ECLI:NL:RBMNE:2022:791
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van verzekeringspremie na beëindiging verzekeringsovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 16 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Unigarant N.V., eiser, en een gedaagde die in persoon procedeerde. De gedaagde had in 2011 een doorlopende reisverzekering afgesloten, maar heeft deze in mei 2020 telefonisch opgezegd. Desondanks werd er op 6 juli 2020 een premie van € 124,09 van zijn rekening afgeschreven, die hij heeft laten storneren. De gedaagde heeft vervolgens meerdere keren geprobeerd de premie te betalen, maar deze betalingen werden niet geaccepteerd door Unigarant, die stelde dat de verzekering was geëindigd door wanbetaling. De kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de gedaagde de verzekering tijdig had opgezegd en dat Unigarant niet in redelijkheid aanspraak kon maken op buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de hoofdsom van € 124,09 toegewezen, maar de proceskosten voor rekening van Unigarant gelaten. De gedaagde moet het bedrag binnen veertien dagen na verzoek van Unigarant betalen op het juiste rekeningnummer, om verdere misverstanden te voorkomen.