ECLI:NL:RBMNE:2022:945

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 maart 2022
Publicatiedatum
14 maart 2022
Zaaknummer
16.296402.20
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak wegens onvoldoende bewijs van herkenning op camerabeelden

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 2 maart 2022, is de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, die onder andere inbraak en diefstal betroffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 28 november 2019 betrokken zou zijn geweest bij een inbraak in een woning en de diefstal van een auto en geldbedragen. De officier van justitie baseerde de verdenking voornamelijk op de herkenning van de verdachte door een verbalisant op camerabeelden. Echter, de rechtbank oordeelde dat de herkenning onbetrouwbaar was. Er was onvoldoende bewijs om de betrokkenheid van de verdachte aan te tonen, aangezien de verbalisant niet kon specificeren waarop hij de verdachte herkende en er geen ondersteunend vergelijkingsmateriaal in het dossier aanwezig was. De rechtbank benadrukte het belang van zorgvuldigheid bij het gebruik van herkenning als bewijs, vooral wanneer dit het enige bewijs is. Gezien het gebrek aan bewijs heeft de rechtbank besloten de verdachte vrij te spreken van alle tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.296402.20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 2 maart 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats] (Polen),
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
wonende ( [adres 1] ) te [woonplaats] (Polen),
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is bij verstek gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 16 februari 2022 (verdachte is, ondanks een behoorlijke oproeping daartoe, niet ter terechtzitting verschenen).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. H.J. Lambers.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
1.
op 28 november 2019 te [plaats] met (een) ander(en) heeft ingebroken in een woning aan de [adres 2] en daarbij diverse goederen heeft gestolen;
2.
op 28 november 2019 te [plaats] met (een) ander(en) door middel van een valse sleutel (een weggenomen autosleutel) een auto heeft gestolen;
3.
op 28 november 2019 te Dronten met (een) ander(en) door middel van een valse sleutel (een weggenomen pinpas) geld heeft gestolen door betalingen te doen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen, nu verdachte door een verbalisant op camerabeelden is herkend.
4.2
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat op 28 november 2019 is ingebroken in een woning aan de [adres 2] te [plaats] . Hierbij zijn diverse goederen van verschillende personen gestolen. Verder zijn de auto van aangever [aangever 1] en geldbedragen van aangever [aangever 2] gestolen door middel van respectievelijk een bij de inbraak weggenomen autosleutel en pinpas. Verdachte is herkend op camerabeelden van de doe-het-zelf-zaak ‘ [naam] ’, die vlakbij de woning aan de [adres 2] ligt, en op camerabeelden van de [bedrijf 2] in Dronten, waar met de gestolen pinpas is betaald.
De rechtbank stelt vast dat de officier van justitie de betrokkenheid van verdachte bij de ten laste gelegde feiten, uitsluitend baseert op de door de verbalisant gerelateerde herkenning. De rechtbank stelt voorop dat behoedzaam dient te worden omgegaan met een herkenning en de bewijskracht daarvan. Dit geldt te meer indien deze herkenning het enige bewijsmiddel is dat de betrokkenheid van een verdachte kan aantonen. Voor de beoordeling van de betrouwbaarheid van een herkenning aan de hand van camerabeelden is onder meer van belang in hoeverre op deze beelden voldoende duidelijke, specifieke en onderscheidende persoonskenmerken zichtbaar zijn. Of hiervan sprake is hangt af van de kwaliteit van de beelden en de mate van zichtbaarheid van persoonskenmerken op die beelden. Daarnaast is ook van belang onder welke omstandigheden en met welke frequentie de waarnemer de door hem herkende persoon eerder heeft gezien.
In het onderhavige geval herkent de verbalisant verdachte op de beelden aan de hand van een politiefoto van verdachte. De verbalisant relateert echter niet waaraan hij verdachte specifiek herkent. Dit klemt nu op de beelden van de persoon om wie het gaat betrekkelijk weinig specifieke en onderscheidende persoonskenmerken zichtbaar zijn. Voorts bevindt zich in het dossier niet de politiefoto op basis waarvan de verbalisant verdachte heeft herkend. De rechtbank kan zodoende niet beoordelen in hoeverre de verbalisant over deugdelijk vergelijkingsmateriaal beschikte. Uit het dossier blijkt verder ook niet dat de verbalisant verdachte eerder heeft gezien. Gelet op het voorgaande kan de rechtbank niet beoordelen of de herkenning in redelijkheid mogelijk is geweest. Bovendien valt niet uit te sluiten dat de verbalisant niet geheel onbevooroordeeld verdachte aanwees op de beelden, nadat de verbalisant een politiefoto van verdachte en van de medeverdachte – wiens DNA in de onderhavige zaak reeds was aangetroffen – was aangereikt in verband met andere woninginbraken waarbij deze verdachten mogelijk betrokken zouden zijn. Onder voornoemde omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat aan de herkenning van verdachte op de beelden onvoldoende bewijswaarde kan worden toegekend. Nu er verder in het dossier onvoldoende bewijs aanwezig is, acht de rechtbank het tenlastegelegde niet bewezen, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.

5.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Dit vonnis is gewezen door mr. H.B.W. Beekman, voorzitter, mrs. M.C. Danel en V. Groeneveld, rechters, in tegenwoordigheid van mr.mr. C.N. Aalders, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 maart 2022.
De griffier is buiten staat het vonnis te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 28 november 2019 te [plaats]
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, de [adres 2]
alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de
wil van de rechthebbende bevond(en),
- een laptop en/of autosleutel en/of kentekenbewijs en/of verzekeringspasje

toebehorende aan [aangever 1] en/of

- een laptop en/of computermuis en/of cooler en/of koptelefoon toebehorende aan

[A] en/of

- een laptop en/of tablet en/of twee handtassen en/of een portemonnee met daarin

10 Euro, althans enig geldbedrag toebehorende aan [B] en/of

- een portemonnee met daarin twee bankpassen en/of 55 Euro, althans enig
geldbedrag toebehorende aan [aangever 2]
in elk geval enig goed, dat/die aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s)
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die
weg te nemen goed/goederen onder zijn/ hun bereik heeft/hebben gebracht door
middel van braak, verbreking, inklimming;
2.
hij op of omstreeks 28 november 2019 te [plaats]
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een voertuig (Mercedes gekentekend [kenteken] ),
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [aangever 1] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang
tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te
nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door
middel van een valse sleutel, te weten de onrechtmatig verkregen autosleutel van
dat voertuig, weggenomen bij de inbraak in de woning gelegen aan de [adres 2] ;
3.
hij op of omstreeks 28 november 2019 te Dronten, op één of meer tijdstippen,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
diverse geldbedragen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 2]
,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang
tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te
nemen goed/goederen onder zijn/ hun bereik heeft/hebben gebracht door
middel van een valse sleutel, te weten door diverse pinbetalingen te doen met de
onrechtmatig verkregen bankpas(sen) van die [aangever 2] , weggenomen bij de inbraak
in de woning gelegen aan de [adres 2] .