ECLI:NL:RBMNE:2022:749
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen beslissing Procureur-Generaal Hoge Raad niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak gaat het om het verzet van de opposant tegen de beslissing van de Procureur-Generaal van de Hoge Raad der Nederlanden van 27 augustus 2020. De rechtbank had zich in een eerdere uitspraak op 24 augustus 2021 onbevoegd verklaard, omdat de Procureur-Generaal niet als bestuursorgaan wordt aangemerkt. De opposant heeft geen verzoek gedaan om op een zitting te worden gehoord. De rechtbank heeft in deze uitspraak overwogen dat er geen twijfel was over de uitkomst van de zaak, waardoor een zitting niet noodzakelijk was volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft de argumenten van de opposant, die zich beklaagde over de benoeming van dhr. Hofstee als Procureur-Generaal, niet gegrond bevonden. De rechtbank concludeert dat de Procureur-Generaal niet als bestuursorgaan kan worden aangemerkt, en dat de eerdere uitspraak van 24 augustus 2021 terecht was. De rechtbank heeft het verzet ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.