ECLI:NL:RBMNE:2022:663
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beslissingen op onderzoekswensen omtrent voorlopige hechtenis, voorwaarden met betrekking tot contactmomenten met kinderen en rol bijzondere curator
Op 24 februari 2022 vond een openbare zitting plaats in de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, onder leiding van rechter E.J. van Rijssen. Tijdens deze zitting werd de zaak behandeld van een verdachte die niet aanwezig was, maar vertegenwoordigd werd door zijn raadsvrouw, mr. S.C. Sassen. De rechtbank besprak de verzoeken van de verdediging met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte. De verdediging had verzocht om opheffing van de voorlopige hechtenis en om de bijzondere voorwaarden die aan de schorsing van de voorlopige hechtenis waren verbonden, te versoepelen. De rechtbank oordeelde echter dat de ernstige bezwaren en gronden die eerder tot de voorlopige hechtenis hadden geleid, nog steeds aanwezig waren. Het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis werd afgewezen, evenals het verzoek om de bijzondere voorwaarden te schrappen. De rechtbank benadrukte dat het recidiverisico zwaar weegt en dat het schrappen van de voorwaarden dit risico zou vergroten.
Daarnaast werd er gesproken over de contactmomenten van de verdachte met zijn kinderen. De rechtbank oordeelde dat de huidige regeling voor contactmomenten, waarbij de verdachte onder begeleiding van Allerzorg of familie aanwezig is, niet diende te worden uitgebreid. De situatie van de kinderen was goed, en er was geen dringende noodzaak voor extra contactmomenten. Tot slot werd er een verwijzing gemaakt naar een geplande OTS-zitting op 7 maart, waar partijen in gesprek konden gaan over de benoeming van een bijzondere curator. De rechtbank schorste het onderzoek voor onbepaalde tijd, waarbij het proces-verbaal werd vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.