ECLI:NL:RBMNE:2022:791

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 februari 2022
Publicatiedatum
1 maart 2022
Zaaknummer
9373950 AC EXPL 21-1906
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van verzekeringspremie na beëindiging verzekeringsovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 16 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Unigarant N.V., eiser, en een gedaagde die in persoon procedeerde. De gedaagde had in 2011 een doorlopende reisverzekering afgesloten, maar heeft deze in mei 2020 telefonisch opgezegd. Desondanks werd er op 6 juli 2020 een premie van € 124,09 van zijn rekening afgeschreven, die hij heeft laten storneren. De gedaagde heeft vervolgens meerdere keren geprobeerd de premie te betalen, maar deze betalingen werden niet geaccepteerd door Unigarant, die stelde dat de verzekering was geëindigd door wanbetaling. De kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de gedaagde de verzekering tijdig had opgezegd en dat Unigarant niet in redelijkheid aanspraak kon maken op buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de hoofdsom van € 124,09 toegewezen, maar de proceskosten voor rekening van Unigarant gelaten. De gedaagde moet het bedrag binnen veertien dagen na verzoek van Unigarant betalen op het juiste rekeningnummer, om verdere misverstanden te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Amersfoort
zaaknummer: 9373950 AC EXPL 21-1906 DS/1286
Vonnis van 16 februari 2022
inzake
de naamloze vennootschap
Unigarant N.V., mede h.o.d.n. ANWB Verzekeren,
gevestigd te 's-Gravenhage,
verder ook te noemen Unigarant,
eisende partij,
gemachtigde: Gerechtsdeurwaarderskantoor De Klerk Vis Niekus B.V.,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- het proces-verbaal van de rolzitting van 8 december 2021 waar [gedaagde] verweer heeft gevoerd en een productie heeft overgelegd
- de akte van Unigarant met een reactie op de voornoemde productie.
Daarna is besloten dat vandaag de uitspraak zal zijn.

2.Waar gaat het over?

2.1.
[gedaagde] heeft op 4 juli 2011 in de ANWB-winkel te [plaatsnaam] een doorlopende reisverzekering afgesloten voor de duur van 1 jaar (hierna de verzekeringsovereenkomst). De jaarlijkse basispremie bedroeg € 27,93. De verzekering is volgens de polisbladen, die Unigarant bij dagvaarding heeft overgelegd, ieder jaar verlengd, voor het laatst op 4 juli 2020. De premie werd ook jaarlijks aangepast en een aantal keren is de verzekering uitgebreid. Met ingang 4 juli 2020 bedroeg de premie € 124,09.
2.2.
[gedaagde] heeft bij de rolrechter uitgelegd dat hij vanwege de coronamaatregelen geen belang meer had bij de doorlopende reisverzekering en dat hij die telefonisch heeft opgezegd in mei 2020. Op 6 juli 2020 werd echter toch een bedrag van € 124,09 van zijn rekening afgeschreven naar tegenrekening [rekeningnummer 1] . Dat bedrag heeft hij laten storneren omdat dat volgens hem niet klopte. Vervolgens werd hij geconfronteerd met aanmaningen en heeft hij besloten dat het gedoe over al dan niet betalen hem als drukke ondernemer meer tijd kostte dan hij beschikbaar had en heeft hij alsnog meerdere keren een bedrag van € 124,09 overgemaakt. Als bewijs daarvan heeft hij overgelegd een print van een bankafschrijving van 16 augustus 2021 voor een bedrag van € 124,09 naar tegenrekening [rekeningnummer 2] . Dit bedrag kreeg hij echter weer teruggestort van de ANWB. Bij de rolzitting van 8 december 2021 heeft [gedaagde] in aanvulling op het eerder overgelegde overschrijvingsbewijs een uitdraai van zijn bankgegevens overhandigd. De kantonrechter begrijpt dat hij in zijn digitaal beschikbare bankgegevens heeft gezocht op de naam ANWB en zo inzichtelijk heeft gekregen wat wanneer is overgemaakt en ontvangen. Dat levert het volgende beeld op:
2.3.
Unigarant betwist dat [gedaagde] de verzekeringsovereenkomst heeft opgezegd en stelt dat die is geëindigd door wanbetaling. Unigarant betwist niet dat [gedaagde] meerdere keren de premie heeft overgemaakt op een rekening van de ANWB, maar stelt dat [gedaagde] het verkeerde rekeningnummer heeft gebruikt en dat op de aanmaningen die [gedaagde] ontving het juiste rekeningnummer vermeld stond waarop [gedaagde] had moeten betalen.
Over het bedrag van € 156,00 dat in het overzicht staat van [gedaagde] en waarbij in kleine letters “anwb” staat, zegt Unigarant dat deze betaling niet door ANWB BV is teruggeboekt, maar dat die betaling geen betrekking heeft op de onderhavige vordering.
2.4.
Unigarant vordert betaling van € 124,09 in hoofdsom vermeerderd met rente en kosten met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten. [gedaagde] wil nog steeds betalen, hoewel hij zijns inziens correct heeft gehandeld en de verzekeringsovereenkomst rechtsgeldig heeft beëindigd, maar vindt dat de ANWB hem niet netjes heeft behandeld terwijl hij altijd een trouwe klant is geweest en ook heeft laten zien dit probleem correct op te willen lossen.

3.De beoordeling

3.1.
De kantonrechter zal de vordering in hoofdsom toewijzen, omdat er te weinig aanknopingspunten zijn dat [gedaagde] de reisovereenkomst tijdigheeft opgezegd. [gedaagde] heeft bijvoorbeeld niet genoemd op welke exacte datum hij de overeenkomst heeft opgezegd en met wie hij precies gesproken heeft.
3.2.
De vraag is echter of Unigarant aanspraak kan maken op de gevorderde buitengerechtelijke kosten en of [gedaagde] in de proceskosten moet worden veroordeeld. De kantonrechter vindt van niet om de volgende reden.
3.3.
Incassozaken als deze plegen op de grote hoop te belanden en ook als zodanig te worden behandeld. Waar in deze tijd veel aandacht wordt besteed aan een persoonlijke klantgerichte benadering om overeenkomsten te sluiten al dan niet via telemarketing, is een dergelijke persoonlijke en klantgerichte benadering bij het einde van een overeenkomst of bij betalingsperikelen minder merkbaar. In dit geval is sprake van omstandigheden die de aandacht van Unigarant hadden moeten krijgen en die als volgt worden weergegeven.
3.3.1.
Uit het betalingsoverzicht dat [gedaagde] heeft overgelegd en de reactie daarop van Unigarant, maakt de kantonrechter op dat [gedaagde] meerdere overeenkomsten met de ANWB heeft gesloten waaruit betalingsverplichtingen voortvloeiden. De kantonrechter ziet namelijk verschillende ANWB icoontjes/omschrijvingen op dat overzicht staan. Op het ingekopieerde overzicht is te zien dat er betaald wordt aan ANWB B.V., anwb en ANWB Verzekeren. Een bedrag van € 124,09 wordt 4 x bijgeschreven en 4 x afgeschreven. Ook wordt eenmalig een bedrag van € 156,00 met omschrijving ‘anwb’afgeschreven. [gedaagde] heeft voor de betaling van 16 augustus 2020 aan de ANWB, die hij beoogde te doen om de premie van de verzekeringsovereenkomst te betalen, kennelijk het rekeningnummer gebruikt waarop hij ook de betaling van € 156,00 op 20 februari 2021 aan de ANWB heeft gedaan. Dat rekeningnummer stond dus kennelijk al bij zijn bankgegevens vermeld en dan is een vergissing snel gemaakt als je besluit alsnog tot betaling van het eerder gestorneerde bedrag over te gaan.
3.3.2.
De ANWB heeft op 26 augustus 2020 de op 16 augustus 2020 door [gedaagde] betaalde premie teruggestort, kennelijk van een ander bankrekeningnummer dan waarnaar het was overgemaakt, want hier staat een ander icoontje bij vermeld. Diezelfde dag maakt [gedaagde] dan weer de premie over naar dit rekeningnummer. Op 2 september 2020 stort de ANWB dit bedrag weer terug, waarna [gedaagde] het bedrag weer op 3 september op het betreffende rekeningnummer overmaakt. Dit herhaalt zich daarna nog een keer.
3.4.
Niet gesteld of gebleken is dat de voornoemde omstandigheden aandacht hebben gekregen van Unigarant voorafgaand aan deze procedure. Ook in deze procedure is dat niet het geval. Unigarant volstaat met de melding dat [gedaagde] maar had moeten zorgen dat hij de premie naar de juiste bankrekening overmaakte.
3.5.
De kantonrechter heeft [gedaagde] gesproken en heeft geen reden te twijfelen aan zijn goede bedoelingen en zijn schets van de gang van zaken. Dat betekent dat de kantonrechter ervan uit moet gaan dat [gedaagde] tot vier keer toe aan zijn premieplicht heeft voldaan, maar dat Unigarant die premie niet in ontvangst heeft willen nemen omdat ze die niet thuis kon brengen, zonder daar verder onderzoek naar te doen.
3.6.
Dat zo zijnde is de kantonrechter van oordeel dat de gevorderde incassokosten niet in redelijkheid zijn gemaakt en de onderhavige procedure met de juiste aandacht voorkomen had kunnen worden. De proceskosten moeten daarom voor rekening van Unigarant blijven. Omdat [gedaagde] wel wilde betalen, maar zijn betalingen tot nu toe niet zijn geaccepteerd, zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen als [gedaagde] niet binnen veertien dagen na een eerste verzoek daartoe van Unigarant het toe te wijzen bedrag in hoofdsom betaalt op het aan hem op te geven rekeningnummer. Er moet namelijk geen misverstand meer kunnen ontstaan over het rekeningnummer waarop [gedaagde] de hoofdsom moet betalen.

4.

4.1.
De beslissing
De kantonrechter:
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan Unigarant tegen bewijs van kwijting te betalen € 124,09 met de wettelijke rente hierover vanaf binnen veertien dagen na eerste verzoek van Unigarant aan [gedaagde] tot betaling op het aan hem op te geven rekeningnummer tot de voldoening;
4.3.
bepaalt dat de proceskosten voor rekening van Unigarant dienen te blijven.
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.P.M. Straver, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 16 februari 2022.