5.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1 meer subsidiair
Het
proces-verbaal van aangifte, houdende de verklaring van aangeefster [slachtoffer] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 23 juni 2021 was ik in [plaatsnaam] . Ik zag dat [verdachte] mij bij mijn beide polsen vastgreep. Ik voelde dat hij kracht zette met zijn handen en daardoor in mijn polsen kneep. Daardoor kreeg ik pijn aan mijn polsen. [verdachte] begon met vuisten op mij in te slaan. Ik voelde dat hij mij raakte op mijn kaken. Hij begon mij te trappen tegen mijn rug. Als gevolg van die klappen en trappen voelde ik mij draaierig en had ik pijn.
Een
proces-verbaal van verhoor getuigeinhoudende de verklaring van getuige [getuige] heeft onder meer verklaard, zakelijk weergegeven:
[verdachte] schopte [slachtoffer] toen ze op de grond lag. Hij schopte haar tegen haar rug of bil. Hij schopte heel hard.
Verbalisant [verbalisant 1] heeft volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van bevindingenvan 26 juni 2021 onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op de door aangeefster opgestuurde foto's is een roodkleurige vlek op de onderkant van haar wang te zien.
Een
schriftelijk bescheid, te weten de Letselrapportage Forensische Geneeskunde
GGD Flevoland, opgemaakt door [A] , Forensisch arts in opleiding onder supervisie van [B] , forensisch arts KNMG (separaat opgenomen in het dossier), voor zover van belang, zakelijk weergegeven:
Betrokkene is lichamelijk onderzocht op 2 juli 2021. Er is letsel gezien op de rechterhand, rechterpols, het bovenbeen en de rechter enkel. Het huidige tijdsinterval past bij de ouderdom van het letsel.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1 meer subsidiair
De rechtbank acht, samen met de officier van justitie en de raadsvrouw, het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde niet bewezen, nu voldoende wettig en overtuigend bewijs daarvoor ontbreekt. Ten aanzien van het onder 1 meer subsidiair tenlastegelegde overweegt de rechtbank als volgt.
Uit het dossier en verhandelde ter zitting is naar het oordeel van de rechtbank vast komen te staan dat op 23 juni 2021 tussen aangeefster en verdachte een conflict heeft voorgedaan, waarbij door verdachte geweld is gebruikt tegen aangeefster. De vraag is echter welk specifiek geweld tegen aangeefster is gebruikt.
De rechtbank constateert dat de verklaringen van aangeefster en verdachte tegenover elkaar staan, en dat aangeefster wisselende verklaringen heeft afgelegd. Dit roept vragen op. De rechtbank overweegt dat voor een bewezenverklaring de verklaring van aangeefster dient te worden ondersteund door één of meer bewijsmiddelen. Voor een bewezenverklaring hoeft in beginsel niet elke geweldshandeling te worden ondersteund door ander bewijs, maar nu verdachte het tenlastegelegde ontkent en aangeefster op bepaalde onderdelen wisselend heeft verklaard, dient behoedzaam met haar verklaringen te worden omgegaan en toetst de rechtbank aldus per geweldshandeling of deze wordt ondersteund door ander bewijs.
De nicht van aangeefster heeft verklaard dat zij heeft gezien dat verdachte aangeefster heeft geschopt. Dit komt overeen met de verklaring van aangeefster. De rechtbank ziet, anders dan de raadsvrouw, geen reden om te twijfelen aan betrouwbaarheid van de verklaring van de nicht van aangeefster. Verder volgt uit foto’s die na het incident zijn gemaakt dat aangeefster een roodkleurige vlek op de onderkant van haar wang had. De rechtbank ziet dit als steunbewijs voor de stelling dat zij door verdachte op haar kaak is geslagen. Tot slot blijkt uit de letselrapportage dat aangeefster letsel bij haar pols had. Deze letselverklaring ondersteunt de verklaring van aangeefster dat verdachte haar met kracht bij haar pols heeft vastgepakt. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte aangeefster heeft geschopt tegen haar rug, tegen haar kaak heeft geslagen, en haar bij de pols heeft vastgepakt.
Noodweer
De vraag ligt voor of aan voornoemde geweldshandelingen de wederrechtelijkheid komt te ontvallen. In dat kader heeft de raadsvrouw aangevoerd dat voor zover verdachte geweldshandelingen heeft gepleegd hem een beroep op noodweer toekomt. De rechtbank verwerpt dit verweer, omdat de daaraan ten grondslag gelegde feitelijke toedracht niet nader is toegelicht en dus niet aannemelijk is geworden.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, acht de rechtbank de onder 1 meer subsidiair ten laste gelegde mishandeling wettig en overtuigend bewezen.
Bewijsmiddelenten aanzien van feit 2 en 3
Verdachteheeft bij de politie onder meer verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik heb de ruit van de portiek vernield. Ik heb hier met een stoel tegenaan geslagen.Toen ging de deur open en ben ik naar binnen gegaan.Er was iemand bij me. Ik heb hem mee gevraagd. Ik heb met mijn platte hand tegen de slaapkamerdeur van de nicht van [slachtoffer] geslagen.
Het
proces-verbaal van aangifte, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 25 juni 2021 omstreeks 01:25 uur was ik in mijn woning aan de [straatnaam] [nummeraanduiding 1] in [plaatsnaam] . Ik zag dat [verdachte] samen met een vriend bij de ingang van de woning stond. Ik zei tegen [verdachte] dat ik wilde dat hij weggaat. Ik zag dat [verdachte] een tafel pakte. Ik zag dat de tafelpoten in de lucht hield. Ik zag hem met die tafel in zijn handen naar de toegangsdeur toe lopen. Ik hoorde dat hij met die tafel de deur inramde. Ik hoorde het glas breken. Ik hoorde dat [verdachte] binnengekomen was. Ik hoorde voetstappen en ik hoorde hem roepen. Ik hoorde dat [verdachte] tegen de deur van mijn nicht aan trapte. Ik zag dat de deur bewoog. [verdachte] bleef tegen de deur aan bonken. Door zijn geweld is de boven en onderkant van de deur naar achter gebogen. Ik hoorde dat [verdachte] en zijn vriend weer naar beneden gingen.
Verbalisant [verbalisant 2] heeft volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van bevindingenonder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Bij het binnengaan van de woning zag ik dat het deurbeslag kapot was en op de grond in de woning lag. Op de zolder trof ik een kapotte deur welke niet open kon. Zowel het gedeelte boven als onder van de deur was deels omgevouwen in de richting van de kamer.
Verbalisant [verbalisant 3] heeft volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van bevindingenonder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik hoorde geschreeuw en gebonk vanuit de woning komen, onbekend welk huisnummer. Hierop liep ik samen met collega [D] het portiek in, en gingen naar de eerste verdieping. Bij huisnummer [nummeraanduiding 1] zag ik dat de voordeur open stond en dat het deurbeslag kapot was. Ik zag dat vrijwel direct een manspersoon de woning uit liep. Deze bleek later de verdachte te zijn, welke genaamd was: [verdachte] .
Het
proces-verbaal van aangifte, houdende de verklaring van aangever [C] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik doe aangifte namens [onderneming 1] . Ik ben op 24 juni 2021 bij mijn winkel in [plaatsnaam] weggegaan. Toen ik wegging stond het terrasmeubilair nog gewoon buiten en waren alle tafels nog heel. Toen ik op 25 juni 2021 bij mijn winkel kwam, zag ik dat één van de tafels van mijn terrasmeubilair kapot was.
Het
proces-verbaal van aangifte, houdende de verklaring van aangever [E] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik doe aangifte namens [onderneming 2] . Ik zag toen ik aankwam dat het ruit bij de portiekdeur kapot was. Ik zag bij de woning aan de [straatnaam] [nummeraanduiding 1] dat het kozijn kapot was. Ik zag dat de voordeur alleen met een houtje dicht gehouden kon worden. Ik zag dat er twee tussendeuren met bijbehorend kozijn kapot waren.