In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 3 maart 2022 een beschikking gegeven over de voogdij van twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming, heeft op 12 januari 2022 een verzoekschrift ingediend om de voogdij over de kinderen over te dragen aan de pleegouders. De biologische ouders van de kinderen zijn geen belanghebbenden meer, aangezien hun gezag in 2017 is beëindigd, maar zij zijn wel als informanten uitgenodigd voor de zitting op 10 februari 2022. Ondanks hun uitnodiging zijn zij niet verschenen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderen sinds hun geboorte bij de pleegouders wonen en dat deze hen goed verzorgen en opvoeden. De rechtbank heeft het verzoek van de GI om de voogdij over de kinderen over te dragen aan de pleegouders toegewezen, met inachtneming van het belang van de kinderen. De rechtbank heeft ook aandacht besteed aan de zorgen van de biologische ouders over de bezoekregeling, en heeft besloten om hen een afschrift van de beschikking te sturen, ondanks dat zij geen belanghebbenden zijn. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de mogelijkheid tot hoger beroep is aangegeven.
De beslissing is genomen door mr. E.A.A. van Kalveen, (kinder)rechter, in samenwerking met mr. A. Verouden, griffier. De beschikking is openbaar uitgesproken op 3 maart 2022.