Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
Rechtbank Midden-Nederland
In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, vordert de eiseres, een B.V., betaling van onbetaalde facturen door de gedaagde, die onder een handelsnaam opereert. De eiseres heeft facturen verzonden voor geleverde goederen in de periode van 16 november 2021 tot en met 31 december 2021, maar de gedaagde heeft deze niet binnen de gestelde termijn van 30 dagen betaald. Ondanks herhaalde betalingsverzoeken en een toezegging van de gedaagde om het openstaande bedrag van € 5.212,44 op 2 februari 2022 te voldoen, heeft de gedaagde deze toezegging niet nagekomen.
Er zijn meerdere betalingsregelingen afgesproken, maar de gedaagde heeft deze niet correct nageleefd. De eiseres heeft uiteindelijk besloten om een gerechtelijke procedure te starten, nadat de gedaagde niet op de laatste betalingsregeling had gereageerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de hoofdsom van € 2.037,22 moet betalen, vermeerderd met rente en kosten, omdat de gedaagde in verzuim is geraakt door het niet nakomen van de betalingsverplichtingen.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen geldige betalingsregeling meer bestaat en dat de gedaagde niet tijdig heeft gereageerd op de verzoeken van de eiseres. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.035,30. Het vonnis is uitgesproken op 4 januari 2023 door mr. D.M. Staal en is uitvoerbaar bij voorraad.