1.3.Op 17 februari 2021 is het deskundigenbericht met bijlagen van 1 februari 2021 op de griffie van de rechtbank ontvangen. Voor zover voor de beoordeling relevant komt de deskundigencommissie in hoofdstuk 14 van het bericht tot de volgende conclusies:
“Antwoord op vraag 1:
De deskundigencommissie heeft kennis genomen van hetgeen is omschreven in r.o. 3.2. van het tussenvonnis van 20 februari 2019. Omdat daarin is vermeld dat de wijzigingen op 6 november 2018 in kaart zijn gebracht door [A] , heeft de deskundigencommissie zich beperkt tot die wijzigingen. Dit betreft een achttal wijzigingen (A tot en met H), die als volgt zijn aangeduid:
Wijzigingen vloeren kelderdek van vlaklasten naar lijnlasten.
Wijzigingen afdracht belasting(en) op de randbalken/oplegneuzen t.p.v. de straten/rijbanen.
Wijziging afdracht belasting(en) volstortliggers op de randbalken/oplegneuzen t.p.v. de pleinen, inclusief de Diamant.
Extra toegevoegde kolommen/puntlasten op de randbalken.
Wijziging (vergroting) belastingen uit de verkeerslasten voor het Brusselplein.
Omissie waarborging stabiliteit door inklemming kolommen en wanden Brusselplein.
Verzwaring veranderlijke belasting.
Belastingen uit trappen.
De deskundigencommissie is van mening dat in het geval van de geclaimde wijzigingen B en H er geen sprake is van een bestekswijziging, zodat die bij de beantwoording van de vragen 2 tot en met 6 niet verder hoeven te worden besproken.
Voor de overige geclaimde wijzigingen is naar de mening van de deskundigencommissie wel sprake van een bestekswijziging. Dit betreft:
A.
Het na de contractfase aanpassen van de belasting door scheidingswanden van vlaklasten naar lijnlasten in combinatie met het aanpassen van de permanente belast[de rechtbank begrijpt: belasting];
De noodzaak om de belasting op de volstortliggers verder te spreiden dan gebruikelijk;
Het niet bekend, of onvoldoende duidelijk, zijn van de aanwezigheid van puntlasten op de randbalken op locaties waar zich geen kolom onder de randbalk bevindt;
Verhoging belasting Brusselplein;
Het door de kolommen moeten verzorgen van de stabiliteit van het Brusselplein;
Verzwaring van de veranderlijke belasting (van 5 kN/m₂ naar 10 kN/m₂) voor een deel van blok E2.
Antwoord op vraag 2:
De deskundigencommissie heeft voor de onderdelen, waarvoor het van mening is dat er sprake is van een bestekswijziging, beoordeeld of er extra betonstaal verwerkt moest worden door de wijziging en komt tot de bevindingen zoals die in de navolgende tabel zijn weergegeven. In de voorgaande hoofdstukken in dit rapport is toegelicht hoe tot deze hoeveelheden is gekomen.
Onder-
deel
Betreft
Hoeveelheid ex-
tra betonstaal
A
Van vlaklast naar lijnlast
80.000 kg
C
Andere belastingafdracht volstortliggers
0 kg*
D
Puntlasten op randbalken
23.700 kg
E
Aanpassing verkeerslasten Brusselplein
139.700 kg
F
Stabiliteit Brusselplein door kolommen
16.146 kg
G
Verzwaring veranderlijke belasting blok E2
55.000 kg
* Mogelijk dat voor bestekswijziging C wel ook extra wapening moet worden toegepast. Dit kan nader worden bepaald door vergelijking van wapeningstekeningen.
Antwoord op vraag 3:
De deskundigencommissie is van mening dat deze vraag feitelijk alleen voor de onderdelen A en G relevant is. Met betrekking tot de meest geëigende methode is de deskundigencommissie van mening dat het, voor de beoordeling van de consequenties van de wijziging van de belastingen, het zuiverst is als voor zowel de besteksfase als de uitvoeringsfase voor het gehele bouwblok onder de van toepassing zijnde belastingen de minimaal benodigde hoeveelheid betonstaal wordt berekend en vergeleken. Die methode is ook toegepast door [B] [38].
Antwoord op vraag 4:
Daar waar door de bestekswijziging sprake is van extra benodigde hoeveelheid betonstaal zijn er naast het meerwerk van de hoeveelheid betonstaal ook meerwerkkosten die met de verwerking daarvan verband houden. Bij de beantwoording van vraag 6 komt dat nader aan de orde. Daarnaast is er alleen nog bij onderdeel C “Andere belastingafdracht volstortliggers” sprake van meerwerk in de vorm van het maken van een herberekening van de volstortliggers.
Antwoord op vraag 5:
De deskundigencommissie heeft bij de bespreking van de bestekswijzigingen aangegeven of er sprake is van recht op bouwtijdverlenging naar aanleiding van het meerwerk, en zo ja, hoeveel. Bij de beantwoording van vraag 6 komt dat nader aan de orde.
Antwoord op vraag 6:
Voor zover de deskundigencommissie kan beoordelen, heeft het meerwerk als gevolg van de bestekswijzigingen geleid tot de kosten zoals die navolgend zijn aangegeven.
De deskundigencommissie adviseert verrekening van wapening tegen de mixprijs van de basisbegroting á € 0,84 per kg. Deze prijs is “all-in” voor:
de levering van betonstaal
eenmalig opmaken van buigstaten
knippen en buigen van betonstaal
transport naar het werk
vlechten op het werk
knipverlies
leveren en aanbrengen binddraad
De extra wapening is ca. 5% van de totale wapening in A en B1. Voor een correctie van de mixprijs ziet de deskundigencommissie daarom geen aanleiding.
Een aantal direct aan de wapening gerelateerde werkzaamheden worden door de aannemer verzorgd. De volgende werkzaamheden worden aan de kosten t.g.v. extra wapening toegevoegd:
wapeningstekeningen
kraancapaciteit t.b.v. lossen van de wapening
hulp bij het lossen van de wapening
elektra, kabels en werkplekverlichting
opslagruimte en schaftgelegenheid
containers voor restanten van de wapening
Bovenstaande door de aannemer te verzorgen werkzaamheden geven 25% tot 50% aanvullende kosten bovenop de “all-in” prijs van de wapening. De deskundigencommissie adviseert verrekening van de aanvullende kosten tegen 40% van de mixprijs van de basisbegroting. Dit is € 0,34 per kg.
De deskundigencommissie adviseert in totaal 314.546 kg extra wapening te vergoeden als gevolg van meerwerk. Dit is ca. 5% van het totale tonnage wapening. De deskundigencommissie ziet derhalve geen aanleiding tot vergoeding van kosten extra kist- en stempelwerk, steigers en aanpassen betonmengsel. De deskundigencommissie beoordeeld dat de verwerking van extra wapening een verlenging van de bouwtijd met 3½ week tot gevolg heeft.
Enkel als gevolg van de ontwerpwijziging in de volstortliggers zijn indirect extra kosten gemaakt:
Alle geadviseerde extra kosten zijn te vermeerderen met 6,05% aannemersopslagen. Dit is het percentage van de basisbegroting. Het prijspeil van de kosten is juli 2014. Het totaal aan meerkosten voor alle onderdelen bij elkaar komt daarmee op:
omschrijving hoeveelheid prijs/eenheid totaal
A 80.000 € 1,62 € 129.911,25
B € -
C € 129.805,20
D 23.700 € 1,25 € 29.657,94
E 139700 € 1,68 € 234.419,28
F 16146 € 1,25 € 20.204,94
G 55000 € 1,52 € 83.726,48
H € -
opslagen incl.
Totaal 314546 € 627.725,09”