ECLI:NL:RBMNE:2022:6622

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 augustus 2022
Publicatiedatum
7 juni 2024
Zaaknummer
9734379 / MC EXPL 22-1563
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betwisting van het bestaan van een koopovereenkomst en afwijzing van de vordering tot betaling

In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door De Ruijter & Willemsen gerechtsdeurwaarders en incasso B.V., een vordering ingesteld tegen gedaagden, die in persoon procederen, met betrekking tot een vermeende koopovereenkomst voor eetkamerstoelen. Eiseres heeft de stoelen meer dan een jaar geleden afgeleverd en heeft gedaagden meerdere keren verzocht om betaling van een totaalbedrag van € 300,00, wat gedaagden echter niet hebben voldaan. Eiseres vordert hoofdelijke veroordeling van gedaagden tot betaling van € 345,00, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente vanaf 23 november 2021.

Gedaagden betwisten het bestaan van de koopovereenkomst en stellen dat de stoelen zijn afgeleverd voor gezamenlijk gebruik tijdens Kerstmis, zonder dat er een definitieve koopovereenkomst is gesloten. De kantonrechter oordeelt dat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd voor het bestaan van de koopovereenkomst. De door eiseres overgelegde WhatsApp-conversaties zijn niet overtuigend genoeg om de stelling van een koopovereenkomst te onderbouwen. Gedaagden hebben bovendien onbetwist gesteld dat eiseres de stoelen op elk moment kan ophalen.

De kantonrechter concludeert dat eiseres niet heeft voldaan aan haar stelplicht en bewijslast, waardoor de vordering wordt afgewezen. Eiseres wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die op nihil worden vastgesteld omdat gedaagden niet door een professioneel gemachtigde zijn bijgestaan. Het vonnis is uitgesproken op 10 augustus 2022 door mr. R.P.P. Hoekstra.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Almere
Vonnis van 10 augustus 2022
in de zaak met zaaknummer / rolnummer 9734379 / MC EXPL 22-1563 van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres, hierna ook te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: De Ruijter & Willemsen gerechtsdeurwaarders en incasso B.V.,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,wonende te [woonplaats] ,2. [gedaagde sub 2] ,wonende te [woonplaats] ,gedaagden, hierna samen te noemen (in mannelijk enkelvoud): [gedaagde c.s.] ,procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 1 maart 2022
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] heeft ruim een jaar geleden eetkamerstoelen op het adres van [gedaagde c.s.] afgeleverd.
2.2.
[eiseres] heeft meerdere betaalverzoeken van in totaal € 300,00 aan [gedaagde c.s.] verstuurd. [gedaagde c.s.] heeft dit bedrag niet betaald.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert samengevat – hoofdelijke veroordeling van [gedaagde c.s.] tot betaling van € 345,00 (bestaande uit een hoofdsom van € 300,00 en € 45,00 aan buitengerechtelijke incassokosen), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 november 2021 tot de dag der algehele voldoening.
3.2.
[eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat zij op basis van een tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst de stoelen aan [gedaagde c.s.] heeft verkocht. Ondanks meerdere aanmaningen weigert [gedaagde c.s.] de aan hem verstuurde betaalverzoeken van in totaal € 300,00 te betalen. [eiseres] heeft haar vordering uit handen moeten geven aan haar incassogemachtigde, zodat [gedaagde c.s.] ook de buitengerechtelijke incassokosten aan [eiseres] verschuldigd is.
3.3.
[gedaagde c.s.] voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagde c.s.] betwist met [eiseres] een koopovereenkomst te hebben gesloten. Hij heeft aangevoerd dat [eiseres] de betreffende stoelen bij hem thuis heeft gebracht, zodat de gezinnen van partijen hier gezamenlijk gebruik van konden maken tijdens Kerstmis. Er is wel gesproken over een eventuele koop van de stoelen, maar [gedaagde c.s.] vond een bedrag van € 300,00 te veel zodat het nooit tot een akkoord is gekomen.
4.2.
Nu [eiseres] zich beroept op het bestaan van een koopovereenkomst en daaraan rechtsgevolgen verbindt, rusten op haar de stelplicht en de bewijslast.
4.3.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eiseres] onvoldoende gesteld en onderbouwd dat tussen partijen een koopovereenkomst tot stand is gekomen. [eiseres] heeft weliswaar gesteld dat [gedaagde c.s.] heeft aangegeven de stoelen te willen houden, partijen een koopprijs hebben bepaald van € 300,00 en dat [gedaagde c.s.] vervolgens heeft verzocht om het bedrag in twee termijnen te betalen, echter blijkt dit nergens uit. De door [eiseres] overgelegde schermafbeeldingen van Whatsapp-conversaties zijn daartoe onvoldoende. Ook uit de gedragingen van partijen kan dit niet blijken. [gedaagde c.s.] is weliswaar nog in het bezit van de stoelen, maar heeft onweersproken gesteld dat [eiseres] deze te allen tijde kon en kan ophalen. [gedaagde c.s.] heeft weliswaar de stoelen op Marktplaats te koop gezet, maar heeft onweersproken gesteld dat dit ten behoeve van [eiseres] was.
4.4.
Gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagde c.s.] , lag het dan ook op de weg van [eiseres] om de wijze van totstandkoming van de gestelde koopovereenkomst, althans hetgeen partijen destijds besproken of afgesproken hebben, nader te onderbouwen. Dit heeft zij nagelaten, zodat de vordering zal worden afgewezen. Aan bewijslevering wordt niet toegekomen, nog daargelaten dat geen gespecificeerd en concreet bewijsaanbod is gedaan.
4.5.
[eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde c.s.] Die kosten worden vastgesteld op nihil nu [gedaagde c.s.] in deze procedure niet bijgestaan is door een professioneel gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten tot op deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde c.s.] begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.P. Hoekstra en in het openbaar uitgesproken op 10 augustus 2022.