ECLI:NL:RBMNE:2022:737

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 februari 2022
Publicatiedatum
28 februari 2022
Zaaknummer
UTR 21/4306
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het beroep tegen de ongeldigverklaring van het rijbewijs en de oplegging van een Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder, waarbij bepaald is dat het rijbewijs van eiseres ongeldig blijft en waarbij aan eiseres wederom een Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer (EMA) is opgelegd, nadat zij niet de vereiste medewerking had verleend aan de eerder opgelegde EMA-cursus. Het primaire besluit van verweerder dateert van 13 augustus 2021, waarin eiseres werd medegedeeld dat haar rijbewijs ongeldig blijft. Eiseres heeft bezwaar aangetekend, maar dit is bij besluit van 22 september 2021 ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld, waarbij het onderzoek ter zitting op 13 januari 2022 heeft plaatsgevonden via Skype for Business.

De rechtbank overweegt dat eiseres zonder geldige reden van verhindering niet is verschenen op het eindgesprek van de EMA-cursus, dat op 10 augustus 2021 was gepland. Eiseres heeft aangevoerd dat zij niet tijdig kon inloggen vanwege omstandigheden met haar vriend, maar de rechtbank oordeelt dat deze omstandigheden niet als een geldige reden van verhindering kunnen worden aangemerkt. De rechtbank stelt vast dat verweerder voldoende gemotiveerd heeft waarom de door eiseres aangevoerde omstandigheden niet als geldig worden erkend. De rechtbank benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor tijdige deelname aan de cursus bij eiseres ligt.

De rechtbank concludeert dat er geen ruimte is voor een belangenafweging, omdat eiseres niet heeft voldaan aan de vereisten voor deelname aan de EMA-cursus. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, rechter, en zal openbaar worden gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/4306

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 februari 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , te [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. H.G.J. Ligtenberg),
en
de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), verweerder
(gemachtigde: P. van Leerdam).

Overwegingen

Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder, waarbij bepaald is dat het rijbewijs van eiseres ongeldig blijft en waarbij aan eiseres wederom een Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer (EMA) is opgelegd, nadat zij niet de vereiste medewerking had verleend aan de eerder opgelegde EMA-cursus.
2. Bij besluit van 13 augustus 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder deze beslissing genomen. Het bezwaar van eiseres is bij besluit van 22 september 2021 (het bestreden besluit) door verweerder ongegrond verklaard. Tegen dit besluit heeft eiseres beroep ingesteld. Het onderzoek ter zitting heeft via Skype for Business plaatsgevonden op 13 januari 2022. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Het bestreden besluit
3. Verweerder heeft het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard, omdat zij zonder geldige reden van verhindering niet de vereiste medewerking heeft verleend aan de eerder opgelegde EMA-cursus. Eiseres is namelijk zonder verschoonbare reden niet verschenen op het “Eindgesprek EMA via beeldbellen” welke gepland stond op 10 augustus 2021. Dat het eiseres niet is gelukt om tijdig in te loggen, doordat haar vriend (nadat eiseres tevergeefs had geprobeerd in te loggen op de iPad van haar vriend) met zijn tablet en de brief met inloggegevens voor het eindgesprek naar de huisarts is gegaan en eiseres daardoor niet kon proberen in te loggen op haar eigen computer, komt voor rekening en risico van eiseres. Zij moet daarom opnieuw de EMA-cursus te volgen, waarvan de kosten in rekening worden gebracht.
Geldige reden van verhindering
4. Eiseres voert aan dat verweerder geen redelijke afweging heeft gemaakt van de in het geding zijnde belangen. Eiseres wijst daarbij op de bijzondere omstandigheid van de coronamaatregelen die tot de keuze van verweerder voor het voeren van het eindgesprek op afstand heeft geleid. Eiseres heeft verklaard waarom zij niet tijdig heeft kunnen inloggen. Verweerder heeft daar ten onrechte verstrekkende gevolgen aan verbonden en daarbij geen rekening gehouden met het feit dat het gaat om de afronding van de EMA-cursus, en dus niet te start ervan, en de inkomsten van eiseres gering zijn. Daarnaast heeft eiseres geen blijk gegeven van een nonchalante of onwillige opstelling. Aan haar dient daarom het voordeel van de twijfel te worden gegeven.
5. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat eiseres geen geldige reden van verhindering heeft voor het niet verschijnen op het eindgesprek van de EMA-cursus. De rechtbank stelt vast dat verweerder een zekere ruimte toekomt bij de beoordeling of er sprake is van een geldige reden van verhindering waardoor eiseres niet of niet-tijdig aanwezig was bij een onderdeel van een EMA. Er is daarbij geen ruimte voor het maken van een belangenafweging. Verweerder heeft voldoende gemotiveerd waarom de door eiseres aangevoerde omstandigheden niet worden aangemerkt als een geldige reden van verhindering voor het niet deelnemen aan het eindgesprek. De rechtbank acht daarbij met name van belang dat in de brief van 22 juli 2021 eiseres erop is gewezen dat zij een kwartier van tevoren aanwezig diende te zijn en wat de gevolgen zijn van het niet meewerken aan de cursus. Ter zitting heeft eiseres verklaard vijf minuten voor aanvang van het eindgesprek te hebben geprobeerd in te loggen op de iPad van haar vriend. Doordat eiseres zo kort voor aanvang van het eindgesprek pas probeerde in te loggen, had zij onvoldoende tijd om de andere inlogmogelijkheden uit te proberen toen deze inlogpoging was mislukt. De rechtbank volgt verweerder in het standpunt dat dit voor rekening en risico van eiseres komt, nu de verantwoordelijk voor het tijdig deelnemen aan een cursusdag bij haarzelf ligt. Dit volgt ook uit bijvoorbeeld de uitspraak van 21 november 2012 van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State. Het feit dat de vriend van eiseres vervolgens met de inloggegevens naar de huisarts is gegaan, geeft geen aanleiding voor een ander oordeel. De door eiseres aangevoerde omstandigheden worden daarom niet als zodanig uitzonderlijk aangemerkt dat sprake is van een geldige reden van verhindering.
6. Indien is vastgesteld dat er geen geldige reden van verhindering voor het niet verlenen van medewerking is, dan is verweerder gehouden het rijbewijs ongeldig te verklaren. Er is dan geen ruimte meer aan de kant van verweerder om alsnog de belangen van eiseres bij de besluitvorming te betrekken en een belangenafweging te maken. De argumenten van eiseres dat zij al drie cursusdagen heeft afgerond, haar inkomsten gering zijn en zij geen nonchalante of onwillige opstelling heeft laten zien, kan daarom niet tot een andere conclusie leiden.
Conclusie
7. De rechtbank verklaart het beroep gegrond. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, rechter, in aanwezigheid van mr. Z.E.M. van der Maas, griffier. De beslissing is uitgesproken op 15 februari 2022 en zal openbaar worden gemaakt op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.