ECLI:NL:RBMNE:2022:824
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- L.A. Banga
- S. Westerhof
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het verzoek om voorlopige voorziening wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 21 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, wonende in Utrecht, had bezwaar gemaakt tegen een machtiging tot binnentreding van zijn woning door inspecteurs van de gemeente Utrecht. Deze machtiging was afgegeven door de burgemeester op 13 januari 2022, waarna inspecteurs op dezelfde dag de woning zijn binnengetreden. Verzoeker heeft op 24 januari 2022 bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker het griffierecht van € 184,- niet tijdig heeft betaald. De griffier had verzoeker in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen binnen twee weken na dagtekening van een aangetekende brief, maar deze brief was retour afzender gestuurd omdat verzoeker deze niet had opgehaald. De voorzieningenrechter oordeelt dat het de verantwoordelijkheid van verzoeker is om zijn post tijdig op te halen en dat hij zonder goede reden het griffierecht niet tijdig heeft betaald.
Hierdoor verklaart de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.