In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 14 januari 2022 uitspraak gedaan over de omgevingsvergunning die het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [plaats] heeft verleend voor de bouw van 42 sociale huurwoningen aan de [adres] in [plaats]. De zaak betreft een verzoek om voorlopige voorziening door [verzoeker], namens zichzelf en 63 anderen, tegen het college. De voorzieningenrechter heeft eerder een tussenuitspraak gedaan waarin een motiveringsgebrek werd geconstateerd met betrekking tot de parkeernormen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bouwplan aanvankelijk niet voldeed aan de vereiste parkeernormen, maar dat het college met een aanvullende motivering heeft aangetoond dat er nu voldoende parkeergelegenheid is gecreëerd. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand blijven, ondanks de vernietiging van het besluit zelf, omdat het motiveringsgebrek is hersteld. De voorzieningenrechter heeft het college opgedragen het griffierecht te vergoeden en de proceskosten van de verzoekers te betalen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun mogelijkheden om in beroep te gaan.