: verdachte.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 10 maart 2023 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 2003, die werd beschuldigd van het medeplegen van diefstal met geweld. De tenlastelegging betrof een incident op 21 oktober 2022, waarbij de verdachte samen met anderen een Xbox en/of Xbox-controller zou hebben gestolen uit een woning in [woonplaats]. De rechtbank heeft op de zitting van 24 februari 2023 het onderzoek gevoerd, waarbij de officier van justitie, mr. F.E. Leeman, en de raadsman van de verdachte, mr. J.J. Weldam, hun standpunten naar voren hebben gebracht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bewijs is voor een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten. De rechtbank oordeelt dat de verdachte niet meer heeft gedaan dan samen met anderen naar de woning van de aangever te gaan en deze te betreden. Er zijn geen aanwijzingen dat er voorafgaande afspraken of taakverdelingen waren, en het enkele feit dat de verdachte zich niet heeft gedistantieerd van de anderen is onvoldoende om te spreken van medeplegen. Bovendien is er geen bewijs dat de verdachte opzet had op de diefstal of het geweld.
Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank geoordeeld dat het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. De verdachte is vrijgesproken van de beschuldigingen en het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis is opgeheven. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs voor nauwe samenwerking en opzet in strafzaken.