Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
BEHEER OLIVIER HANDELEND ALS BEHERENDE VENNOOT VAN DE COMMANDITAIRE VENNOOTSCHAP VALLIS ROSAS C.V.,
gevestigd te Blaricum,
eiseres, hierna ook te noemen: Vallis Rosas,
gemachtigde mr. C. de Haan,
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.
1.De procedure
2.De feiten
4.8. De betalingsverplichting van de Huurder bestaat uit de volgende componenten:Per betaalperiode van één kalendermaand bedraagt bij huuringangsdatum:- de huurprijs € 2.100,-.
4.De beoordeling
De gevorderde contractuele boeterente van 1 % is op grond van artikel 23.2 van de algemene bepalingen toewijsbaar. De contractuele boeterente is gevorderd over de maanden december 2021 tot en met maart 2022. Dat zijn in totaal vier achterstallige huurperiodes, zodat een bedrag van € 1.200,00 wordt toegewezen. De gevorderde boeterente van 1 % over de eventueel toekomstig nog te verschijnen huurtermijnen wordt eveneens toegewezen na vanaf 1 april 2022.
De vordering tot ontruiming van het gehuurde komt de kantonrechter dan ook niet onrechtmatig of ongegrond voor zodat deze zal worden toegewezen. De termijn van ontruiming zal worden bepaald op de gebruikelijke 14 dagen na de betekening van dit vonnis. De gevorderde machtiging om de ontruiming zo nodig zelf te doen uitvoeren met behulp van de sterke arm van politie zal worden afgewezen, omdat zij ingevolgde van artikelen 445 lid 1 en 557 Rv overbodig is.
De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. In het onderhavige geval zijn partijen - daarbij handelend in de uitoefening van beroep of bedrijf - echter een vergoeding van buitengerechtelijke (incasso-)kosten overeengekomen die van de wettelijke regeling afwijkt. De vordering zal dan ook worden getoetst aan het rapport Voor-werk II, maar met toepassing van de wettelijke tarieven die geacht worden redelijk te zijn. De door Vallis Rosas gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke (incasso-)kosten zal worden toegewezen, nu [gedaagde] de verschuldigdheid daarvan op grond van de tussen hen gesloten overeenkomst niet heeft betwist en geen termen aanwezig zijn om (ambtshalve) tot matiging van de gevorderde vergoeding over te gaan.
- explootkosten € 131,18
- griffierecht € 1.384,00
- salaris gemachtigde € 498,00