ECLI:NL:RBMNE:2022:721
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beslissing op verzoek tot beperking van de kennisneming in WOZ-zaak met huurwaardekapitalisatie
Op 25 februari 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, een beslissing genomen in een bestuursrechtelijke zaak betreffende de beperking van de kennisneming van bepaalde stukken in een WOZ-zaak. De eiser, vertegenwoordigd door C. Ayoujil, heeft verzocht om toegang tot informatie die door de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht, vertegenwoordigd door R. Janmaat, is ingediend. De rechtbank moest beoordelen of de huurovereenkomsten en inlichtingenformulieren, die ten grondslag liggen aan de vaststelling van de WOZ-waarde van een bedrijfsobject, geheim moesten blijven voor de eiser. De rechtbank oordeelde dat het belang van de eiser om kennis te nemen van deze informatie zwaarder weegt dan de privacy- en concurrentiebelangen van de verhuurders en huurders. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar geen voldoende gewichtige redenen heeft aangedragen om de kennisneming te beperken. De rechtbank heeft het verzoek van de heffingsambtenaar afgewezen en de stukken teruggestuurd, met de mogelijkheid voor de heffingsambtenaar om de gegevens opnieuw in te dienen, waarbij persoonsgegevens kunnen worden geanonimiseerd. Deze beslissing is genomen door mr. R.C. Moed, rechter, in aanwezigheid van mr. M. van der Knijff, griffier.