ECLI:NL:RBMNE:2022:768

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 januari 2022
Publicatiedatum
1 maart 2022
Zaaknummer
UTR 21/4401
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht en ontbreken uitspraak op bezwaar

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres behandeld dat op 15 oktober 2021 is ingediend. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiseres het griffierecht niet heeft betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen om een beroep in te dienen. In dit geval bedraagt het griffierecht € 49,-. De rechtbank heeft eiseres op 12 december 2021 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Deze brief is echter niet door eiseres afgehaald en is geretourneerd aan de rechtbank. De rechtbank heeft de brief vervolgens per gewone post verzonden, maar eiseres heeft het griffierecht niet op tijd betaald.

De rechtbank stelt vast dat eiseres geen geldige reden heeft gegeven voor het niet betalen van het griffierecht. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk, zoals bepaald in artikel 8:54 Awb. Daarnaast heeft eiseres ook geen kopie van de uitspraak op bezwaar ingediend, terwijl de rechtbank hier wel om had gevraagd. Dit is een extra reden voor de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank besluit dat het beroep niet inhoudelijk zal worden behandeld en dat er geen proceskostenvergoeding zal plaatsvinden.

De uitspraak is gedaan door rechter mr. R.C. Stijnen en griffier K.F.K. Hoogbruin op 26 januari 2022. De beslissing is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/4401

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 januari 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

en

Onbekende verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres op 15 oktober 2021 heeft ingediend.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 49,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiseres op 12 december 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank. De aangetekend verzonden brief is door eiseres niet afgehaald en aan de rechtbank geretourneerd. Vervolgens is deze brief, ter voldoening aan het bepaalde in artikel 8:38 van de Awb, aan eiseres ter kennisneming per gewone post toegezonden. In deze brief is aangegeven dat de termijn uit de brief van 12 december 2021 niet opnieuw aanvangt.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet (op tijd) ontvangen. Eiseres heeft daar geen reden voor gegeven. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
6. De rechtbank stelt verder vast dat eiseres ook geen kopie van de uitspraak op bezwaar heeft ingediend, terwijl de rechtbank hier wel om heeft gevraagd bij aangetekende brief van 15 december 2021. Ook om die reden is het beroep niet-ontvankelijk.
7. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld.
8. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
K.F.K. Hoogbruin, griffier. De beslissing is uitgesproken op 26 januari 2022 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.