ECLI:NL:RBMNE:2022:774
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 4 februari 2022 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen het besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 18 oktober 2021, waarin haar bezwaar niet-ontvankelijk werd verklaard omdat het te laat was ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift uiterlijk op 20 september 2021 ingediend had moeten worden, maar dat dit pas op 4 oktober 2021 is gebeurd. Eiseres stelde dat er sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding, omdat haar gemachtigde door onvoorziene omstandigheden in het buitenland verbleef en het besluit enkel naar eiseres was gestuurd, niet naar de gemachtigde.
De rechtbank oordeelde echter dat deze omstandigheden geen geldige reden vormden voor de termijnoverschrijding. De gemachtigde had niet aannemelijk gemaakt dat zij niet in staat was om binnen de bezwaartermijn een bezwaarschrift in te dienen. De rechtbank concludeerde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was en dat verweerder terecht het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard. Het beroep van eiseres werd daarom kennelijk ongegrond verklaard, en er werd geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.