Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verzoek tot verbetering
2.De beoordeling
3.De beslissing
8.4. [gedaagde] vordert schadevergoeding wegens te late oplevering. Tijdens de mondelinge behandeling is vastgesteld dat niet langer ter discussie staat dat de overeengekomen uiterste opleverdatum week 49 van 2016 is. Dat is de week die eindigt op 11 december 2016. Verder staat vast dat het werk pas op 18 april 2017 is opgeleverd. (…) De periode van overschrijding als bedoeld in artikel 15.6 van de TKSO loopt dus van 12 december 2016 tot en met 31 januari 2017. Dat zijn 41 kalenderdagen x € 500,00 = € 20.500,00
.
veroordeelt [eiseres] om aan [gedaagde] te betalen een bedrag van € 124.999,10 (honderdvierentwintigduizend negenhonderdnegenennegentig euro en tien eurocent) vermeerderd met:
- de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het bedrag van € 20.500,00 met ingang van 1 februari 2017 tot de dag van volledige betaling,
- de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het bedrag van € 44.305,80 met ingang van 18 april 2018 tot de dag van volledige betaling,
- de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het bedrag van € 44.305,80 met ingang van 18 april 2019 tot de dag van volledige betaling,”
- de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het bedrag van € 25.500,00 met ingang van 1 februari 2017 tot de dag van volledige betaling,
- de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het bedrag van € 44.305,80 met ingang van 18 april 2018 tot de dag van volledige betaling,
- de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het bedrag van € 44.305,80 met ingang van 18 april 2019 tot de dag van volledige betaling,”