Op 18 maart 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een jeugdige verdachte, geboren in 2000, die zich schuldig had gemaakt aan oplichting, diefstal en computervredebreuk. De feiten vonden plaats tussen 23 oktober 2019 en 30 april 2020 in Almere, waar de verdachte samen met anderen drie rekeninghouders van de Rabobank en ABN AMRO bank heeft opgelicht door gebruik te maken van phishingtechnieken. De verdachte heeft de slachtoffers bewogen om hun inloggegevens te verstrekken door zich voor te doen als een legitieme aanbieder van goederen op platforms zoals Marktplaats en Facebook Marketplace. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de feiten heeft bekend en dat er voldoende bewijs was om de tenlastelegging te ondersteunen.
De rechtbank heeft rekening gehouden met de jeugdige leeftijd van de verdachte, het relatief lage bedrag dat is buitgemaakt (€ 1.558,48) en de positieve ontwikkeling die de verdachte sindsdien heeft doorgemaakt. In plaats van een gevangenisstraf, die in principe geïndiceerd was, heeft de rechtbank een taakstraf van 160 uren opgelegd, waarvan 80 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast is er een geldboete van € 1.558,48 opgelegd, die bij gebreke van betaling kan worden omgezet in 25 dagen hechtenis. De rechtbank heeft ook de inbeslaggenomen voorwerpen behandeld en bepaald dat sommige voorwerpen verbeurd worden verklaard, terwijl andere aan de verdachte worden teruggegeven.
De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, maar ook de mogelijkheid voor rehabilitatie van de verdachte, die blijk heeft gegeven van inzicht in zijn daden en sindsdien geen strafbare feiten meer heeft gepleegd.