ECLI:NL:RBMNE:2022:774

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 februari 2022
Publicatiedatum
1 maart 2022
Zaaknummer
UTR 21/4435
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 4 februari 2022 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen het besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 18 oktober 2021, waarin haar bezwaar niet-ontvankelijk werd verklaard omdat het te laat was ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift uiterlijk op 20 september 2021 ingediend had moeten worden, maar dat dit pas op 4 oktober 2021 is gebeurd. Eiseres stelde dat er sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding, omdat haar gemachtigde door onvoorziene omstandigheden in het buitenland verbleef en het besluit enkel naar eiseres was gestuurd, niet naar de gemachtigde.

De rechtbank oordeelde echter dat deze omstandigheden geen geldige reden vormden voor de termijnoverschrijding. De gemachtigde had niet aannemelijk gemaakt dat zij niet in staat was om binnen de bezwaartermijn een bezwaarschrift in te dienen. De rechtbank concludeerde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was en dat verweerder terecht het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard. Het beroep van eiseres werd daarom kennelijk ongegrond verklaard, en er werd geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/4435

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 februari 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

(gemachtigde: mr. D. ‘s-Gravendijk),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder van
18 oktober 2021, waarin verweerder het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard omdat eiseres het bezwaar te laat heeft ingediend.

Overwegingen

1.De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Een bezwaarschrift moet in een zaak waar het gaat over de vraag of iemand (on)geschikt is om te werken worden ingediend binnen twee weken nadat het besluit is bekendgemaakt. Dit staat in artikel 75k van de Ziektewet (Zw).
3. In artikel 3:41 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt. In dit geval is het besluit bekendgemaakt op 6 september 2021. Het bezwaarschrift had dus uiterlijk op
20 september 2021 door verweerder ontvangen moeten zijn. Verweerder heeft het bezwaarschrift ontvangen op 4 oktober 2021. Dat is dus te laat. De hoofdregel is dan dat verweerder het bezwaar niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het bezwaarschrift te laat is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. Volgens eiseres is er sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding, omdat haar gemachtigde wegens dringende onvoorziene spoedomstandigheden in het buitenland verbleef. Per digitale post worden processtukken aan gemachtigde toegestuurd, zodat zij daar kennis van kan nemen. Verweerder heeft het primaire besluit enkel naar eiseres gestuurd en niet naar gemachtigde. Daardoor heeft de gemachtigde pas later kennis genomen van het besluit en direct daarna is er pro forma bezwaar ingesteld. Daarnaast stelt eiseres dat zij door de termijn van slechts twee weken in haar belangen en verdediging is geschaad. Verweerder dient een redelijke bezwaartermijn te geven op grond van artikel 6:7 van de Awb. Volgens eiseres handelt verweerder hierdoor in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel en het verbod op détournement de pouvoir.
5. Naar het oordeel van de rechtbank is dit geen geldige reden voor het te laat indienen van het bezwaarschrift. Het enkele feit dat het besluit enkel naar eiseres is gestuurd en niet naar haar gemachtigde leidt niet tot de conclusie dat het besluit niet op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt. De gemachtigde van eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij niet in staat was om binnen de bezwaartermijn een bezwaarschrift in te dienen, zo nodig op nader aan te voeren gronden (pro forma). De gemachtigde geeft zelfs aan wel digitaal kennis te kunnen nemen van stukken. De termijnoverschrijding is dan ook niet verschoonbaar. Het beroep van eiseres op het rechtszekerheidsbeginsel en het verbod op détournement de pouvoir slaagt niet. Zoals in rechtsoverweging twee van deze uitspraak staat, volgt uit artikel 75k van de Zw dat, in afwijking van artikel 6:7 van de Awb, de bezwaartermijn twee weken is. Verweerder heeft onder het besluit ook een rechtsmiddelen clausule opgenomen waardoor eiseres op de hoogte was van deze termijn.
6. Verweerder heeft dus terecht het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is daarom kennelijk ongegrond (artikel 8:54 van de Awb).
7. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
K.F.K. Hoogbruin, griffier. De beslissing is uitgesproken op 4 februari 2022 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.