ECLI:NL:RBMNE:2022:852
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening bij verlaagde bijstandsuitkering
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 24 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker wiens bijstandsuitkering met 100% was verlaagd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen. De verlaging van de uitkering was gebaseerd op de Participatiewet en ging in op 1 januari 2022 voor de duur van twee maanden. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij stelde dat hij in acute financiële nood verkeerde.
Tijdens de zitting op 18 februari 2022 heeft verzoeker zijn financiële situatie toegelicht, waarbij hij aangaf dat hij niet in staat was het griffierecht te betalen en dat hij geen geld meer op zijn rekening had. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er geen sprake was van een spoedeisend belang, omdat verzoeker voldoende middelen had ontvangen in de vorm van giften en leningen om in zijn levensonderhoud te voorzien. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker een positief saldo had en dat de kosten voor gezinshereniging gedekt waren door de ontvangen giften en leningen.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het bestreden besluit van verweerder niet evident onrechtmatig was en dat er geen aanleiding was om de belangenafweging in het voordeel van verzoeker te laten uitvallen. Het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen, en er is geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.