Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- de bekennende verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 18 februari 2022;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte met bijlagen van [A] namens [benadeelde] van 8 oktober 2019, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland;
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
veroordeeltverdachte tot een gevangenisstraf van
60 (zestig) dagen;
bepaaltdat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
bepaaltdat van de gevangenisstraf een gedeelte van
56 (zesenvijftig) dagenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
steltdaarbij een proeftijd van
2 (twee) jarenvast;
geldtdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
veroordeeltverdachte tot een taakstraf van
240 (tweehonderdveertig) uren;
120 (honderdtwintig) dagenhechtenis;
- wijst de vordering van [benadeelde] toe tot een bedrag van € 20.000,00;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 oktober 2019 tot de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [benadeelde] voor wat betreft de meer gevorderde materiële schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.