Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
mr. Krepel is de behandeling van de zaak overgenomen door mr. H.A.M. Pinckaers, kantonrechter. Op 19 januari 2022 is de zaak opnieuw behandeld op een zitting. Namens [eiseres] is verschenen [A] , bewindvoerder, bijgestaan door de gemachtigde, mr. Van Luipen. [onderbewindgestelde] was ook aanwezig. [gedaagde] was aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. Van der Chijs. De gemachtigden hebben hun standpunten toegelicht aan de hand van pleitnota’s en vragen beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt. Na afloop van de zitting is vonnis bepaald.
2.Waar gaat de zaak over?
3.De feiten
4.Wat vordert [onderbewindgestelde] ?
5.Wat is de reactie van [gedaagde] ?
6.De beoordeling
- vanaf 24 februari 2017 tot en met 31 oktober 2018 (Staatscourant 2017, 10916)
- vanaf 8 november 2019 tot en met 31 oktober 2020 (Staatscourant 2019, 56052).
[gedaagde] heeft voor zijn stelling dat [onderbewindgestelde] in functiegroep B zou moeten worden ingedeeld tijdens de tweede zitting als uitleg gegeven dat [onderbewindgestelde] alleen hand- en spandiensten onder zijn leiding en toezicht verrichtte en dat het werk vooral routinematig was. De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] hiermee onvoldoende heeft gemotiveerd waarom [onderbewindgestelde] niet in functiegroep D moet worden ingedeeld. [gedaagde] heeft niet toegelicht waarom de werkzaamheden van [onderbewindgestelde] alleen routinematige hulp- en spandiensten waren, dat sprake was van werken volgens duidelijke voorschriften en instructies die weinig ruimte laten en dat hij bij problemen terstond bereikbaar was, wat zou passen bij de kenmerken van functiegroep B. Juist nu [onderbewindgestelde] de enige werknemer van [gedaagde] was, had [gedaagde] concreet kunnen en moeten toelichten dat de door [onderbewindgestelde] verrichte werkzaamheden hoofdzakelijk behoren tot functiegroep B in plaats van functiegroep D. Daarnaast heeft [gedaagde] niet aannemelijk gemaakt dat [onderbewindgestelde] ondanks het door hem gevolgde onderwijs niet beschikt over het kennisniveau voor indeling in functiegroep D. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat de functie van [onderbewindgestelde] in de periodes van de algemeenverbindendverklaring van de cao ingedeeld had moet worden in functiegroep D uit het handboek bij de cao.
- vanaf 1 juli 2015: € 1.507,80;
- vanaf 1 januari 2016: € 1.524,60;
- vanaf januari 2017: € 1.600,50;
- vanaf februari 2019: € 1.650,50 en
- vanaf januari 2020 € 1.700,50.
7.De beslissing
23 maart 2022te 9.30 uur, waar [onderbewindgestelde] zich schriftelijk dient uit te laten of, en op welke wijze, hij zijn eis wijzigt;
6 april 2022schriftelijk te reageren;